Rijk van Gelder
Rijk van Gelder was de oprichter van de CJMV-padvinderij in Den Haag.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Geboren in Amsterdam als zoon van een diamantslijper[1] (en later goedsdienstonderwijzer). In 1907 werd hij gekeurd voor dienst in de Nationale Militie; hij werd afgekeurd vanwege lichte lichamelijke gebreken[2]. In 1918 was hij kantoorbediende van beroep. Trouwde op 18 april 1918 met Cornelia Rijndine Zwaal[3] (1892-1979) en gingen wonen aan de Valkenboskade 24 in Den Haag; samen krijgen zij twee zoons. In 1922 verhuisde het gezin naar de Veursestraatweg 22b in Veur (nu gemeente Voorburg-Leidschendam).
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
Hij startte bij de Haagse CJMV op 2 juli 1915 een padvindertroep, Troep 1. De bekende hopman Schaap assisteerde hem met de technische padvinderszaken. Vanaf het moment dat begon begon met de CJMV-padvinderij in Den Haag was het Spel van Verkennen binnen het christelijke gedachtegoed zijn kernbegrip. Hij wilde immers de jeugd “tot Christus brengen” met het Spel van Verkennen. Hij schreef een boekje en artikelen over die mix van christelijke waarden en het padvindersspel. Steeds weer diezelfde conclusie: het brengt jeugd op verantwoorde wijze bij elkaar, er is een beschermde omgeving met uitdagende activiteiten én je leert zelfstandig zijn en zelfstandig denken. Hij was behalve verkennersleider ook bestuurslid van de Haagsche C.J.M.V.-Padvindersvereeniging. In 1920 wordt hij hoofdredacteur van het blad De CJMV-padvinderij. Dat het na enige tijd niet allemaal koek en ei was, bleek uit de start in 1921 met een publicatie van het blad Padvindersleven, naast de bestaande padvinderspublicaties voor CJMV-padvinders; het blad komt uit tot in 1924. In 1928 schrijft hij nog een bijdrage in De CJMV-padvinder voor het 12,5-jarig bestaan van Troep 4 der Haagsche CJMV-padvindersvereeniging en is hij aanwezig bij de festiviteiten daarvoor. In 1929 publiceerde hij "C.J.M.V-padvinderij, De opgeschoten jongen in den C.J.M.V-padvinderstroep", uitgegeven door Vereeniging De C.J.M.V-padvinders in Nederland. In 1938 is hij waarnemend oubaas van de Orminstam van WIK-groep 2 (groep 36 NPV) in Den Haag, met zijn zoon Ane als stamcorrespondent[4]. Uiteindelijk wordt hij de beheerder van Ada's Hoeve in Ommen[5]. Na de Tweede Wereldoorlog komt hij niet terug in Ommen.
