Fred Quené was klerk bij het Amsterdamse waterleidingbedrijf, daarnaast was hij amateur veldbioloog, fotograaf en schreef hij artikelen over de natuur in De Padvinder.
Hij was de zoon van de smid en later handelsagent, Tomas Quené en Gerritdina Frederika van Altveer. Hij was 45 jaar werkzaam bij het Amsterdamse Waterleidingbedrijf. In zijn vrije tijd was hij een zeer kundig (amateur) veldbioloog en fotograaf. Hij was enige jaren secretaris van de toenmalige Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging, afdeling Amsterdam. Hij heeft leiding gegeven bij het realiseren van de grote tentoonstelling in Artis in 1926 ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van deze vereniging. Zijn eigen inzending over de natuur en fauna van de Waterleidingduinen van Amsterdam kreeg veel waardering.
Hij gaf ook lezingen en cursussen in het gebouw Ons Huis in de Jordaan in Amsterdam, waar ook Eli Heimans en Jac.P. Thijsse de toehoorders de liefde voor de natuur hebben bijgebracht. In aansluiting op de cursussen hield hij dan weer excursies. Naast de lezingen vond hij ook tijd voor het schrijven over de natuur. Voor de bladen De Levende Natuur en Natura schreef hij tal van artikelen en zorgde zelf voor de foto’s bij zijn tekst[1].