Ynze de Boer

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken


Ynze de Boer
Icon boy scout.svg
Geboorteplaats
Den Haag ­Zuid-Holland ­Nederland
Geboortedatum
21 december 1920
Bezig met het laden van de kaart...
Waarderingsteken(s)
 Erekruis (zilver) 

Ynze de Boer was hofmeester, voortrekker en ontvanger zilveren erekruis.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Hij was de zoon de smid/fabrieksarbeider Johannes Jan de Boer en IJtje Visser[1]. Zijn vader lijkt het gezin verlaten te hebben in 1924. Zijn ouders scheidden in 1928. De regelingen rond de scheiding zijn verloren gegaan bij het bombardement van het Bezuidenhout op 3 maart 1945.

In november 1939 was hij hofmeester op het schip Spaarndam (II) van de Holland-Amerika Lijn[2]. Het schip was een gecombineerd vracht-/passagiersschip[3] en had op 27 november een passagier. Op dat moment was Nederland nog niet betrokken in de Tweede Wereldoorlog en probeerde, net als in de Eerste Wereldoorlog was gelukt, neutraal te blijven. De Spaarndam (II) was op weg van New Orleans via Londen naar Rotterdam, onder kapitein F.H. Dobbinga, varende onder neutrale Nederlandse vlag. In de Theemsmonding bij de ingang van het Knock Deep, op circa 2 mijl van het Tongue Lichtschip, terwijl het schip wachtte op de verplichte controle op contrabande door de Engelse douane en accijnsdienst, liep het om 09.45 op een magnetische mijn. Daarna werd het op een bank gezet. De romp van het schip scheurde open tot aan het bovenste dek en brak in drie delen. Het schip brandde uit. Omdat ze als total loss werd beschouwd, werden de restanten later ter plaatse tot schroot verwerkt. De mijnen waren in de nacht van 12 op 13 november 1939 gelegd door de vier Duitse torpedobootjagers "Wilhelm Heidkamp", "Hermann Kuhne", "Hans Lindemann" en "Karl Galster".

Bij de explosie kwam een bemanningslid om. Na de ontploffing stond de bemanning op het sloependek aangetreden met de zwemvesten aan. Nadat het schip is gestopt, gingen de overlevenden in de reddingboten. Reddingboot nr. 6 met ongeveer acht personen kwam hard in botsing met de scheepshuid bij het te water laten. De zeer ruwe zee greep de sloep onmiddellijk aan en sloeg deze onderstboven. Vier of, vijf van de inzittenden kwamen in zee terecht, drie mensen kwamen vrijwel direct om. De enige vrouwelijke passagier, de 74-jarige mevrouw Steffens kwam in zee terecht. Matroos Pieter Penning zwom naar haar toe en hield haar boven water[4]. Even daarna ontving hij hulp van hofmeester De Boer, die naar hem toe zwom en Penning assisteerde met het hoven water houden van mevrouw Steffens. Het was een verschrikkelijke worsteling. Uitgeput moesten beide mannen tenslotte deze reddingspoging opgeven, hoewel de hofmeester tot het laatste ogenblik de dame hij haar haren boven water hield. De koude moet. onze passagiere hebben bedwelmd en toen ook nog een zware golf over hen heen sloeg, moest ook hofmeester De Boer loslaten. Ondanks hun inspanningen overleed de dame uiteindelijk. Reddingboot nr. 5 kwam verticaal te hangen als een talie losschoot en ook hier raakte iedereen te water, maar hier waren geen slachtoffers te betreuren. De Britse loodsboot Prudence vond na enige uren de overlevenden en nam iedereen aan boord. Voordat het schip de wal bereikte overleed nog een bemanningslid aan boord aan zijn verwondingen. Uiteindelijk kwamen om het leven drie hofmeesters, een matroos en de oudere dame.

Scouting[bewerken | brontekst bewerken]

Hij was voortrekker bij de 34ste Haagsche troep, „Willen Is kunnen” (WIK). Hij kreeg een zilveren erekruis omdat hij bij de ondergang van de Spaarndam op 27 November 1939 getracht had met gevaar voor eigen leven, dat van de enige passagiere van het schip te redden.

Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]

  • zilveren erekruis (NPV, februari 1940)[5]
Category edit nl.svg Dit artikel is een beginnetje. U wordt uitgenodigd op Bewerk te klikken om uw kennis aan dit artikel toe te voegen.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.