Berdenis van Berlekomgroep: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
(aanpassen groepsnummer)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(24 tussenliggende versies door 6 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{groep
{{Groep
|Logo =
|Beweging=Scouting Nederland
|Groepsdas = |Beweging = Scouting Nederland
|Regio=Regio Scouting Zeeland
|Regio = Regio Scouting Zeeland
|Groepsnummer=2198
|Groepsnummer = 2198
|Levensbeschouwing=openbaar
|Plaats = Middelburg
|Plaats=Middelburg
|Provincie = Zeeland
|Provincie=Zeeland
|Land = Nederland
|Land=Nederland
|Open voor = Beide
|Open voor=beide
|Levensbeschouwing = Openbaar
|Opgericht=1911-02-01
|Genootschap =
|Oprichter=Luitenant Limbeek
|Leden = ??
|Website=www.scoutingbvb.nl
|Opgericht = [[1911]]
|lat=51.502519
|Oprichter =
|lon=3.616320
|Website = www.scoutingbvb.nl
|lat = 51.502519
|lon = 3.616320
}}
}}
De '''Berdenis van Berlekomgroep''' is een landverkennersgroep in Middelburg (Zeeland).


'''de Berdenis van Berlekomgroep''' is een landverkenners groep te Middelburg, Zeeland.
==Geschiedenis==
===De eerste dertig jaar: 1911-1941===
De geschiedenis van de Berdenis van Berlekomgroep gaat maar liefst negentig jaar terug in de tijd. Dit maakt deze groep tot één van de oudere scoutinggroepen van Nederland en de oudste van Zeeland. De groep heet van oudsher Berdenis van Berlekomgroep I. Het Romeinse cijfer I geeft aan dat de groep de eerste was met deze naam en diende ter onderscheid van een eventueel later op te richten tweede [[troep]]. Tegenwoordig wordt de ‘I’ in de naam niet meer gebruikt. Al negen decennia lang voert de groep rood als kleur van de [[groepsdas]]. Aan deze felle kleur is te zien dat de groep een oude groep is: de felle kleuren werden namelijk als eerste vergeven. De groep kreeg een rode das, de Vlissingse [[M.A. de Ruytergroep]] (opgericht 1919) kreeg een oranje das. Het [[uniform]] bestond in de beginjaren nog niet uit de welbekende korte padvindersbroek tot de knieën, maar uit een rijbroek met leren kappen, een kaki blouse en een veldmuts. In het voorjaar van het jaar 1911 werden in Middelburg de eerste padvinders[[patrouille]]s opgericht. Leider van het eerste uur was luitenant Limbeek, aanvankelijk alleen begonnen, later bijgestaan door de officieren Bogaert en Adrichem. Een klinkende naam uit de beginjaren was die van vaandrig Touburg, een oude zeerot met een verfomfaaide snor en een flinke woordenlijst met zeemanstaal waar de leerlingpadvindertjes van bloosden. De meeste leiders waren officieren van het Derde Regiment Infanterie. In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) meldde de groep zich aan bij dit regiment. Tijdens de eerste jaren van de oorlog hield de groep haar bijeenkomsten in Westkapelle. Ternauwernood ontsnapten leiding en verkenners aan de dood bij een mijnontploffing op het Westkapelse strand, die zes levens van niet-padvinders eiste. In de oorlogsjaren werd regelmatig illegaal de grens met België overschreden en werden de [[padvinders]] zelfs verdacht van spionage. Een hoogtepunt uit de eerste jaren was de inspectie in 1914 van de groep door [[prins Hendrik]], een regelmatige bezoeker van de provincie Zeeland. Bij zijn komst reed [[hopman]] [[Piet ten Kate]], zoals vaker bij belangrijke
gebeurtenissen, gezeten op zijn paard voor de groep padvinders uit, er een stijlvol geheel van makend. Reeds in het oprichtingsjaar 1911 kreeg de Berdenis van Berlekomgroep bezoek van een groep uit Wales, die met een band voorop via Oostende de weg naar Middelburg lopend had afgelegd. Het verhaal wil dat de grote trom van deze bezoekers sneuvelde toen de grootvader van één van onze verkenners hierop ging zitten. Geïnspireerd door de Britse padvindersband werd uiteindelijk in (vermoedelijk) 1924 op initiatief van [[oubaas]] [[John Meijboom|Meijboom]] ook in Middelburg een [[muziekscouting|drumband]] opgericht, die al snel zo’n vijftig leden telde. Meijboom zou de band gedurende vele jaren begeleiden. De band was één van de oudste van Nederland en de beste uit de regio en zou later onder meer worden ingezet bij koninklijke bezoeken en het bezoek van [[Olave Baden-Powell|Lady Baden-Powell]] aan Middelburg. Al snel volgden tegenbezoeken aan het Verenigd Koninkrijk. Naar de eerste [[Wereldjamboree 1920|wereldjamboree]] in 1920 in het Arrow Park bij Londen werden zes Zeeuwse padvinders gezonden. De contacten met zusterstad Folkestone dateren uit 1923. Al in 1926 vertrokken de eerste Middelburgse padvinders naar Folkestone, waar een kamp bij de krijtrotsen werd opgeslagen. Ook in Londen werd gekampeerd. De kosten van de overtocht bedroegen in deze jaren slechts &fnof;&nbsp;7,50. Bekende namen van leiders uit deze jaren waren [[J.A. Bosdijk]]<ref>[https://krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/1958-06-16/edition/0/page/3?query=jacobsstaf Provinciale Zeeuwsche Courant, 16 juni 1958]</ref> (de latere eregroepsleider), Ten Kate, Meijboom en Adams. Waarschijnlijk had de groep vanaf de jaren twintig ook een [[welpen]][[horde]].


==Geschiedenis==
===De tweede dertig jaar: 1941-1971===
De eerste dertig jaar: 1911-1941
Tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland (1940-1945) werd de padvinderij verboden door de Duitse bezetter, die duidelijk
De geschiedenis van de Berdenis van Berlekomgroep
niets van de padvinderij moest hebben. Een prachtige verzameling schilderijen, boeken en foto’s van oubaas Meijboom werd in 1942 door de Gestapo in beslag genomen. Het archief ging verloren en zodoende is het materiaal over de groep van voor de oorlog erg schaars. In 1945 werd de Berdenis van Berlekomgroep door verschillende oudgedienden weer herenigd. De groep bestond op dat moment uit welpen en verkenners. De verkennersgroep werd geleid door hopman Lafeber en [[Johannes Frederik Verniel|vaandrig Verniel]]. De uniformen bestonden uit een kaki blouse, een korte manchester broek, lange kniekousen, een padvindershoed en de rode driekante groepdas. Kort hierna werden ook de [[voortrekkers]] en de drumband heropgericht. Het hoogtepunt voor de padvindersbeweging in Zeeland in de naoorlogse jaren was het bezoek van Lady Baden-Powell op zaterdag 5 oktober 1946. De officiële ontvangst van ’s werelds eerste padvindster, de Chief Guide, vond plaats op de Markt in Middelburg, waarbij zo’n 2.700 Zeeuwse padvindsters, padvinders, kabouters en welpen aanwezig waren. De ontvangst werd begeleid door de Middelburgse drumband onder leiding van oubaas De Kuijper als tamboer-maître, die de complimenten van Lady Baden-Powell kreeg voor het optreden van de band. Enkele leidsters werden door Lady Baden-Powell onderscheiden voor hun activiteiten voor de padvindstersbeweging tijdens de bezettingsjaren. Door de Zeeuwse padvindsters, padvinders, kabouters en welpen werd verder een kleppermars uitgevoerd. De Chief Guide kreeg ook een paar kleppers aangeboden. De volgende dag reisde zij door naar Dordrecht. Wegens de grote belangstelling voor de padvinderij na de oorlog werd in 1946 een Vendel II van de Berdenis van Berlekomgroep opgericht. Het Vendel II startte zijn activiteiten in de grote vochtige kelder onder het gebouw aan de Zuidsingel. Nadat deze was schoongemaakt, gewit en ingericht werd het echter toch een gezellige ruimte. Op 10 september 1947 kwam er een eind aan de tijd in de kelder toen Vendel II een eigen [[groepshuis|clubhuis]] aan de Penninghoek kreeg. Nu Vendel II een eigen gebouw bezat, gingen er al snel stemmen op voor een eigen groepsnaam. Op 20 september 1947 werd gestemd en werd de naam gewijzigd in [[Paul Krugergroep (Middelburg)|Paul Krugergroep]]. De Paul Krugergroep verhuisde later naar een gebouw aan de Kinderdijk en tegenwoordig is de Paul Krugergroep nog steeds aan de Kinderdijk gevestigd. Het veertigjarig bestaan van de padvindersbeweging op Walcheren en dus ook van de Berdenis van Berlekomgroep werd in 1951 op waardige wijze gevierd. Medewerking werd verleend door alle padvindersgroepen op Walcheren. Op het Molenwater werden diverse stands
gaat maar liefst negentig jaar terug in de tijd. Dit maakt
ingericht waar men door middel van fotomateriaal en brochures kon zien wat de padvinderij inhield.  
onze groep tot één van de oudste Scoutinggroepen van
Nederland en de oudste van Zeeland. De groep heet van
oudsher Berdenis van Berlekomgroep I. Het Romeinse
cijfer I geeft aan dat de groep de eerste was met deze
naam en diende ter onderscheid van een eventueel later
op te richten tweede troep. Tegenwoordig wordt de ‘I’ in
de naam niet meer gebruikt.
Al negen decennia lang voert de groep rood als kleur van
de groepsdas. Aan deze felle kleur is te zien dat de
Berdenis van Berlekomgroep een zeer oude groep is: de
erg gewilde felle kleuren werden namelijk als eerste
vergeven. Onze groep kreeg
een rode das, de Vlissingse
M.A. de Ruytergroep
(opgericht 1919) kreeg een
oranje. Het uniform bestond
in de beginjaren nog niet uit
de welbekende korte
padvindersbroek tot de
knieën, maar uit een rijbroek
met leren kappen, een kaki
blouse en een veldmuts.
In het voorjaar van het jaar
1911 werden in Middelburg
de eerste
padvinderspatrouilles
opgericht. Leider van het
eerste uur was luitenant
Limbeek, aanvankelijk alleen
begonnen, later bijgestaan door de officieren Bogaert en
Adrichem. Een klinkende naam uit de beginjaren was die
van vaandrig Touburg, een oude zeerot met een
verfomfaaide snor en een flinke woordenlijst met
zeemanstaal waar de leerlingpadvindertjes van bloosden.
De meeste leiders waren officieren van het Derde
Regiment Infanterie. In de Eerste Wereldoorlog (1914-’18)
meldde ook de groep zich aan bij dit regiment. Tijdens de
eerste jaren van de oorlog hield de groep haar
bijeenkomsten te Westkapelle. Ternauwernood
ontsnapten leiding en verkenners aan de dood bij een
mijnontploffing op het Westkapelse strand, die zes levens
van niet-padvinders eiste. In de oorlogsjaren werd
regelmatig illegaal de grens met België overschreden en
werden de padvinders zelfs verdacht van spionage. Een
hoogtepunt uit de eerste jaren was de inspectie in 1914
van de groep door prins Hendrik, een regelmatige
bezoeker van de provincie Zeeland. Bij zijn komst reed
hopman Piet ten Kate, zoals vaker bij belangrijke
gebeurtenissen, gezeten op zijn paard voor de groep
padvinders uit, er een stijlvol geheel van makend.
Reeds in het oprichtingsjaar 1911 kreeg de Berdenis van
Berlekomgroep bezoek van een groep uit Wales, welke
met een band voorop via Oostende de weg naar
Middelburg lopend had afgelegd. Het verhaal wil dat de
grote trom van deze bezoekers sneuvelde toen de
grootvader van één van onze verkenners hierop ging
zitten. Geïnspireerd door de Britse padvindersband werd
uiteindelijk in (vermoedelijk) 1924 op initiatief van oubaas
Meijboom ook in Middelburg een drumband opgericht,
welke al snel zo’n vijftig leden telde. Meijboom zou de
band gedurende vele jaren begeleiden. De band was één
van de oudste van Nederland en de beste uit de regio en
zou later onder
meer worden
ingezet bij
koninklijke
bezoeken en het
bezoek van Lady
Baden-Powell aan
Middelburg.
Al snel volgden
tegenbezoeken
aan Engeland.
Naar de eerste
Wereldjamboree in
1920 in het Arrow
Park bij Londen
werden zes
Zeeuwse
padvinders
gezonden. De
contacten met
zusterstad
Folkestone dateren
uit 1923. Al in 1926
vertrokken de
eerste
Middelburgse padvinders naar Folkestone, waar een
kamp bij de krijtrotsen werd opgeslagen. Ook in Londen
werd gekampeerd. De kosten van de overtocht bedroegen
in deze jaren slechts fl. 7,50. Bekende namen van leiders
uit deze jaren waren Bosdijk, Ten Kate, Meijboom en
Adams. Waarschijnlijk had de groep vanaf de jaren twintig
ook een welpenhorde.


De tweede dertig jaar: 1941-1971 .
1946: De band treedt op voor Lady Baden-Powell
Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-’45) werd de
groep verboden door de Duitse bezetter, die duidelijk
niets van de padvinderij moest hebben. Een prachtige
verzameling schilderijen, boeken en foto’s van oubaas
Meijboom werd in 1942 door de Gestapo in beslag
genomen. Het archief ging verloren en zodoende is het
materiaal over de groep van voor de oorlog erg schaars.
In 1945 werd de Berdenis van Berlekomgroep door
verschillende oudgedienden weer herenigd. De groep
bestond op dat moment uit welpen en verkenners. De
verkennersgroep werd geleid door hopman Lafeber en
vaandrig Verniel. De uniformen bestonden uit een kaki
shirt, een korte manchester broek, lange kniekousen,
een padvindershoed en de rode driekante groepdas.
Kort hierna werden ook de voortrekkers en de drumband
heropgericht.
Het hoogtepunt voor de padvindersbeweging in Zeeland in
de naoorlogse jaren was het bezoek van Lady Baden-
Powell op zaterdag 5 oktober 1946. De officiële ontvangst
van ’s werelds eerste padvindster, de Chief Guide, vond
plaats op de Markt in Middelburg, waarbij zo’n 2.700
Zeeuwse padvindsters, padvinders, kabouters en welpen
aanwezig waren. De ontvangst werd begeleid door de
Middelburgse drumband onder leiding van oubaas De
Kuijper als tamboer-maître, die de complimenten van Lady
Baden-Powell kreeg voor het optreden van de band.
Enkele leidsters werden door Lady Baden-Powell
onderscheiden voor hun activiteiten voor de
padvindstersbeweging tijdens de bezettingsjaren. Door de
Zeeuwse padvindsters, padvinders, kabouters en welpen
werd verder een kleppermars uitgevoerd. De Chief Guide
kreeg ook een paar kleppers aangeboden. De volgende
dag reisde zij door naar Dordrecht.
Wegens de grote belangstelling voor de padvinderij na de
oorlog werd in 1946 een Vendel II van de Berdenis van
Berlekomgroep opgericht. Het Vendel II startte zijn
activiteiten in de grote vochtige kelder onder het gebouw
aan de Zuidsingel. Nadat deze
was schoongemaakt, gewit en
ingericht werd het echter toch
een gezellige ruimte. Op 10
september 1947 kwam er een
eind aan de tijd in de kelder
toen Vendel II een eigen
clubhuis aan de Penninghoek
kreeg. Nu Vendel II een eigen
gebouw bezat, gingen er al
snel stemmen op voor een
eigen groepsnaam. Op 20
september 1947 werd gestemd
en werd de naam gewijzigd in
Paul Krugergroep. De Paul
Krugergroep verhuisde later
naar een gebouw aan de
Kinderdijk en ontwikkelde zich
tegenwoordig is de Paul
Krugergroep nog aan de Kinderdijk gevestigd.
Het veertigjarig bestaan van de padvindersbeweging op
Walcheren en dus ook van de Berdenis van
Berlekomgroep werd in 1951 op waardige wijze gevierd.
Medewerking werd verleend door alle padvindersgroepen
op Walcheren. Op het Molenwater werden diverse stands
ingericht waar men door middel van fotomateriaal en
brochures kon zien wat de padvinderij inhield. Ook werden
1946: De band treedt op voor Lady Baden Powell
BvB verkenners op de 1e verdieping
BvB verkenners op de 1e verdieping


demonstraties in houthakken, lassowerpen, worstelen en
Ook werden demonstraties in houthakken, lassowerpen, worstelen en E.H.B.O.-werk gegeven. De dag werd besloten met een groot kampvuur op het Molenwater, dat werd gadegeslagen door een groot deel van de Middelburgse bevolking, en een taptoe. Vijf jaar later werden ter viering van het vijfenveertigjarig jubileum een grote padvindersmarkt op de Vismarkt en een revue in het Schuttershof gehouden. Alle jongens- en meisjesgroepen uit Middelburg hielpen mee aan de festiviteiten. De samenwerking tussen de Middelburgse groepen verliep zo goed dat enkele maanden later gezamenlijk deelgenomen werd aan een sportuitwisselingskamp met Folkestone. De Berdenis van Berlekomgroep kende in 1956 een groep van zesentwintig verkenners en twee welpenhordes van elk vierentwintig welpen. Bekende namen uit de jaren veertig en vijftig die onlosmakelijk met de groep zijn verbonden: Goedbloed, Lafeber, Verniel, Fastenau, Scheele, Kruijsse, Schmidt, Brand, Van Loo, Swets, Trimpe Burger en de heer en mevrouw Pierhagen. Begin jaren zestig werd door (de latere) schipper Pierhagen wederom een tweede verkennersgroep opgericht: een zeeverkennersgroep. De reden hiervoor was dat de landverkennersgroep al zesendertig leden rijk was en de ruimte in het troeplokaal te klein werd.
E.H.B.O.-werk gegeven. De dag werd besloten met een
 
groot kampvuur op het Molenwater, dat werd
gadegeslagen door een groot deel van de Middelburgse
bevolking, en een taptoe. Vijf jaar later werden ter viering
van het vijfenveertigjarig jubileum een grote
padvindersmarkt op de Vismarkt en een revue in het
Schuttershof gehouden. Alle jongens- en meisjesgroepen
uit Middelburg hielpen mee aan de
festiviteiten. De samenwerking
tussen de Middelburgse groepen
verliep zo goed dat enkele
maanden later gezamenlijk
deelgenomen werd aan een
sportuitwisselingskamp met
Folkestone.
De Berdenis van Berlekomgroep
kende in 1956 een groep van
zesentwintig verkenners en twee
welpenhordes van vierentwintig
welpen. Bekende namen uit de
jaren veertig en vijftig die
onlosmakelijk met de groep zijn
verbonden: Goedbloed, Lafeber,
Verniel, Fastenau, Scheele, Kruijsse, Schmidt, Brand, Van
Loo, Swets, Trimpe Burger en de heer en mevrouw
Pierhagen.
Begin jaren zestig werd door (de latere) schipper
Pierhagen wederom een tweede verkennersgroep
opgericht: een zeeverkennersgroep. De reden hiervoor
was dat de landverkennersgroep al zesendertig leden rijk
1956 De Berdenis van Berlekomgroep bestaat 45 jaar
1956 De Berdenis van Berlekomgroep bestaat 45 jaar
1951: 40 jaar BvB gevierd op het Molenwater
1951: 40 jaar BvB gevierd op het Molenwater


was en de ruimte in het troeplokaal te klein werd.
Pierhagen begon met zijn zeeverkenners in de kelder van het gebouw aan de Zuidsingel. De groep bezat twee stalen [[Lelievlet|vletten]]. Op 19 januari 1965 bezat de afdeling vijftien zeewelpen en veertien zeeverkenners. Een jaar later fuserde die groep met de Paul Krugergroep, waaraan al het materiaal werd overgedragen. Het zestigjarig bestaan van de Berdenis van Berlekomgroep werd opgesierd door de verschijning van een jubileumuitgave van het toenmalige [[groepsblad]]. De geschiedenis van de groep en talrijke anekdotes hieruit beschreven in verschillende stukjes, die opgesteld waren door leden en oud-leden. Naast een grote receptie was er een kamp voor alle leden in Veere. Namen van personen die in de jaren zestig veel voor de groep hebben betekend, zijn onder andere: Pierhagen, Kees Hordijk, Dik Spui, Rob Stufkens, Riny Mieras, Wim Hozee, Jan Dop, Frans Hanse, van der Peijl, Jeroense, Van Aartse en Suurmond. De groep bezat eind jaren zestig twee welpenhordes van zeventien welpen, twintig verkenners en negen stamleden.
Pierhagen begon met zijn zeeverkenners in de kelder van
 
het gebouw aan de Zuidsingel. De groep bezat twee
v.Tol met verkenners bij de opening van het Scout Centrum Veere in 1970
stalen vletten. Op 19 januari 1965 bezat de afdeling
vijftien zeewelpen en veertien zeeverkenners. Een jaar
later smolt de groep samen met de Paul Krugergroep,
waaraan al het materiaal werd overgedragen.
Het zestigjarig bestaan van de Berdenis van
Berlekomgroep werd opgesierd door de verschijning van
een jubileumuitgave van het toenmalige groepsblad
geschiedenis van de groep en talrijke anekdotes hieruit
beschreven in verschillende stukjes, die opgesteld waren
door leden en oud-leden. Naast een grote receptie was er
een kamp voor alle leden in ‘in Veere. Namen van
personen die in de jaren zestig veel voor de groep hebben
betekend, zijn onder andere: Pierhagen, Hordijk, Stufkens,
Mieras, Hozee,
Hanse, van der Peijl,
Jeroense, Van Aartse
en Suurmond. De
groep bezat eind
jaren zestig twee
welpenhordes van
zeventien welpen,
twintig verkenners en negen stamleden.
v.Tol met verkenners bij de opening van het
Scout Centrum Veere in 1970
1967: Verkenners en stamleden van de Berdenis van Berlekomgroep samen met de
1967: Verkenners en stamleden van de Berdenis van Berlekomgroep samen met de
Verkenners van de Engelse St Savioursgroup voor hun clubhuis in Folkestone.
Verkenners van de Engelse St. Savioursgroup voor hun clubhuis in Folkestone.
De vlet van de BvB zeeverkenners
De vlet van de BvB zeeverkenners
Schipper Pierhagen met zeeverkennes
Schipper Pierhagen met zeeverkennes


De opening op 18 mei 1970 van het Hopman Vernielhuis
De opening op 18 mei 1970 van het Hopman Vernielhuis was een hoogtepunt uit deze periode. Sinds 1957 hadden de bestuursleden van de provinciale padvindersorganisaties, en in het bijzonder voormalig hopman [[J.F. Verniel]] van de Berdenis van Berlekomgroep, gestreefd naar de totstandkoming van een padvindersterrein in Zeeland. Na veel getouwtrek over de locatie werd uiteindelijk een terrein aan de oever van het Veerse Meer toegewezen. De realisering van het Scoutcentrum heeft hopman Verniel helaas niet meer mee mogen maken. In het gebouw konden onder andere cursussen worden gegeven en welpen overnachten. Op de vijf hectare grasland en jonge boomaanplant eromheen was voldoende ruimte voor kampeer- en padvinderijactiviteit.
was een hoogtepunt uit deze periode. Sinds 1957 hadden
de bestuursleden van de provinciale padvindersorganisaties,
en in het bijzonder voormalig hopman J.F.
Verniel van de Berdenis van Berlekomgroep, gestreefd
naar de totstandkoming van een padvindersterrein in
Zeeland. Na veel getouwtrek over de locatie werd
uiteindelijk een terrein aan de oever van het Veerse Meer
toegewezen. De realisering van het Scoutcentrum heeft
hopman Verniel helaas niet meer mee mogen maken. In
het gebouw konden onder andere cursussen worden
gegeven en welpen overnachten. Op de vijf hectare
grasland en jonge boomaanplant
eromheen was voldoende ruimte
voor kampeer- en padvinderijactiviteit


==Speltakken==
*[[Bevers (Scouting Nederland)|Bevers]] Zaterdag 14:00-16:30
*[[Esta's]] Zaterdag 14:00-16:30
*[[Scouts (Scouting Nederland)|Scouts]] Zaterdag 14:00-16:30
*[[Explorers]] Zaterdag 13:30-16:30
*[[Roverscouts (Scouting Nederland)|Stam]] Zaterdag vanaf 20:00


==Vloot==
Vijf [[lelievlet]]ten (zichtbaar vanaf de Dokbrug in de Maisbaai rood boord witte dekken)




==Speltakken==
{{bron}}
*[[Bevers (Scouting Nederland)|Bevers]]      Zaterdag 14:00-16:30
*[[Esta's (Scouting Nederland)|Esta's]]      Zaterdag 14:00-16:30
*[[Scouts (Scouting Nederland)|Scouts]]  Zaterdag 14:00-16:30
*[[Explorers]]    Zaterdag 13:30-16:30
*[[jongerentak|Stam]]        Zaterdag vanaf 20:00

Huidige versie van 9 feb 2024 om 05:48

Berdenis van Berlekomgroep
Logo Scouting Nederland.svg
Scouting Nederland
Regio Scouting Zeeland
nr.
 2198 
Middelburg ­Zeeland ­Nederland
Icon girl guide.svgIcon boy scout.svg Meisjes en Jongens
Opgericht
1 februari 1911
Oprichter(s)
Luitenant Limbeek  
Website
Bezig met het laden van de kaart...
51° 30' 9.07" N, 3° 36' 58.75" E
51.502519, 3.61632

RD:32 051-391 882
31U 542777m E 5705889m N

De Berdenis van Berlekomgroep is een landverkennersgroep in Middelburg (Zeeland).

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste dertig jaar: 1911-1941[bewerken | brontekst bewerken]

De geschiedenis van de Berdenis van Berlekomgroep gaat maar liefst negentig jaar terug in de tijd. Dit maakt deze groep tot één van de oudere scoutinggroepen van Nederland en de oudste van Zeeland. De groep heet van oudsher Berdenis van Berlekomgroep I. Het Romeinse cijfer I geeft aan dat de groep de eerste was met deze naam en diende ter onderscheid van een eventueel later op te richten tweede troep. Tegenwoordig wordt de ‘I’ in de naam niet meer gebruikt. Al negen decennia lang voert de groep rood als kleur van de groepsdas. Aan deze felle kleur is te zien dat de groep een oude groep is: de felle kleuren werden namelijk als eerste vergeven. De groep kreeg een rode das, de Vlissingse M.A. de Ruytergroep (opgericht 1919) kreeg een oranje das. Het uniform bestond in de beginjaren nog niet uit de welbekende korte padvindersbroek tot de knieën, maar uit een rijbroek met leren kappen, een kaki blouse en een veldmuts. In het voorjaar van het jaar 1911 werden in Middelburg de eerste padvinderspatrouilles opgericht. Leider van het eerste uur was luitenant Limbeek, aanvankelijk alleen begonnen, later bijgestaan door de officieren Bogaert en Adrichem. Een klinkende naam uit de beginjaren was die van vaandrig Touburg, een oude zeerot met een verfomfaaide snor en een flinke woordenlijst met zeemanstaal waar de leerlingpadvindertjes van bloosden. De meeste leiders waren officieren van het Derde Regiment Infanterie. In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) meldde de groep zich aan bij dit regiment. Tijdens de eerste jaren van de oorlog hield de groep haar bijeenkomsten in Westkapelle. Ternauwernood ontsnapten leiding en verkenners aan de dood bij een mijnontploffing op het Westkapelse strand, die zes levens van niet-padvinders eiste. In de oorlogsjaren werd regelmatig illegaal de grens met België overschreden en werden de padvinders zelfs verdacht van spionage. Een hoogtepunt uit de eerste jaren was de inspectie in 1914 van de groep door prins Hendrik, een regelmatige bezoeker van de provincie Zeeland. Bij zijn komst reed hopman Piet ten Kate, zoals vaker bij belangrijke gebeurtenissen, gezeten op zijn paard voor de groep padvinders uit, er een stijlvol geheel van makend. Reeds in het oprichtingsjaar 1911 kreeg de Berdenis van Berlekomgroep bezoek van een groep uit Wales, die met een band voorop via Oostende de weg naar Middelburg lopend had afgelegd. Het verhaal wil dat de grote trom van deze bezoekers sneuvelde toen de grootvader van één van onze verkenners hierop ging zitten. Geïnspireerd door de Britse padvindersband werd uiteindelijk in (vermoedelijk) 1924 op initiatief van oubaas Meijboom ook in Middelburg een drumband opgericht, die al snel zo’n vijftig leden telde. Meijboom zou de band gedurende vele jaren begeleiden. De band was één van de oudste van Nederland en de beste uit de regio en zou later onder meer worden ingezet bij koninklijke bezoeken en het bezoek van Lady Baden-Powell aan Middelburg. Al snel volgden tegenbezoeken aan het Verenigd Koninkrijk. Naar de eerste wereldjamboree in 1920 in het Arrow Park bij Londen werden zes Zeeuwse padvinders gezonden. De contacten met zusterstad Folkestone dateren uit 1923. Al in 1926 vertrokken de eerste Middelburgse padvinders naar Folkestone, waar een kamp bij de krijtrotsen werd opgeslagen. Ook in Londen werd gekampeerd. De kosten van de overtocht bedroegen in deze jaren slechts ƒ 7,50. Bekende namen van leiders uit deze jaren waren J.A. Bosdijk[1] (de latere eregroepsleider), Ten Kate, Meijboom en Adams. Waarschijnlijk had de groep vanaf de jaren twintig ook een welpenhorde.

De tweede dertig jaar: 1941-1971[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland (1940-1945) werd de padvinderij verboden door de Duitse bezetter, die duidelijk niets van de padvinderij moest hebben. Een prachtige verzameling schilderijen, boeken en foto’s van oubaas Meijboom werd in 1942 door de Gestapo in beslag genomen. Het archief ging verloren en zodoende is het materiaal over de groep van voor de oorlog erg schaars. In 1945 werd de Berdenis van Berlekomgroep door verschillende oudgedienden weer herenigd. De groep bestond op dat moment uit welpen en verkenners. De verkennersgroep werd geleid door hopman Lafeber en vaandrig Verniel. De uniformen bestonden uit een kaki blouse, een korte manchester broek, lange kniekousen, een padvindershoed en de rode driekante groepdas. Kort hierna werden ook de voortrekkers en de drumband heropgericht. Het hoogtepunt voor de padvindersbeweging in Zeeland in de naoorlogse jaren was het bezoek van Lady Baden-Powell op zaterdag 5 oktober 1946. De officiële ontvangst van ’s werelds eerste padvindster, de Chief Guide, vond plaats op de Markt in Middelburg, waarbij zo’n 2.700 Zeeuwse padvindsters, padvinders, kabouters en welpen aanwezig waren. De ontvangst werd begeleid door de Middelburgse drumband onder leiding van oubaas De Kuijper als tamboer-maître, die de complimenten van Lady Baden-Powell kreeg voor het optreden van de band. Enkele leidsters werden door Lady Baden-Powell onderscheiden voor hun activiteiten voor de padvindstersbeweging tijdens de bezettingsjaren. Door de Zeeuwse padvindsters, padvinders, kabouters en welpen werd verder een kleppermars uitgevoerd. De Chief Guide kreeg ook een paar kleppers aangeboden. De volgende dag reisde zij door naar Dordrecht. Wegens de grote belangstelling voor de padvinderij na de oorlog werd in 1946 een Vendel II van de Berdenis van Berlekomgroep opgericht. Het Vendel II startte zijn activiteiten in de grote vochtige kelder onder het gebouw aan de Zuidsingel. Nadat deze was schoongemaakt, gewit en ingericht werd het echter toch een gezellige ruimte. Op 10 september 1947 kwam er een eind aan de tijd in de kelder toen Vendel II een eigen clubhuis aan de Penninghoek kreeg. Nu Vendel II een eigen gebouw bezat, gingen er al snel stemmen op voor een eigen groepsnaam. Op 20 september 1947 werd gestemd en werd de naam gewijzigd in Paul Krugergroep. De Paul Krugergroep verhuisde later naar een gebouw aan de Kinderdijk en tegenwoordig is de Paul Krugergroep nog steeds aan de Kinderdijk gevestigd. Het veertigjarig bestaan van de padvindersbeweging op Walcheren en dus ook van de Berdenis van Berlekomgroep werd in 1951 op waardige wijze gevierd. Medewerking werd verleend door alle padvindersgroepen op Walcheren. Op het Molenwater werden diverse stands ingericht waar men door middel van fotomateriaal en brochures kon zien wat de padvinderij inhield.

1946: De band treedt op voor Lady Baden-Powell BvB verkenners op de 1e verdieping

Ook werden demonstraties in houthakken, lassowerpen, worstelen en E.H.B.O.-werk gegeven. De dag werd besloten met een groot kampvuur op het Molenwater, dat werd gadegeslagen door een groot deel van de Middelburgse bevolking, en een taptoe. Vijf jaar later werden ter viering van het vijfenveertigjarig jubileum een grote padvindersmarkt op de Vismarkt en een revue in het Schuttershof gehouden. Alle jongens- en meisjesgroepen uit Middelburg hielpen mee aan de festiviteiten. De samenwerking tussen de Middelburgse groepen verliep zo goed dat enkele maanden later gezamenlijk deelgenomen werd aan een sportuitwisselingskamp met Folkestone. De Berdenis van Berlekomgroep kende in 1956 een groep van zesentwintig verkenners en twee welpenhordes van elk vierentwintig welpen. Bekende namen uit de jaren veertig en vijftig die onlosmakelijk met de groep zijn verbonden: Goedbloed, Lafeber, Verniel, Fastenau, Scheele, Kruijsse, Schmidt, Brand, Van Loo, Swets, Trimpe Burger en de heer en mevrouw Pierhagen. Begin jaren zestig werd door (de latere) schipper Pierhagen wederom een tweede verkennersgroep opgericht: een zeeverkennersgroep. De reden hiervoor was dat de landverkennersgroep al zesendertig leden rijk was en de ruimte in het troeplokaal te klein werd.

1956 De Berdenis van Berlekomgroep bestaat 45 jaar 1951: 40 jaar BvB gevierd op het Molenwater

Pierhagen begon met zijn zeeverkenners in de kelder van het gebouw aan de Zuidsingel. De groep bezat twee stalen vletten. Op 19 januari 1965 bezat de afdeling vijftien zeewelpen en veertien zeeverkenners. Een jaar later fuserde die groep met de Paul Krugergroep, waaraan al het materiaal werd overgedragen. Het zestigjarig bestaan van de Berdenis van Berlekomgroep werd opgesierd door de verschijning van een jubileumuitgave van het toenmalige groepsblad. De geschiedenis van de groep en talrijke anekdotes hieruit beschreven in verschillende stukjes, die opgesteld waren door leden en oud-leden. Naast een grote receptie was er een kamp voor alle leden in Veere. Namen van personen die in de jaren zestig veel voor de groep hebben betekend, zijn onder andere: Pierhagen, Kees Hordijk, Dik Spui, Rob Stufkens, Riny Mieras, Wim Hozee, Jan Dop, Frans Hanse, van der Peijl, Jeroense, Van Aartse en Suurmond. De groep bezat eind jaren zestig twee welpenhordes van zeventien welpen, twintig verkenners en negen stamleden.

v.Tol met verkenners bij de opening van het Scout Centrum Veere in 1970 1967: Verkenners en stamleden van de Berdenis van Berlekomgroep samen met de Verkenners van de Engelse St. Savioursgroup voor hun clubhuis in Folkestone. De vlet van de BvB zeeverkenners Schipper Pierhagen met zeeverkennes

De opening op 18 mei 1970 van het Hopman Vernielhuis was een hoogtepunt uit deze periode. Sinds 1957 hadden de bestuursleden van de provinciale padvindersorganisaties, en in het bijzonder voormalig hopman J.F. Verniel van de Berdenis van Berlekomgroep, gestreefd naar de totstandkoming van een padvindersterrein in Zeeland. Na veel getouwtrek over de locatie werd uiteindelijk een terrein aan de oever van het Veerse Meer toegewezen. De realisering van het Scoutcentrum heeft hopman Verniel helaas niet meer mee mogen maken. In het gebouw konden onder andere cursussen worden gegeven en welpen overnachten. Op de vijf hectare grasland en jonge boomaanplant eromheen was voldoende ruimte voor kampeer- en padvinderijactiviteit.

Speltakken[bewerken | brontekst bewerken]

Vloot[bewerken | brontekst bewerken]

Vijf lelievletten (zichtbaar vanaf de Dokbrug in de Maisbaai rood boord witte dekken)


Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.