Tijdelijke Vereeniging van Nederlandsche Padvinders
De Tijdelijke Vereeniging van Nederlandsche Padvinders was een Nederlandse scoutingorganisatie in Londen, tijdens de Duitse bezetting van Nederland.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren veel Nederlanders uitgeweken naar het buitenland. De Nederlandse regering in ballingschap zetelde in Londen. Nederlandse ambtenaren en Engelandvaarders, die voor de oorlog scout waren in Nederland, vonden elkaar en besloten tot de oprichting van de Tijdelijke Vereeniging van Nederlandsche Padvinders (TVNP). Ook de Noren hadden in Londen hun groep in ballingschap.
Prins Bernhard, voor de oorlog voorzitter van de Nationale Padvinders Raad, was bereid de Koninklijk commissaris van de TVNP te worden[1].
De samenstelling van het bestuur van de TVNP werd om veiligheidsredenen niet bekend gemaakt. In het ledenblad werden ook vooral functies en initialen gebruikt. In het bestuur waren vertegenwoordigd: De Nederlandse Padvinders, de Katholieke Verkenners, de voormalige Padvinders Vereniging Nederland, de zgn. Diepzee Verkenners, de Ouders en de Publiciteitsorganen. Twee bestuursleden waren Engelandvaarder. Allen waren padvinder in hart en nieren.
De verschillende onderwerpen die tot taak van het bestuur gerekend konden worden waren:
- Leiden en bevorderen van padvinderswerk van Nederlanders in Engeland
- Contact met de bestaande districten in Nederlands West-Indië
- Contact met het Internationale Bureau in Londen
- Pers- en radiopropaganda
- Uitgave van het blad Ick Dien
- Voorbereiden op de situatie na de bezetting, als de Duitsers verslagen zouden zijn.
Binnen de vereniging werden twee stammen opgericht:
- Dr. Ariensstam, opgericht door enkele medewerkers van het Nederlandse Militaire hospitaal in Londen.
- Londense stam: de 1e Londensche Voortrekkerstroep.
De vereniging gaf het blad Ick Dien uit, met daarin onder andere algemene informatie over Scouting en verslagen van contacten met Engelse scouts. Tussen december 1943 en maart 1945 kwamen acht edities uit. Op 23 april 1944 vond op Radio Oranje een radiorede plaats over Sint Jorisdag[2].
Het postadres van de vereniging was gevestigd op Stratton House, kamer 617, het kantoor van luitenant Hartog. In dit gebouw (op de bovenste drie verdiepingen) was de Nederlandse regering-in-ballingschap en Radio Oranje gevestigd. De Nederlandse regering maakte tussen mei 1940 en augustus 1945 gebruik van het gebouw.
Op 1 februari 1945 werd de vereniging opgeheven. Hiermee waren automatisch alle benoemingen vervallen die door de TVNP waren verricht. Slechts benoemingen verricht door het Tijdelijk Nationaal Hoofdkwartier waren in het vervolg van kracht. Bij de opheffingsvergadering werd besloten om de Nederlandse padvindersgroep Londen op te richten die direct viel onder het Tijdelijk Nationaal Hoofdkwartier. De groep zou voorlopig bestaan uit twee voortrekkersstammen en uitbreiding naar de verschillende kinderkolonies wordt overwogen. Groepsleider werd L. Joppe. Om contacten te onderhouden werd een Assistent Hoofdkwartierscommissaris Buitenland aangesteld en Johannes Tjaardstra werd hiervoor benoemd.
Na de oorlog deden luitenant Hartog en luitenant Van Rijn verslag van hun activiteiten in Londen tijdens de oorlog[3].
Betrokken personen waren:
- Z.K.H. Prins Bernhard der Nederlanden: Koninklijk commissaris van de TVNP
- Luitenant Robbert Hartog: waarnemend internationaal commissaris en gedelegeerd commissaris. Hij werkte in Stratton House. In december 1944 was hij ‘aan de overkant’ (vaste land van Europa).
- Johannes Tjaardstra, werkzaam op het Departement van Buitenlandse zaken. In 1936 werd hij lid van groep 17 Drakagroep van de PVN en was scout, voortrekker, vaandrig en groepsleider. Hij stopte in februari 1940 toen hij naar Zweden vertrok. In 1942 kwam hij in Londen te werken.
- Johannes Bernardus (Jo) Onnekink was voor de oorlog actief bij de Veluwsche Verkenners in Arnhem. Hij was Engelandvaarder. In Londen was hij werkzaam op het Departement van Justitie.
- Cornelis Martin Beets: hij was zoon van Cornelis Beets, voorzitter van de Padvindersvereeniging Nederland (PVN) en hoofdkwartier-commissaris voor fabrieksgroepen. Beets jr. was Engelandvaarder.
- Luitenant Frans van Rijn was scout voor de oorlog. Hij was Engelandvaarder.
- Meyndert Henricus Ligthart was voor de oorlog welpenleider bij groep 12 Thorbeckegroep in Den Haag. Hij was Engelandvaarder en werd leerling-vlieger bij No. 9 Initial Training Wing, Flight 2 Squadron, Royal Air Force
- Private Til-Wagner
- K. Witte
- H. Vreugdehil
- A. de Meulenmeester, wonende Farkleigh Road 13 te Londen
- Andre Elsakkers, diplomaat. In 1936 werd hij welpenleider bij de St. Antoniusgroep in Breda.
- J.V.M. Hellegers
- N. Ruyser
- John Lee
Speltakken[bewerken | brontekst bewerken]
De groep had de volgende speltak:
Activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]
Leiders van de TVNP organiseerden zomerkampen voor in Engeland verblijvende Nederlandse jongens en brachten ze gedurende een aantal weken in een Nederlandse sfeer. Wanneer er belangrijke gebeurtenissen op het gebied van Scouting plaatsvonden was Nederland vertegenwoordigd. Dankzij de zorgen van de TVNP was het mogelijk dat in Canada, voor rekening van de Canadese broeders, een uitgave van de jongenseditie Verkennen voor jongens werd gedrukt. Omdat Scouting in Nederland door de nazi's verboden werd, werd verwacht dat niemand bij de bevrijding in uniform zou kunnen verschijnen. Daarom maakten de leden van de TVNP dassen en armbanden met de woorden 'Scout en Padvinder'. Het tegendeel bleek waar te zijn, want weinig scouts leverden hun uniform in. De dassen werden namens de koninklijk commissaris als onderscheiding weggegeven aan scouts die in het verzet hielpen.
Bronnen en referenties