Rope course
Rope Course is een Engelse term voor touwparcours. Een touwparcours bestaat uit een sluiting van verschillende bruggen. De bruggen worden gevormd met een boventouw voor de handen en een ondertouw voor de voeten.
Variaties
Hierin kan veel gevarieerd worden: bijvoorbeeld met houten balkjes/plankjes, auto binnen- of buitenbanden, laddertjes, hangende touwen als liaan, een evenwichtsbalk. Bij sommige bruggen is het spannender op het boventouw geheel weg te laten, terwijl voor kleinere kinderen een dubbel boventouw erg fijn is. Een springnet of tokkelbaan vormt het einde van de baan. Een net kan ook een leuke afwisselende verbinding zijn tussen bruggen. Om op een hogere brug te komen is het spannend om een banden- of touwladder te maken.
Voor diverse leeftijden
Al naar gelang de leeftijd maar vooral de lengte van de deelnemers wordt het parcours op aangepaste hoogte gebouwd. Boven de 2,5 meter wordt ten zeerste aangeraden om te zekeren. Boven de brug wordt hiertoe een staalkabel bevestigt waaraan de klimmer aan gezekerd kan worden. Door de vele kronkels waarin de klimmer zich beweegt is ook een helm gewenst.
Zekeren
Bij oudere deelnemers is de zekertechniek van Via ferrata het meest uitdagend. Bij jongere deelnemers is het raadzaam om een toprope zekering te maken. Nadelen van iedere manier van zekeren: bij het zelfzekeren van de Via ferrata moeten de deelnemers zelf actie ondernemen om zich vast te “klikken”. Het nadeel van toprope is dat bij elke overgang van bruggen iemand aanwezig moet zijn om de deelnemer los- en vast te klikken.
Voorbeelden van rope courses op evenementen
Op de NJ2004 en de Scout-In 2005 waren fraaie parcoursen tussen de bomen van landgoed Velder gemaakt. Er werd toen gebruik gemaakt van het toprope zekeren.
Tijdens de JubJam100 was er een Rope course op een nabij gelegen open veld. 16 grote houten palen zijn speciaal voor dit parcours in de grond gezet. 10 ankers zorgden ervoor dat de spanning op de bruggen constant bleef. Tijdens dit evenement is er voor gekozen om de Via ferratatechniek te gebruiken. De deelnemers moesten dit eerst op de grond oefenen voor ze in het parcours mochten. Dagelijks gingen zo’n 250 deelnemers over het 2 x 80 meter lange parcours. Aan het einde was daar de tokkelbaan die hen weer naar beneden bracht. Bij deze course is er voor gekozen om een startplatform te bouwen tussen de palen.
Verschillende type brug:
- Apenbrug; 1 boventouw en 1 ondertouw
- Indianenbrug; 2 boventouwen en 1 ondertouw
- Ladderbrug; aan twee boventouwen hangende laddertjes
- Schommelbrug; aan twee boventouwen hangende schommeltjes kort na elkaar of lange balken aan 1 boventouw in de lengte richting.
- Lussenbrug; 2 boventouwen met lussen om in te stappen.
- Bandenbrug; 1 of 2 boventouwen met binnenbanden of auto banden.
- X-brug; 1 boven- en ondertouw dat in het midden kruist.
- Evenwichtsbalk; al dan niet afgevlakte balk.
- Lianenbrug; 1 hoog boventouw met hangende touwen met 1 ondertouw.
- Touwladderbrug; horizontaal gespannen touwladder zonder boventouw.
- Slappe brug; 1 stak ondertouw en 1 slap boventouw.
- Kruipbrug; enkel 2 ondertouwen.
- Netbrug; een net, horizontaal (kruipen), verticaal of diagonaal (springen en klimmen) gespannen.
- Houtladder; een van pionierpalen gemaakte ladder horizontaal of als wokkel.
- Slackline; zeer moeilijk, af te raden bij een high course, 1 enkele ondertouw.
Advies
Het is aan te raden eerst aan de veiligheid te denken. Begin niet aan een touwparcours zonder afdoende training en kennis!
