Kamperen

Een artikel over kamperen lijkt misschien voor een Scout wat overbodig omdat zij dat met regelmaat doen.

Maar juist om die reden is het zeer belangrijk om een dergelijk artikel op Scoutpedia te hebben.

“Kamperen is een vorm van openluchtrecreatie waarbij men in een tent, caravan, camper, tenthuisje of ander relatief eenvoudige recreatiewoning op een buitenterrein verblijft meestal één of meerdere nachten. Er zijn speciaal daarvoor ingerichte locaties zoals kampeerterreinen of campings.” [1]

Kamperen werd voor 1910 enkel gedaan door zwervers en soldaten. Robert Baden-Powell bracht hier verandering in toen hij op kamp ging met een groep jongeren uit Oost-Londen. Het begin van Scouting. Tegenwoordig kamperen er gezinnen uit allerlei lagen van de bevolking. Sommige blijven in eigen land maar vaak worden ook buitenlandse campings aangedaan op de jaarlijkse vakantie.

In Nederland is het niet toegestaan om te kamperen op openbaar gebied. In de volksmond heet dit wildkamperen. Het verbod op wildkamperen staat in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeenten.

Daar staat beschreven dat;

“Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten kampeerterreinen waarvoor een vergunning, vrijstelling of ontheffing etc. is verleend”

Paalkampeerterrein

paalkampeerterreinen, zijn terreinen van Staatsbosbeheer waar 'wild' gekampeerd mag worden. Ze liggen in het bos of aan de bosrand, vlakbij lange-afstandswandel- en fietsroutes en zijn niet per auto bereikbaar. De naam slaat op de palen die zich op de terreinen bevinden. Er is plek voor maximaal drie trekkerstenten

Labelterreinen

Labelterreinen zijn kampeerterreinen specifiek bedoeld voor scoutinggroepen. Het label is een keurmerk voor de aangesloten terreinen, zo moeten ze om aan een label te komen aan een groot aantal richtlijnen voldoen. Het beheer van de terreinen is in handen van vrijwilligers die vaak ook lid zijn van Scouting Nederland.

Frietbuil

Scouts op hike of bivak slapen regelmatig in een frietbuil. Deze zijn lit en snel op te zetten in een veld of bos. Slapen doet men in een slaapzak op een iso-matje soms op de “kale” grond. Koken doet de Scout het liefst op een houtvuur als dit toegestaan is.

Tent

Doorgaans wordt kamperen in een tent beschouwd als “Echt” kamperen. Diverse modellen staan ter beschikking van de kampeerder. Grote Bungalows met slaapcabines of kleine trekkerstentjes waar je niet in kan staan.

Voor het slapen wordt vaak een iso-matje of luchtbed gebruikt. Minder warm maar wel comfortabeler is de stretcher.

Koken gebeurt vaak op een gasstel dat eveneens in grote en luxe varieert.

Vouwwagen

Een luxere variant van de tent, is een vouwwagen. Een opklapbare tent met vaste bedden en een keukenblokje. Dit alles is gemonteerd op een aanhangwagentje.

Caravan

een caravan of “Sleurhut” is voor de wat minder primitieve kampeerder. De verrijdbare kampeerwagens zijn vaak uitgerust met een verwarming, keuken vaste bedden en soms een “natte cel”. Een toilet en/of douche.

Camper

De camper is de zelf rijdende versie van een caravan. Met alles er op en eraan rijden ze in alle formaten rond. Van zelfbouw tot grote fabriekswagens. Vaak enkel te besturen met een speciaal rijbewijs.

Kamperen in Europa

Voor een grote hoeveelheid aan kampeerterreinen in Europa.