Toomai van de Olifanten

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Toomai van de Olifanten
Originele titel
Toomai of the Elephants 
Auteur
Verzameling
Eerste uitgaven
 december 1893 

Toomai van de Olifanten is een kort verhaal uit de verzameling van het Jungleboek. Het is geschreven door Rudyard Kipling en werd in december 1893 voor het eerst gepubliceerd in het St. Nicholas Magazine.

Samenvatting[bewerken | brontekst bewerken]

Leeswaarschuwing; Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Kala Nag is een oude wijze olifant. Hij is naar de Garo-hevels gebracht om te helpen bij de jaarlijkse tocht om wilde olifanten te vangen om te kunnen temmen. Zijn bereider, Grote Toomai, heeft geen plezier in het werk maar omwille van zijn tien jarige zoon, kleine Toomai houdt hij vol. Kleine Toomai houd van olifanten. Hij geniet er van om in het kamp te leven. Als de Keddah (wilde olifanten) de palissade (omheining) in gedreven worden zit de jongen in de hoogste paal en schreeuwt en zwaait van plezier. Als een andere drijver zijn touw laat vallen, glijd hij naar beneden en loopt tussen de voeten van de grote dieren om het touw aan de drijver terug te geven.

Toomia’s vader is boos op hem maar als de opzichter Petersen Sahib er van hoort zegt die tegen de jongen, dat hij later een goed jager zal worden. Toomai vraagt aan de opzichter of hij weer naar de Keddah mag zegt Petersen dat hij zelfs naar alle Keddahs mag gaan “Als je de olifanten hebt zien dansen”. Daarmee bedoelde hij eigenlijk “nooit”. Ergens diep in de heuvels zijn wel afgeplatte stukken grond gevonden die ‘dansvloeren’ genoemd worden maar nog niemand had de olifanten ooit zien dansen.

Tegen het einde van het seizoen trokken de jagers naar de vlakten. ’s Nachts, in het kamp, ziet kleine Toomai dat Kala Nag wegglipt uit de omheining en het maanlicht in loopt. Toomai rent achter de oude olifant aan. Die pakt de jongen op en zet hem op zijn rug. Diep in de heuvels konen ze op een plek waar veel andere olifanten zijn. Samen starten de dieren met hun voeten te bewegen en stampen zo dat de vloer er van trilt. Ze dansen door tot het ochtendgloren.

Bij het krieken van de dag gaan ze allen hun eigen weg en Kala Nag brengt Toomai terug naar het kamp. Als hij het verhaal verteld wordt hij door de andere drijvers met ontzag onthaald. Ook de olifanten zijn vol van respect. Toomai heeft de olifanten zien dansen. [1]

Elephant Boy[bewerken | brontekst bewerken]

Het verhaal is de basis geweest voor de film Elephant Boy uit 1937. De film is gemaakt door ‘London films' in de Denham studios en in Mysore, India. De toen 13 jarige Indische acteur Sabu Dastagir maakte zijn film debuut in de rol van Toomai.

De film ging op 5 april 1937 in primiere in de Verenigde Staten en op 9 april 1937 in het Verenigd Koninkrijk. Documentaire maker Robert J. Flaherty schoot veel van het materiaal in India en regisseurs Zoltan Korda maakte de film af. Hij won de Best Director Award op het filmfestival van Venetië.

Elephant Boy (1937)

Bronnen en referenties

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.