Grootzeil: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
k (Bot: automatisch tekst vervangen (- lelievlet + lelievlet))
Regel 20: Regel 20:
Dit gebeurt in de regel middels een [[marlsteek]]. Bij het hijsen wordt het voorlijk met een rijglijn vastgezet aan de mast.
Dit gebeurt in de regel middels een [[marlsteek]]. Bij het hijsen wordt het voorlijk met een rijglijn vastgezet aan de mast.


Het vlak van het zeil heet het doek. Het zeil is opgebouwd uit horizontale banen. De verstevigde gaten in een zeil heten zeilogen, hier is het doek meerdere lagen dik.


Rif
 
Telltales
Bij hogere windkracht zal men een rif in het zeil leggen om het zeil oppervlak te verkleinen.
Zeiltheorie
Bij het geven van zeil instructie kunnen telltales de luchtstroom rond de zeilen aantonen.
 
[[Zeilen#Zeiltheorie|Zeiltheorie]]




Regel 29: Regel 33:


Het grootzeil wordt bediend met de [[grootschoot]] door de roerganger.
Het grootzeil wordt bediend met de [[grootschoot]] door de roerganger.


= Grootzeil van de Lelieschouw =
= Grootzeil van de Lelieschouw =

Versie van 19 nov 2010 21:55

Het grootzeil is één van de twee zeilen die gevoerd wordt op een lelievlet (en lelieschouw), zeilboten waar Nederlandse waterscouts mee zeilen.
Het grootzeil is het zeil dat achter de mast gehesen wordt. Het andere, voorste en kleinere zeil is de fok.

Grootzeil van de Lelievlet

Vorm

De gebruikte vorm van tuigage heet gaffelgetuigd.
Het zeil oppervlak van het grootzeil van de lelievlet is 8,15 m2
Maximale totale afwijking van het oppervlak 5% (dit is inclusief de fok)


Benamingen

Bij gaffelgetuigd, zoals bij de lelievlet wordt het zeil in vorm gehouden door twee rondhouten, onder met de giek en boven met de gaffel.

De mast zijde is het voorlijk, de hoek voor net onder de gaffel is de klauwhoek, de bovenzijde is het bovenlijk, de hoek aan het eind van de gaffel is de nokhoek, de achterzijde is het achterlijk de hoek achter onderaan is de schoothoek.

In het achterlijk van het grootzeil bevinden zich op evenredige afstanden drie zakjes met zeillatten. Deze zorgen ervoor dat het zeil zijn vorm behoud en geen vouwen trekt tussen nokhoek en schoothoek.

Bij een vlet zijn gaffel en giek gemarld.

Dit gebeurt in de regel middels een marlsteek. Bij het hijsen wordt het voorlijk met een rijglijn vastgezet aan de mast.

Het vlak van het zeil heet het doek. Het zeil is opgebouwd uit horizontale banen. De verstevigde gaten in een zeil heten zeilogen, hier is het doek meerdere lagen dik.


Bij hogere windkracht zal men een rif in het zeil leggen om het zeil oppervlak te verkleinen.

Bij het geven van zeil instructie kunnen telltales de luchtstroom rond de zeilen aantonen.

Zeiltheorie



Het grootzeil wordt bediend met de grootschoot door de roerganger.

Grootzeil van de Lelieschouw

Vorm

Tjottertuig Het zeil oppervlak van het grootzeil van de lelieschouw is .... m2

Benamingen

Bij een schouw is alleen de gaffel gemarld.

Category edit nl.svg Dit artikel is een beginnetje. U wordt uitgenodigd op Bewerk te klikken om uw kennis aan dit artikel toe te voegen.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.