Jacob Faber
Jacob Faber was districtscommissaris binnen de Padvindersvereeniging Nederland en de Nedelandse Padvinders.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Hij was de zoon van Jacob Faber en Geertruida Elisabeth Faber. Hij trouwt met Geertruida Gerardina Beetsma (1900, Castricum). Tijdens de oorlog was hij actief in de illegale pers. Hij werd in oktober 1944 hoofdredacteur van ACCU-VONKEN. Het moederblad De Accu werd door de radiotechnicus C. Plas en de rijwielhersteller F. Beumer uitgegeven met medewerking van de stenografen W. Stemmer sr. en jr., en de scholieren-op-nonactief J. Steilmeyer en M. Tulp. Naast een nieuwsblad werd behoefte gevoeld aan een orgaan dat oriëntering op politiek gebied bood. Hiertoe werden de ACCU-VONKEN uitgegeven. Jacob Faber werd als hoofdredacteur van ACCU-VONKEN in de staf opgenomen. De artikelen werden geschreven door dr. H. Brugmans, dr. A.N.J. den Hollander, J.G. Suurhoff, prof. dr. M. Valkhoff, F. Beumer en M. Tulp.
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
In 1922 was hij vaandrig van groep 4 in Amsterdam. Twee jaar later is hij hopman bij Groep 2 Oranje. Hij nam deel aan de 1e Gilwellcursus in 1923. In februari 1926 werd hij oubaas bij de Wolvenstam van de groep. In 1931 kreeg hij zijn erkenning als Oubaas en drie jaar later, in 1934, werd hij hier ook groepsleider. In 1935 werd hij assistent districtscommissaris voor voortrekkers bij het district Amsterdam. Hij woonde toen op Stadionkade 100. Hij was Oubaas tijdens het voortrekkerskamp in 1936. Tijdens de Wereldjamboree 1937 was hij hoofd van de kampdienst transport. In 1939 was hij districtscommissaris voor Amsterdam binnen de Padvindersvereeniging Nederland (PVN). Na de oorlog werd hij weer districtscommissaris in Amsterdam. Hij sprak onder andere tijdens een herdenkingsbijeenkomst op 11 mei 1945 in de Keizersgrachtkerk. Hij bracht toen de gevallen scouts in herinnering. De Heer Roest van Limburg, voorzitter van de Afdeling Amsterdam en commandant van de (Amsterdamse) BS, vertelde toen van zijn ervaringen bij het in veiligheid brengen van de Koninklijke Familie in 1940.
Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]
- Zilveren Jacobsstaf (Nederlandse Padvinders, 1955)