Rie de Balbian Verster-Bolderheij
Rie de Balbian Verster-Bolderheij was was een Nederlandse schilderes en voorzitter van de afdeling Amsterdam van het Nederlandsche Meisjesgilde.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Ze werd geboren als vijfde kind van Dirk Bolderheij en Cornelia Maria Christina Dreuzing. Zij trouwde op 17 april 1910[1] in Oisterwijk met historicus en journalist Jan François Leopold de Balbian Verster. Tussen 1910 en 1917 werden drie dochters geboren Nan Kitty en Flor. Ze kreeg ze als huwelijkscadeau een atelier aan de Prinsengracht in Amsterdam. Om zich verder als schilderes te ontwikkelen kreeg ze les van bekende schilders als Isaac Israëls en Willem Wenckebach. Ze legde zich voornamelijk toe op het schilderen van portretten en stillevens[2].
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
Rond 1921 werd zij, meegesleept door de geestdrift van haar dochters, padvindster en kreeg zij zitting in het bestuur van de afdeling Amsterdam, waar zij zich direct de taak oplegde om de zwakke plek, de financiën, te versterken. Ze bood aan ten bate van de kas een portret te schilderen dat verloot zou worden en waardoor de afdeling spoedig ƒ 1000 rijker was. Een jaar later bezorgde zij de kas een voordeel van ruim ƒ 3000 en met dat voortdurende steunen van de financiën legde zij de basis, waarop de afdeling kon voortbouwen. Hierdoor werd Amsterdam het centrale punt in het Gilde: in het Padvindstershuis, het vroegere museum Het Broekerhuis, was het hoofdbestuur en de Gildewinckel gevestigd. Door de afdeling Amsterdam werd het officieel orgaan het maandblad „De Padvindster" opgericht. Dat alles dankt het NMG aan het initiatief van mevrouw de Balbian Verster, die in 1923 mevrouw Cijfer als presidente van Amsterdam opvolgde[3].
Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen en referenties