Wereldjamboree 1933
De 4de Wereldjamboree (Hongaars; 4. Cserkész Világdzsembori) startte na een voorbereiding van 2 jaar op 4 augustus 1933, in de stad Gödöllő, zo’n 25 kilometer ten noordoosten van de Hongaarse hoofdstad Boedapest. De jamboree werd georganiseerd door de Hongaarse organisatie Magyar Cserkészszövetség. Er nemen 25.792 scouts uit 46 landen en territoria deel aan het kamp dat duurde tot 16 augustus.
Het jamboreeterrein lag rondom het koninklijk paleis, dat ooit het favoriete paleis van de Hongaarse Koningin Elisabeth (van Oostenrijk - “Sisi” ) was.
Het was de een-na-laatste jamboree waar scouting oprichter Robert Baden-Powell aanwezig was. Het kamp overlapte deels met het “Wereldkamp” van de World Association of Girl Guides and Girl Scouts, Pax Ting, eveneens in het koninklijke bos te Gödöllö.
Baden-Powell en de staatshoofd, Regent van Hongarije, Miklós Horthy, spreken de scouts toe vanaf een verhoging voor een tribune waar 5000 gasten op paste, tijdens de openingsceremonie. Het kamphoofd was de voormalige en aanstaande premier van Hongarije, hoofdverkenner, graaf Pál Teleki.
De jamboree was bijzonder omdat deze editie de eerste was waar ook luchtscouts aan deelnamen. Onder hen piloot László Almásy ( voorbeeld voor “The English Patient”). Tevens was er een bijeenkomst van de Esperanto sprekende scouts Skolta Esperanto-Ligo.
De scouts verbleven in tien subkampen, er was een kamp postkantoor, een ambulancedienst en een ziekenboeg, een stoomtrein met station en een elektrische tram met 4 stations. Dagelijks was er een uitgaven van de jamboreekrant “Magyar Cserkész” in het Hongaars, Engels, Frans en Duits met bijlage in andere talen.
Iedere aanwezige buitenlandse scout kreeg een Hongaarse “Neef” toegewezen die als tolk en gids optrad. Zij drogen hun taalvaardigheden op een badge boven de borstzak.
Ongeveer 365.000 mensen bezochten de jamboree waaronder 100.00 uit de nabijgelegen stad Gödöllö en omliggende districten.
Passend bij zijn toewijding aan scouting en Hongarije werd Kamphoofd Pál Teleki (overleed op 3 april 1941) op het terrein begraven.
Witte Hert[bewerken | brontekst bewerken]
Het witte Hert in het embleem van de jamboree komt uit de Hongaars mythologisch en was het symbool van het land.
In getallen[bewerken | brontekst bewerken]
- 160 ha
- 5363 tenten
- 9 waterputten
- 14 km waterleiding
- 13.000.000 liter water gebruikt
- 365.000 bezoekers
- 6213 keer EHBO
- 75783 telefoongesprekken
- 3134 telegrammen ontvangen
- 1805 telegrammen verstuurd
- 319746 brieven verzonden
- 240592 briefkaarten verzonden
- 112048 brieven en briefkaarten ontvangen
- 393 uur radio
- 844 extra treinen
- 80 ton goederenvervoer per dag
- 220 passagiersvluchten van eigen vliegdienst
- 1.668.000 Pengő inkomsten (ongeveer 333.600 Dollar)
- 1.660.000 Pengő uitgaven (ongeveer 332.000 Dollar)