Wereldjamboree 1937
De Wereldjamboree van 1937 was de vijfde keer dat een wereldjamboree gehouden werd en vond in het Nederlandse Vogelenzang plaats. Het terrein groeide uit tot een Jamboreestad met 28750 verkenners en leiders uit 54 landen (alleen jongens, geen welpen). Voor de Nederlandse scoutingbeweging was dit een enorme opsteker. Veel groepen waren nog jong, kenden alleen hun eigen groepje en moesten in hun dorp opboksen tegen een negatieve stemming ("padvinderij, opschepperij"). Ook wist men niet veel van buiten het dorp, er was geen televisie en vrijwel niemand kwam in het buitenland. En daar liepen ze dan opeens tussen duizenden andere (top)verkenners uit de meest exotische landen, terwijl heel Nederland het Jamboreeliedje meezong.
Op het treinstation Vogelenzang, dat met extra perrons flink was vergroot, arriveerden de eerste dag zeventig treinen. De groepen marcheerden door de Bekslaan, onder de gepionierde toegangspoorten, naar het kampeerterrein. Er werd gekampeerd langs de duinen en bossen op de weilanden van het landgoed "Huis te Vogelenzang". Omdat er veel meer deelnemers hadden ingeschreven dan er plaats was, kampeerden de Nederlandse groepen op het nabijgelegen landgoed Woestduin op de paardenrenbaan.
Terrein[bewerken | brontekst bewerken]
Het jamboreeterrein was van noord naar zuid globaal 2,5 kilometer lang en gemiddeld één kilometer breed. Een verkenner die van subkamp I (uiterste zuidkant) naar subkamp X (noordelijkste punt) moest, was lopend zo'n 35 minuten onderweg! Het jamboreeterrein werd begrensd door aan de zuidzijde de provinciale weg N206 (in 1937 de Margarietenlaan geheten), aan de westzijde de duinen genaamd Zegveld, Panneland en Vinkenveld. Aan de noodzijde was de begrenzing vaag; aangenomen wordt dat deze grens ergens in de weilanden ter hoogte van landgoed Vinkenduin ligt. De oostgrens lag voornamelijk in de weilanden tussen de N206 en de Tweede Doodweg. Aan de noordoostzijde stulpte het terrein uit in het landgoed Woestduin. Aan de oostzijde liep het terrein helemaal over de Bekslaan naar het station. Er waren op het jamboreeterrein een paar terreindelen waar de padvinders niet mochten komen. Deze terreindelen lagen voornamelijk rond de woningen en boerenbedrijven die er toen op het landgoed waren. De twee belangrijkste daarvan waren het bos rond het Huis te Vogelenzang en de gronden bij de boerenbedrijven tegenover Woestduin. Het gebied ligt er tegenwoordig nog nagenoeg net zo bij als toen, hetgeen blijkt uit de herkenbaarheid van de ligging van de voormalige terreingrenzen van subkampen en gebouwen in en rond het terrein.
Het jamboreeterrein had vier ingangen:
- zuidzijde: kruising Tweede Doodweg - Margarietenlaan
- zuidoostzijde: bij het dorp Vogelenzang
- oostzijde: Bekslaan, direct na het station
- noordzijde: bij Woestduin
Subkampen[bewerken | brontekst bewerken]
Verdeling contingenten over de subkampen:
- Subkamp I: Nederland, Groot Brittannië, China, Denemarken (KFUM), Finland, Scouts de France, Luxemburg
- Subkamp II: Nederland, Groot Brittannië, Scouts de France, Luxemburg, Noorwegen
- Subkamp III: Nederland, Groot Brittannië, Eclaireurs de France, Noorwegen, Oostenrijk (kath.)
- Subkamp IV: Nederland, Groot Brittannië, Nederlands-Indië, België (BPBBS), France (EU), Noorwegen, Syrië
- Subkamp V: Nederland, Groot Brittannië, Tsjecho-Slowakije, Griekenland, Noorwegen, Zweden
- Subkamp VI: Nederland, Groot Brittannië, Letland, Luxemburg (FNEL), Noorwegen, Polen, Joegoslavië
- Subkamp VII: Nederland, Groot Brittannië, Armenië, Curaçao, Estland, Egypte, Hongarije, Iran, Japan, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg (FNEL), Mexico, Noorwegen, Portugal, Russische scouts, Saba, Thailand, Venezuela
- Subkamp VIII: Nederland, Verenigde Staten, België (BPBBS), Zwitserland
- Subkamp IX: Nederland, België (BPBBS), België (BdeB), Denemarken (DDS), Oostenrijk, Noorwegen, Roemenië, IJsland
- Subkamp X: Nederland
- Waterkamp
In elk subkamp was het Nederlandse contingent vertegenwoordigd. Ook Groot-Brittannië en Noorwegen waren in het merendeel van de subkampen vertegenwoordigd. Het grote contingent van de Verenigde Staten had zich niet verdeeld, maar was verzameld op subkamp VIII.
Programma[bewerken | brontekst bewerken]
Koningin Wilhelmina opende met Baden-Powell het kamp. Het duurde ruim anderhalf uur voordat het defilé van alle deelnemers voorbij was getrokken. Tot slot werd er een kolossale rally gehouden waarbij de volledige jamboreebevolking over de volle arenabreedte op de eretribune afstormde om vlak daarvoor te stoppen. Ook prins Bernhard kwam en werd onmiddellijk door de Zweedse contingentsleider, prins Gustaaf Adolf, enthousiast gemaakt voor het verkennen. Ze keken onder meer naar een show van vijfduizend welpen, die een dag op bezoek waren.
Langs de Bekslaan lagen de arena, de tentoonstelling, de markt en het theater, waar voorstellingen door deelnemende landen werden gegeven. Ook konden de deelnemers meedoen aan toeristische tochten en gingen naar het strand. De Zeeverkenners voeren via de Ringvaart naar de Kaag waar voor hen een aparte dag werd gehouden, waar ook Baden-Powell op bezoek kwam. De verkenners uit Nederlands-Indië hadden een grote partij bamboe meegenomen. Daarmee maakten ze de Pendopo. Dit gebouw behuisde een tentoonstelling van Indische gebruiksvoorwerpen. "Een koloniaal museum in het klein", schreef een krant erover.
Een hoogtepunt was het afsluitende grote kampvuur, in een duinpan waar meer dan twintigduizend verkenners zich verzamelden. De avond kon helemaal niet stuk toen prinses Juliana verscheen:
- "En daar komen Prins Bernhard en Prinses Juliana de kampvuurplaats binnen stappen! Het enthousiasme tart elke beschrijving. Alles vliegt omhoog en minutenlang is het een donderend gejuich. Tot de Tsjechen, die op het podium stonden, het Wilhelmus beginnen te spelen. Dan bedaart het rumoer en alles zingt mee. We gaan weer zitten. Ook Prins en Prinses zitten heel gezellig vooraan tussen de anderen in het zand" (logboek Katwijkse Schipper)
Onder de bezielende leiding van kampvuurleider Pom van Voorthuisen gaf een aantal landen een voorstelling.
- "Veel yells - maar goede - en veel zingen. Bij het "Faria, faria" begint de grote padvinderszee te deinen, heen en weer. En ook de hoge gasten zie ik onder het wiegen door, arm in arm heen en weer bewegen. Toch verdraaid aardig, dat iedereen zo mee doet. De Syriërs komen op met hun Oosterse krijgsdansen. De Schotten laten hun doedelzakken weer eens horen. De Fransen zijn razend vlug in gymnastische oefeningen ... Tenslotte de Indianen, die na de gewone Indiaanse dansen een prachtige dans uitvoeren, de Eagle-dance waarbij het gevecht tussen twee arenden uitgebeeld wordt. Gewoonweg enorm! De duizenden toeschouwers zitten met de grootste aandacht de bewegingen te volgen. Eindelijk liggen de twee arenden dood op de grond. Een geweldig applaus breekt los.." Aan het slot haalt de kampvuurleider een stuk hout uit het kampvuur, waarmee het eerste grote kampvuur op de volgende jamboree over vier jaar zou worden ontstoken.
Op deze Jamboree nam Lord Baden-Powell afscheid van Scouting, tijdens de sluiting met weer een typisch scoutingspektakel:
- "In plaats van de arena weer uit te marcheren, beginnen we in een grote spiraal al dichter en dichter in elkaar te draaien. Steeds meer padvinders marcheren de arena binnen en steeds compacter wordt de cirkelende padvindersmassa. Totdat eindelijk op deze wijze alle deelnemers geschaard staan rondom een grote raadrots.Ik sta er vlak bij. Door een haag van verkenners nadert Baden-Powell, gevolgd door alle contingentleiders, de raadrots. Hij bestijgt die, en heel gemoedelijk, met een hand in zijn zak, begint hij ons toe te spreken. Jammer genoeg kan ik er maar weer enkele gedeelten van volgen. Maar aan zijn gezicht en aan de grote aandacht van de luisterenden kan ik merken, dat het een ernstige en ontroerende redevoering is. Dan gaat de Chief een copie van de Jakobsstaf, het Jamboree-embleem, uitreiken aan alle contingentleiders en telkens gaat er een gejuich op onder de jongens van het betreffende contingent. Daarna nog enkele woorden van de grijze Chief en de Jamboree is officieel gesloten".
Baden-Powell wees op de betekenis van de staf: het is het éénarmige kruis, dat voor alle christenen de weg wijst. Het meerarmige kruis van de Jakobsstaf richt zich tot alle godsdiensten. De Jakobsstaf heeft 10 punten, evenveel als de padvinderswet.
- "De tijd is voor mij gekomen om jullie vaarwel te zeggen. Ik wens jullie een gelukkig leven toe. Je weet dat velen onzer elkaar nooit meer zullen ontmoeten op deze wereld. Ik ben in mijn eenentachtigste jaar en aan het einde van mijn leven. De meesten van jullie staan nog aan het begin en ik hoop dat jullie leven gelukkig en vol succes zal zijn.... Good-bye and God bless you all!"
Zo eindigde Lord Baden-Powell deze historische jamboree.
Organisatie[bewerken | brontekst bewerken]
Jamboreeleiding[bewerken | brontekst bewerken]
- Vice-admiraal b.d. J. J. Rambonnet, Staatsraad, Hoofdverkenner, Leider
- Generaal-majoor b.d. H. Behrens, wnd. Hoofdcommissaris, plv. Leider
- Lt. kol. b.d. C. W. Becking, penningmeester
- A.G. Hartman, secretaris technische diensten
- H.J. Spijkerman, secretaris Nationaal Hoofdkwartier
- Assistenten
- Ir. C. Beets, voorzitter PVN
- Ph. Baron Van Pallandt van Eerde, hoofdkwartiercommissaris
- Ir. J.R. de Jong, deputy camp chief
- B. van Slobbe
- G. Mante, hoofdkwartiercommissaris
- J.G.A. van Medenbach de Rooij[1]
- B.M. van Griethuysen, assistent-secretaris
Kampleiding[bewerken | brontekst bewerken]
- Lt. kol. b.d. A. Blussé van Oud-Alblas, districtscommissaris, kampleider.
- Mr. R. Höppener, hoofdkwartiercommissaris voor KV, plaatsvervangend kampleider.
- Chr. Stokhuyzen, districtscommissaris, assistent-kampleider.
- Subkampleiders
-
- Ir. Q. Laumans, districtscommissaris
- Mr. P. van Kleffens, districtscommissaris
- Dr. L.F. Oudendal, assistent-districtscommissaris
- L.H.C. baron van Randwijck, districtscommissaris
- Ir. P. Telder, hoofdkwartiercommissaris
- M.C. de Jong, districtscommissaris
- Ir. C.J. Hartman, districtscommissaris
- H.J. van Harderwijk, deputy camp chief
- Mr. F.B.I.M. Janssens, districtscommissaris
- ‘Woestduin’; A. Oosterlee, hoofdkwartiercommissaris
- ‘Waterkamp’: J.J. Ellerman, assistent-hoofdkwartiercommisasris
Kampdiensten[bewerken | brontekst bewerken]
- Bouw kamp
- A.H. van Leeuwen, Architect, hoofdkwartiercommissaris
- A.G. Hartman
- Excursies
- F.J. Rambonnet
- Fred Meijers, assistent-hoofdkwartiercommissaris
- Geneeskunde
- Dr. L.S. Hannema, Leider
- Dr. L.C. Kersbergen
- Dr. A.A.G. Land
- Dr. W.B. Smit
- Dr. G.W. Tromp
- Godsdienst
- Dr. A.C. Ramselaar, Rooms-katholiek
- Ds. W.M.A. Kalkman, andere godsdiensten.
- Kampkrant (Jamboree-Post)
- Ton Koot, Hoofdredacteur
- J.A. van Schijndel, Chef fotoredactie
- F. Haydn Dimmock, Chef Engelse redactie
- A.M.E. Grabowsky, Chef vertalingsdienst
- Drukkers: ‘N.V. Oprechte Haarlemsche Crt.'
- Materiaal en Magazijndiensten
- W. Fuyt, Ing, Leider
- Delftsche Zwervers
- Ontvangst
- P.P.C. van Rijen, districtscommissaris
- Pers, Propaganda en Verkeer
- C.R.T. baron Krayenhoff, Leider
- M.C. Westerman
- Mr. E. Lamers
- W.G. Kuyck, Radio, Foto en Film.
- Mr. Hein van der Kallen, Persontvangst
- E. A. Schüttenhelm, Administratie
- Transport
- J. Faber, districtscommissaris
- J.J. van den Bosch[1]
- Veiligheid en Verkeer
- K.H.E. Ladestein, Insp. (in kamp}
- Vermakelijkheden
- Mr. J. Hoog, Leider
- Titus Leeser, Theater
- J. Schaap, Demonstraties
- A.E. van Voorthuisen, Kampvuren
- H.M. Rozendaal, Ned. demonstraties
- Voortrekkerskamp
- N. Koelink, Kampleider
- M.C. Verkaik, Administratie
- Voeding
- Lt. Kol. b.d. E. Kools, Leider
- J.J. Buitendijk, Assistent
- F. Jansen, Assistent
- Welpendagen
Bestuur[bewerken | brontekst bewerken]
van de Stichting ‘Wereld-Jamboree 1937, Bloemendaal-Vogelenzang'
- Vice-admiraal b.d. J.J. Rambonnet, Staatsraad, Hoofdverkenner
- Voorzitter. Generaal-majoor b.d. H. Behrens, wnd. Hoofdcommissaris, plv. voorzitter
- Lt. Kol. b.d. C.W. Becking, secretaris-penningmeester
- Mr. R. Höppener, hoofdkwartiercommissaris voor de Katholieke Verkenners
- A. Oosterlee, hoofdkwartiercommissaris voor Verkenners
- Prof. Dr. J.E. de Quay, assistent-hoofdkwartiercommissaris voor de Katholieke Verkenners
- Ir. P. Telder, hoofdkwartiercommissaris voor Oud-Padvinders.
- Regeringsgedelegeerde
- Ir. J.F. van Hoytema
- Medewerkers aan de voorbereiding
- Mevr. D. Bosscher-Conijn, Welpendagen
- Mej. N. Lind, Welpendagen
- International Bureau, Londen
- Mr. L.L.F. André de la Porte, Logies
- Ir. T.J. Bezemer, Werkregeling kampdiensten
- Mr. A. Fens, Buitenland
- C.W. van Hasselt, Commerciële aangelegenheden
- Ir. J.H. Heimbach, Werkregeling kampdiensten
- Ton Koot, Interne pers en propaganda
- Dr. P.Th. Posthumus Meyjes, Spoorwegen
- B. Swaab de Beer, Commerciële aangelegenheden
- Mr. F.J.D. Theyse, Juridisch adviseur
- Kol. b.d. F.C. Thomson, Excursies
Beeldmateriaal[bewerken | brontekst bewerken]
Willy Vandersteen droeg in 1988 zijn laatste Suske & Wiske album op aan Scouting. de helden van het verhaal reisde naar het terrein en de tijd van de Wereldjamboree 1937 in vogelenzang en ontmoeten Lord Baden-Powell en H.M. Koningin Wilhelmina en vele scouts.
.
Film in drie actes over de Wereldjamboree 1937, gehouden in Vogelenzang. | |
Jamboree is in aantocht - Indische padvinders in Amsterdam | |
Jamboreestad | |
Jamboree in aantocht - aankomst van het Nederlands-Indisch contingent padvinders |
Externe links[bewerken | brontekst bewerken]
- Tekst en muziek van het Jamboreeliedje 1937
- In negentien drie zeven
- Het navigatie-instrument 'de jakobsstaf' (Engels)
Bronnen en referenties
- Het logboek van de Katwijkse Schipper Huib van der Maaden
- Jamboree logboek 1937 officieel gedenkboek