Anna Siedenburg: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 17: Regel 17:


==Levensloop==
==Levensloop==
Anna Margaretha Siedenburg was de dochter van Paulus Justus Siedenburg (1824-1892, landmeter, hoofdingenieur) en Raden Ajoe Moortiningroom, een Javaanse prinses (1850 – 1940). In 1884 ging Anna’s vader met pensioen en verhuisde het gezin naar Groesbeek. Hij overleed in 1892. Raden Ajoe heeft daarna onder andere in Apeldoorn bij Anna gewoond. In 1908 vertrok Raden Ajoe naar Java en dochter Anna kwam iets later. Anna was aangesteld als lerares Engels op de HBS in Malang. Moeder en dochter zullen waarschijnlijk in Malang samen hebben gewoond totdat Raden Ajoe op 22 april 1940 in Malang overleed en begraven werd op de Soekoen begraafplaats in Malang. Aan het begin van de oorlog woonde ze op koffie- en rubberonderneming Soember Manggis Kidoel bij Dampit. Ze werd in de oorlog geïnterneerd in kamp Lampersari op Java. Lampersari bestond uit een groot aantal kamponghuisjes en een school, gelegen aan weerszijden van de Lampersariweg in het oosten van Semarang. Alle vrouwen en kinderen moesten voor het eigen huis ’s ochtends en ’s avonds op appèl staan om te controleren of er niemand gevlucht was. Iedereen had een Japans cijfer gekregen dat je hardop moest roepen. De vrouwen moesten volgens een rooster patjollen (de grond omspitten), sprieten trekken, en ’s nachts wachtlopen. Vrouwen en oudere meisjes werden ongenadig hard geslagen door de Japanse en Koreaanse kampbewakers. Na de oorlog ging ze naar Nederland. Ze is overleden in Velp op 16 februari 1955.
Anna Margaretha Siedenburg was de dochter van Paulus Justus Siedenburg (1824-1892, landmeter, hoofdingenieur) en Raden Ajoe Moortiningroom, een Javaanse prinses (1850 – 1940). In 1884 ging Anna’s vader met pensioen en verhuisde het gezin naar Groesbeek. Hij overleed in 1892. Raden Ajoe heeft daarna onder andere in Apeldoorn bij Anna gewoond. In 1908 vertrok Raden Ajoe naar Java en dochter Anna kwam iets later. Anna was aangesteld als lerares Engels op de HBS in Malang. Moeder en dochter zullen waarschijnlijk in Malang samen hebben gewoond totdat Raden Ajoe op 22 april 1940 in Malang overleed en begraven werd op de Soekoen begraafplaats in Malang.  
 
Aan het begin van de oorlog woonde ze op koffie- en rubberonderneming Soember Manggis Kidoel bij Dampit. Ze werd in de oorlog geïnterneerd in kamp Lampersari op Java. Lampersari bestond uit een groot aantal kamponghuisjes en een school, gelegen aan weerszijden van de Lampersariweg in het oosten van Semarang. Alle vrouwen en kinderen moesten voor het eigen huis ’s ochtends en ’s avonds op appèl staan om te controleren of er niemand gevlucht was. Iedereen had een Japans cijfer gekregen dat je hardop moest roepen. De vrouwen moesten volgens een rooster patjollen (de grond omspitten), sprieten trekken, en ’s nachts wachtlopen. Vrouwen en oudere meisjes werden ongenadig hard geslagen door de Japanse en Koreaanse kampbewakers<ref>[https://www.s-i-d.nl/wp-content/uploads/2019/06/Achter-kawat-en-Gedek.pdf Achter-kawat-en-Gedek]</ref>.
 
Na de oorlog ging ze naar Nederland. Ze is overleden in Velp op 16 februari 1955.


==Scouting==
==Scouting==
In haar vrije tijd leidde ze bij de padvindsters de ‘Rode troep’. Ook hoppie Kerkhof en Zus Berghof waren leiding bij deze groep. Daarnaast was ze [[hoofdcommissaresse]] van het Meisjesgilde in Nederlands-Indië. Haar gildenaam was Oom (ook Oam). In 1941 vond in op het terrein van de Julianagroep van het meisjesgilde in Soerabaja een herdenkingsbijeenkomst voor Baden-Powell plaats, die begin januari in Kenia overleed. Meer dan 1000 scouts en padvindsters waren aanwezig. Mejuffrouw Siedenburg opende de bijeenkomst. Aan het begin van de oorlog schreef ze kaarten naar één van haar padvindsters Wies Durty van Haeften. Ook met de andere meiden van haar scoutinggroep (en vriendinnen van Wies) onderhield ze toen contact. In november 1946 deed ze een oproep in [[de Schalmei]] om ervaringen met Scouting in de kampen te delen.
In haar vrije tijd leidde ze bij de padvindsters de ‘Rode troep’. Ook hoppie Kerkhof en Zus Berghof waren leiding bij deze groep<ref>[https://digitalcollections.universiteitleiden.nl/view/item/776225?solr_nav%5Bid%5D=01b13ab73cbd99d6e071&solr_nav%5Bpage%5D=1&solr_nav%5Boffset%5D=13 KITLV A931 - Het clubhuis van scoutinggroep 'De roode troep' te Malang | Digital Collections (universiteitleiden.nl)]</ref>. Daarnaast was ze [[hoofdcommissaresse]] van het Meisjesgilde in Nederlands-Indië. Haar gildenaam was Oom (ook Oam). In 1941 vond in op het terrein van de Julianagroep van het meisjesgilde in Soerabaja een herdenkingsbijeenkomst voor Baden-Powell plaats, die begin januari in Kenia overleed. Meer dan 1000 scouts en padvindsters waren aanwezig. Mejuffrouw Siedenburg opende de bijeenkomst. Aan het begin van de oorlog schreef ze kaarten naar één van haar padvindsters Wies Durty van Haeften. Ook met de andere meiden van haar scoutinggroep (en vriendinnen van Wies) onderhield ze toen contact. In november 1946 deed ze een oproep in [[de Schalmei]] om ervaringen met Scouting in de kampen te delen<ref>[https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMKB14:002453025:00002&cql%5B%5D=%28alternative+all+%22weest+paraat%22%29&query=Java&coll=dts&sortfield=date&page=3&rowid=8 De schalmei; officieel orgaan voor besturen en leidsters van het Nederlandsche Meisjesgilde, jrg 17, 1946, no. 13, 1946 » 1946-11 - Pag. 2 | Delpher]</ref>.


==Onderscheidingen en eretitels==
==Onderscheidingen en eretitels==
In 1939 ontving ze de Zilvervis, de hoogste onderscheiding van de Padvindsters.
In 1939 ontving ze de Zilvervis, de hoogste onderscheiding van de Padvindsters<ref>De "Roode troep" op Koninginnedag in Malang [https://mapio.net/pic/p-25386081/ 1930]</ref>.
{{Bron|bronvermelding=
{{Project Scouts in de oorlog}}{{Bron|bronvermelding=
*[[vrijheidsnl:Anna_Siedenburg|Vrijheid.scouting.nl]]}}
*[[vrijheidsnl:Anna_Siedenburg|Vrijheid.scouting.nl]]}}
{{DEFAULTSORT: Siedenburg, Anna}}
{{DEFAULTSORT: Siedenburg, Anna}}


[[categorie:persoon uit de scoutinggeschiedenis]]
[[categorie:persoon uit de scoutinggeschiedenis]]

Versie van 12 feb 2023 17:14


Anna Margaretha (Anna) Siedenburg
 Oam 
Icon girl guide.svg
Geboorteplaats
Pasuruan ­Oost-Java ­Nederlands Indië
Geboortedatum
23 augustus 1882
Overlijdensplaats
Velp ­Gelderland ­Nederland
Overlijdensdatum
16 februari 1955
Bezig met het laden van de kaart...

Anna Siedenburg was hoofdcommissaresse van het Indische Meisjesgilde.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Anna Margaretha Siedenburg was de dochter van Paulus Justus Siedenburg (1824-1892, landmeter, hoofdingenieur) en Raden Ajoe Moortiningroom, een Javaanse prinses (1850 – 1940). In 1884 ging Anna’s vader met pensioen en verhuisde het gezin naar Groesbeek. Hij overleed in 1892. Raden Ajoe heeft daarna onder andere in Apeldoorn bij Anna gewoond. In 1908 vertrok Raden Ajoe naar Java en dochter Anna kwam iets later. Anna was aangesteld als lerares Engels op de HBS in Malang. Moeder en dochter zullen waarschijnlijk in Malang samen hebben gewoond totdat Raden Ajoe op 22 april 1940 in Malang overleed en begraven werd op de Soekoen begraafplaats in Malang.

Aan het begin van de oorlog woonde ze op koffie- en rubberonderneming Soember Manggis Kidoel bij Dampit. Ze werd in de oorlog geïnterneerd in kamp Lampersari op Java. Lampersari bestond uit een groot aantal kamponghuisjes en een school, gelegen aan weerszijden van de Lampersariweg in het oosten van Semarang. Alle vrouwen en kinderen moesten voor het eigen huis ’s ochtends en ’s avonds op appèl staan om te controleren of er niemand gevlucht was. Iedereen had een Japans cijfer gekregen dat je hardop moest roepen. De vrouwen moesten volgens een rooster patjollen (de grond omspitten), sprieten trekken, en ’s nachts wachtlopen. Vrouwen en oudere meisjes werden ongenadig hard geslagen door de Japanse en Koreaanse kampbewakers[1].

Na de oorlog ging ze naar Nederland. Ze is overleden in Velp op 16 februari 1955.

Scouting[bewerken | brontekst bewerken]

In haar vrije tijd leidde ze bij de padvindsters de ‘Rode troep’. Ook hoppie Kerkhof en Zus Berghof waren leiding bij deze groep[2]. Daarnaast was ze hoofdcommissaresse van het Meisjesgilde in Nederlands-Indië. Haar gildenaam was Oom (ook Oam). In 1941 vond in op het terrein van de Julianagroep van het meisjesgilde in Soerabaja een herdenkingsbijeenkomst voor Baden-Powell plaats, die begin januari in Kenia overleed. Meer dan 1000 scouts en padvindsters waren aanwezig. Mejuffrouw Siedenburg opende de bijeenkomst. Aan het begin van de oorlog schreef ze kaarten naar één van haar padvindsters Wies Durty van Haeften. Ook met de andere meiden van haar scoutinggroep (en vriendinnen van Wies) onderhield ze toen contact. In november 1946 deed ze een oproep in de Schalmei om ervaringen met Scouting in de kampen te delen[3].

Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]

In 1939 ontving ze de Zilvervis, de hoogste onderscheiding van de Padvindsters[4].

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.