Jacob Graadt van Roggen

Jacob Graadt van Roggen was civiel ingenieur en voorzitter van de Delftsche Studentenclub van Oud-Padvinders‎‎

Levensloop

In 1916 ging hij aan de de Technische Hogeschool Delft studeren. Voor de zomer van 1919 slaagde hij voor zijn propaedeutisch examen voor civiel-ingenieur. Voor de zomer van 1922 slaagde hij voor zijn examen voor civiel-ingenieur. In 1929 trouwde hij in Den Haag met Julie Louise Dufour en in januari 1938 scheidden ze. Ze kregen twee kinderen, Jacob Frans en Julie Lida. Een jaar later trouwde hij met Albertine Tupker. In 1937 was hij als hoofdassistent verbonden aan de afdeling der Weg- en waterbouw (nu faculteit Civiele Techniek) van de Technische Hogeschool Delft. Op 23 april 1940 werd in Bandung hun zoon Roelof Matthijs geboren. In Bandung was hij civiel ingenieur bij Lands Waterstaat.

Jakob werd geïnterneerd in de Gevangenis in Padang. De gevangenis lag aan zee, direct ten noorden van de riviermonding. De Gevangenis werd indertijd gebouwd voor 500 personen. De Gevangenis werd kort gebruikt als krijgsgevangenkamp en daarna als mannenkamp. In oktober 1943 vertrokken de mannen naar Bangkinang en kwamen de vrouwen uit het Missiecomplex naar de Gevangenis. De plaats Bangkinang lag noord-noordoost van Padang. Er waren twee kampen, een mannen- en een vrouwenkamp, op ongeveer 2 km van het dorp Bangkinang en ongeveer 2 km van elkaar verwijderd; een kerkhof (de Koeboeran) lag halverwege beide kampen. De kampen lagen middenin rubberbossen. Het mannenkamp was ondergebracht op het terrein van een rubberfabriek en bestond uit droogloodsen, een walsenloods en andere gebouwen van de fabriek en ook enige nieuw gebouwde barakken van bamboe en atap; het kamp was omheind met een houten schutting en prikkeldraad. Zijn vrouw en zoontje werden met zijn twee kinderen uit zijn eerste huwelijk geïnterneerd in het Missiecomplex in Padang. Daar overleed hun zoon Roelof op 13 januari 1943. In oktober 1943 gingen de 2290 gevangenen naar De Gevangenis in Padang en van daar in december naar het vrouwenkamp in Bangkinang

Hoofd van de plaatselijke opbouwdienst in Ambon

Scouting

In 1919 was hij voorzitter van de Delftsche Studentenclub van Oud-Padvinders‎‎. Tot 1921 is hij samen met J. Bertram vaandrig van Groep 1 Archipelgroep in Den Haag en wordt vlak daarna hopman. Deze groep is in 1914 opgericht door de heren F.C. Koens en C. Six . In 1919 kregen ze een groepshuis aan de Hugo de Grootstraat. De groep had eerst nummer 3 en 4, maar bij de vorming van de NPV kreeg de groep het nummer 1. Gerrit uit den Boogaard was aan het begin van de oorlog senior patrouilleleider bij zijn groep. In november 1922 neemt hij afscheid in verband met zijn vertrek naar Nederlands Indië. Hopman Koens neemt zijn taak over. Jakob neemt zich voor zich ook in Indië aan Scouting te verbinden.

Onderscheidingen en eretitels

• Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (1946, koninkrijk der Nederlanden)

Bronnen en referenties

De Nederlandse Padvinders

Neutrale Padvinders Vereeniging