Groepjes indelen
Er zijn veel manieren voor het indelen van groepjes voor het doen van een spel. Op deze pagina vind je een aantal tips en spelletjes om groepjes in te delen. Ook voor oudere scoutingleden zijn een aantal van onderstaande ideeën bruikbaar; voor jongeren of volwassenen die elkaar nog niet (goed) kennen kan het meteen een beetje het ijs breken.
Schoenenspel[bewerken | brontekst bewerken]
Laat alle spelers één schoen uittrekken. Verdeel de schoenen in evenveel hoopjes als je straks teams wil hebben. Aan de grootte van de schoenen kun je zien of je de teams eerlijk indeelt. Je kunt eventueel nog even kijken welke schoen van welk kind is. Stel de kinderen een eindje verder op. Op een signaal van de spelleider zoeken ze hun eigen schoen en trekken die aan. Als ze klaar zijn gaan ze op de grond zitten, waar eerst het hoopje schoenen lag. Het groepje dat als eerste klaar is mag ook als eerste beginnen.
Op lengte of haarlengte[bewerken | brontekst bewerken]
Deel de spelers in op lengte, haarlengte, haarkleur, voornaam, achternaam enzovoort en doe daar iets mee bij het indelen van de groepjes. Bijvoorbeeld op een rij zetten van lang naar kort / van licht naar donker en dan op rij af te laten nummeren, of ze 1-2-3-4 groepjes af te laten tellen.
Verjaardagsliedje[bewerken | brontekst bewerken]
Met dit liedje is het mogelijk om de groepjes op geboortemaand in te delen.
|
Liedjes zingen[bewerken | brontekst bewerken]
Deel kaartjes uit waarop een lied staat. Er zijn telkens zeg 5 kaartjes met hetzelfde liedje. Wanneer het startsignaal klinkt, moet iedereen nu door allemaal tegelijk en door elkaar te zingen de mensen met hetzelfde liedje te vinden. Dit spel kun je uitbreiden door bijvoorbeeld iedereen naar buiten te sturen, en daar de liedjes te zingen.
In plaats van liedjes laten zingen, kun je iedereen ook een handeling, emotie of beroep laten uitbeelden.
Op één been[bewerken | brontekst bewerken]
Zeg de mensen dat ze op 1 been moeten gaan staan. De mensen die op hun linkerbeen gaan staan zitten in een groep.
Klinker roepen[bewerken | brontekst bewerken]
Mensen roepen de eerste klinker van hun naam en iedereen met de zelfde klank komt bij elkaar.
Koeien en eenden[bewerken | brontekst bewerken]
Iemand van de leiding fluistert mensen om en om in het oor wat ze zijn, een koe of een eend. Of je laat ze kaartjes trekken. De mensen moeten het geluid maken van wat ze zijn, en met hun ogen dicht hun medekoeien of -eenden vinden. Je kunt dit met een groter aantal groepjes ook aanvullen met apen, kippen, honden, katten enzovoort.
Snoepjes en koekjes[bewerken | brontekst bewerken]
In een teiltje water liggen evenzoveel kleuren (watervaste of ingepakte) snoepjes als je groepjes wilt maken. De deelnemers moeten zonder hun handen te gebruiken een snoepje happen en dan mensen met hetzelfde snoepje opzoeken. Een variant met wat minder nattigheid is het koekje bij de limonade, thee of koffie. Maak een doos met verschillende soorten koekjes, snoepjes, fruit enzovoort, waar iedereen iets uit moet pakken. Laat bij het volgend onderdeel alle mensen die hetzelfde koekje hadden met elkaar werken (krakeling, sprits, boterbiesje, enzovoorts). Opvallend is trouwens wel dat heel veel mensen soms niet meer weten wat ze gegeten hebben.
Daar zit een luchtje aan...[bewerken | brontekst bewerken]
Laat de deelnemers met hun ogen dicht en hun armen vooruit gaan staan. Als ze iets op hun arm voelen dan mogen ze hun armen intrekken. Smeer nu een luchtje op de deelnemers, parfum, deo, whatever. Gebruik verschillende luchtjes en laat de luchtjes elkaar opzoeken.
Ballonnenprlk[bewerken | brontekst bewerken]
Doe briefjes met nummer in ballonnen. Blaas de ballonnen vervolgens op. Speel een ballonnenspel waarbij iedereen één ballon kapot maakt. Het briefje wat in die ballon zit, bepaalt de subgroep waartoe men hoort.
Letterspel[bewerken | brontekst bewerken]
Elke speler ontvangt een letter. Dan krijgt de groep de opdracht woorden van 5 letters te maken. Dit spel is tevens een samenwerkingsopdracht omdat de 'letters' nogal eens moeten wisselen van groepje, voordat iedereen bij 'een echt woord' een plekje heeft gevonden.
'Partij 5!'[bewerken | brontekst bewerken]
Laat iedereen door elkaar hollen en proberen zoveel mogelijk mensen op de billen te tikken en zelf zo min mogelijk getikt te worden. Op een gegeven moment roept de spelleider 'partij 5' (of een ander cijfer). De spelers moeten zo snel mogelijk in groepjes van dit aantal bij elkaar gaan staan.
Probeer in elk geval niet de laatste te zijn. Speel het spel een paar keer, met wisselende cijfers en eindig met het aantal, waaruit het subgroepje moet bestaan. Een lekker energiek spel.
Profiel[bewerken | brontekst bewerken]
Geef een profiel waaraan de subgroepjes moeten voldoen. Laat de deelnemers zo snel mogelijk groepjes maken die hieraan voldoen. Bijvoorbeeld: 3 mannen, 2 vrouwen, waarvan minstens 2 mensen minimaal 5 jaar scoutinglid zijn, waarvan 3 mensen op kamp naar het buitenland gaan, waarvan 1 niet kan sjorren.
Opmerking: Wanneer je dit spel doet als onderdeel van een training voor volwassenen, kun je het profiel aanpassen bij het programma-onderdeel waaraan dit groepje gaat werken.
Kleur op je rug[bewerken | brontekst bewerken]
De leiding plakt bij iedere deelnemer een kleur op de rug, of op het voorhoofd, of op een andere plek die ze zelf niet kunnen zien. De spelers moeten er nu, in gebarentaal en ZONDER TE PRATEN achter komen welke kleur ze zijn en bij welke andere kinderen uit de groep ze horen. Doe je een stip op het voorhoofd, dan kun je dit trouwens mooi in een (kamp)thema over India gebruiken.
Overeenkomsten[bewerken | brontekst bewerken]
De cursisten mogen zelf subgroepjes van het gewenste aantal samenstellen, maar ... ze moeten per groepje wel 3 overeenkomsten met elkaar hebben. Bijvoorbeeld: op het gebied van uiterlijk, eten, muziekkeuze of nare eigenschappen.
Blindemannetje[bewerken | brontekst bewerken]
Dit is een spel voor het maken van twee groepjes. Eén persoon wordt geblinddoekt, en losgelaten in het speelveld. Als hij een kind tegenkomt, moet hij raden wie het is door te voelen. Is het goed geraden, dan moet het geraden kind aan de kant gaan staan. Dit spel gaat door tot de helft van de groep aan de kant staat. Dat is groep 1. De rest is groep 2.
Ongezien[bewerken | brontekst bewerken]
Ook dit is een spel voor het maken van twee groepjes. Een deelnemer staat met het gezicht naar de muur en met de rug naar de groep. Een andere deelnemer wijst kinderen aan waarop de deelnemer tegen de muur beslist met ‘wel’ of ‘niet’. Zo ontstaat een groep. De ‘aanwijzer’ stopt op het moment dat de groepen gelijk van grootte zijn.
Ruiten is troef[bewerken | brontekst bewerken]
Bij het binnenkomen ontvangt elke speler een speelkaart; die zijn er in vier verschillende symbolen (schoppen, harten, klaveren en ruiten). Van te voren heb je aan de hand van het aantal deelnemers bepaald hoeveel kaarten van iedere kleur je nodig hebt. De spelers met dezelfde kleur of hetzelfde kaartsymbool vormen nu samen een groepje. Zo ontstaan er vier groepen. Als je twee groepen wilt maken kun je alle rode en alle zwarte kaarten bij elkaar laten gaan staan.
Stripverhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Dit is een spelletje om groepjes van meer dan 2 personen te vormen.
- Nodig
- Zoek strips van één bladzijde. Zoek evenveel strips als er groepjes gevormd moeten worden. Knip elke strip in net zoveel stukken als er deelnemers in elk groepje moeten zitten.
- Het spel
- Meng de stukjes strip goed door elkaar en deel de stukjes strip uit. Iedereen zoekt de personen die een stukje van dezelfde strip als zijzelf hebben. Daarna puzzelt elk groepje zijn strip terug in elkaar. Als je met kleinere kinderen werkt, kan je ook werken met een eenvoudige kleurprenten (bijvoorbeeld van dieren zoals een kuiken, varken,…) die je zelf vooraf inkleurt. Zoek prenten waarop je per prent één kleur gebruikt (bijvoorbeeld geel kuiken, roze varken). Verknip de prenten. De kinderen kunnen dan hun groepje zoeken vooral op basis van de kleur van hun prent. Nadien kunnen ze de prent weer in elkaar puzzelen.
Tijdbom[bewerken | brontekst bewerken]
Blinddoek een persoon en laat hem buiten de kring staan. Laat vervolgens in de kring een voorwerp doorgeven. Op het moment dat de geblinddoekte persoon "boem" roept is de persoon in de kring die het voorwerp vasthoudt gekozen.
4 hoeken[bewerken | brontekst bewerken]
Verzamel iedereen in het midden van een lokaal. Zeg dat men bij het fluitsignaal zo snel mogelijk naar één van de vier hoeken van het lokaal moet lopen. Fluit. Er ontstaan 4 groepen.
Per 2[bewerken | brontekst bewerken]
Ga als spelleider voor de groep staan, en zeg tegen de deelnemers dat ze per twee moeten gaan staan, in twee lange rijen voor je. Meestal gaat ieder dan bij zijn beste vriend of vriendin staan. Splits dan alle duo's, en je hebt twee groepen. Voordeel: niemand zit bij zijn beste vriend of vriendin in de groep.
Andere manieren[bewerken | brontekst bewerken]
- Iedereen krijgt een puzzelstukje, elk team kan samen één puzzeltje vormen.
- Het vadermoederzoondochterspel
- Laat de kinderen per twee gaan staan en samen 1 grassprietje vasthouden. Op jouw teken trekken ze. Degenen met de korte kant vormen 1 groep, degenen met de lange kant vormen de andere groep. Kan herhaald worden om tot meerdere groepen te komen. (Niet mogelijk bij een oneven aantal groepen.)
Bronnen en referenties
- Het archief van de Scouting Programma Site, teksten van Roland Masselink, 9 februari 2005
- De website http://se.wtb.tue.nl/~jacobs/recra/index2.html (link werkt niet meer)
- Groepsspellen, teksten van Chris Hayes
- Handboek Trainer, universele werkvormen: Indelen van groepen (vo.scouting.nl)
- Groepen maken (onderdeel van de opleiding tot sport-animator) op www.huisnederlandsbrussel.be (laatst bezocht 15 december 2009)
- Groepsindelingsspellen, Spelenpagina van Inge De Cleyn (met dank aan ingezonden materiaal van het Sint-Lutgardisinstituut uit Oostende)