Bewerken van Jacob Graadt van Roggen

{{Persoon
|Naam=Jacob Frans (Jacob) Graadt van Roggen
|Geslacht=man
|Beweging=De Nederlandse Padvinders
|Groep=Delftsche Studentenclub van Oud-Padvinders‎‎
|Geboorteplaats=Den Haag
|Geboorteprovincie=Zuid-Holland
|Geboorteland=Nederland
|Geboortedatum=1898-08-12
|Overlijdensplaats=Amersfoort
|Overlijdensprovincie=Utrecht
|Overlijdensland=Nederland
|Overlijdensdatum=1976-10-07
}}
'''{{PAGENAME}}''' was civiel ingenieur en voorzitter van de Delftsche Studentenclub van Oud-Padvinders‎‎

==Levensloop==
In 1916 ging hij aan de de Technische Hogeschool Delft studeren<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMAD01:000036001:00124 Jaarboek van de Technische Hoogeschool te Delft, 1916-1917]</ref>. Voor de zomer van 1919 slaagde hij voor zijn propaedeutisch examen voor civiel-ingenieur<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMAD01:000153001:00210 Delftsche studenten-almanak voor het jaar 1920-1921]</ref>. Voor de zomer van 1922 slaagde hij voor zijn examen voor civiel-ingenieur<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMAD01:000156001:00171 Delftsche studenten-almanak voor het jaar 1923-1924]</ref>. 
In 1929 trouwde hij in Den Haag met Julie Louise Dufour en in januari 1938 scheidden ze. Ze kregen twee kinderen, Jacob Frans en Julie Lida. Een jaar later trouwde hij met Albertine Tupker. In 1937 was hij als hoofdassistent verbonden aan de afdeling der Weg- en waterbouw (nu faculteit Civiele Techniek) van de Technische Hogeschool Delft<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMAD01:000170001:00185 Delftsche studenten-almanak voor het jaar 1937-1938]</ref>.  Op 23 april 1940 werd in Bandung hun zoon Roelof Matthijs geboren. In Bandung was hij civiel ingenieur bij Lands Waterstaat.

Jakob werd geïnterneerd in de Gevangenis in Padang. De gevangenis lag aan zee, direct ten noorden van de riviermonding. De Gevangenis werd indertijd gebouwd voor 500 personen. De Gevangenis werd kort gebruikt als krijgsgevangenkamp en daarna als mannenkamp. In oktober 1943 vertrokken de mannen naar Bangkinang en kwamen de vrouwen uit het Missiecomplex naar de Gevangenis. De plaats Bangkinang lag noord-noordoost van Padang. Er waren twee kampen, een mannen- en een vrouwenkamp, op ongeveer 2 km van het dorp Bangkinang en ongeveer 2 km van elkaar verwijderd; een kerkhof (de Koeboeran) lag halverwege beide kampen. De kampen lagen middenin rubberbossen. Het
mannenkamp was ondergebracht op het terrein van een rubberfabriek en bestond uit droogloodsen, een walsenloods en andere gebouwen van de fabriek en ook enige nieuw
gebouwde barakken van bamboe en atap; het kamp was omheind met een houten schutting en prikkeldraad. Zijn vrouw en zoontje werden met zijn twee kinderen uit zijn eerste huwelijk geïnterneerd in het Missiecomplex in Padang. Daar overleed hun zoon Roelof op 13 januari 1943. In oktober 1943 gingen de 2290 gevangenen naar De Gevangenis in Padang en van daar in december naar het vrouwenkamp in Bangkinang

In 1946 was hij hoofd van de plaatselijke opbouwdienst in Ambon (Molukken) en in november werd hij lid van de Zuid-Molukkenraad<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMNIOD04:000090626:mpeg21:a0043 Nieuwe courant, 15 november 1946]</ref>. In 1950 kwam een eind aan de (beperkte) zelfstandigheid van de Zuid-Molukken en werden de Molukken helemaal deel van de Republiek Indonesië. In 1952 keerde Jakob terug naar Nederland<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010476568:mpeg21:a0081 Het nieuwsblad voor Sumatra, 23 februari 1952]</ref>. Zijn vrouw en kinderen waren waarschijnlijk dan al in Nederland en ze gingen wonen in Amersfoort.

==Scouting==
In november 1915 was hij patrouilleleider van de patrouille Panters bij de [[Jonge Verkenners]]<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002313024:00008 Het padvindersblad, jrg 2, 1915-1916, no. 24, 12 november 1915]</ref>. Onbekend is bij welke troep en vendel. In 1919 was hij voorzitter van de [[Delftsche Studentenclub van Oud-Padvinders‎‎]]<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMAD01:000102003:00002 Studenten-weekblad, jrg 22, 1919-1920, no. 3, 16 oktober 1919]</ref>. Tot 1921 is hij samen met J. Bertram vaandrig van Groep 1 [[Archipelgroep]] in Den Haag en wordt vlak daarna hopman. In november 1922 nam hij afscheid in verband met zijn vertrek naar Nederlands Indië. Hopman Koens neemt zijn taak over. Jakob neemt zich voor zich ook in Indië aan Scouting te verbinden. 


==Onderscheidingen en eretitels==
*Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (1946, koninkrijk der Nederlanden)<ref>[https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.02.32/invnr/892ED.6/file/00055046.PDF Kanselarij der Nederlandse Orden]</ref>

{{Bron|bronvermelding=

}}
{{beg}}

{{DEFAULTSORT: Graadt van Roggen, Jacob Frans}}

[[categorie:persoon uit de scoutinggeschiedenis]]