Jacob van der Kop
Jacob van der Kop was officier bij het Korps Mariniers en bestuurslid van de Nederlandsche Padvindersbond en De Nederlandse Padvinders.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Op 1 september 1885 werd hij toegelaten als adelborst der 3de klasse bij het Korps Mariniers bij het Koninklijk Instituut voor de Marine in Willemsoord[1]. Vervolgens klom hij in Nederland door de rangen en werd in 1894 als 1ste luitenant naar Nederlands-Indië gezonden[2]. In 1897 keerde hij weer terug naar Nederland[3]. In 1905 werd hij bevorderd tot kapitein[4]. Op 1 juli 1907 verliet hij de dienst wegens lichaamsgebreken, onder toekenning van pensioen[5].
Hij deed mee aan de Olympische Spelen van 1908 op de onderdelen pistool 50 yard individueel en team[6].
In 1915 was hij betrokken bij de oprichting van het Landstorm Motorboot- en Automobielkorps[7].
Op 19 januari 1899 trouwde hij met Antje Alida (Moggy) van Sillevoldt, zij was toen 26 jaar. Zij overleed 19 april 1927[8]. Hij hertrouwde op 5 december 1927 met Antonia Marijt, geboren 10 januari 1901 in Amsterdam[9]. Op 11 juni 1929 werd hun zoon Koos (Jacobus) geboren[10].
De laatste maanden van zijn leven zat hij gevangen in Kamp Vught. Waarschijnlijk in het deel van het kamp dat na de bevrijding in gebruik was genomen voor de internering van duizenden van collaboratie verdachte Nederlanders. Waarvan hij verdacht werd is niet duidelijk. Wel is bekend dat hij begraven werd op het aan het Kamp verbonden begraafplaatsje[11]. Antonia was ook tot november 1945 gevangen in Kamp Vught[12]. Koos emigreerde na de oorlog naar Canada[13]. In 1968 werd Jacob herbegraven op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn[14]. Tot 1980 woonde Antonia in Soest[15], vervolgens emigreerde zij ook naar Canada.
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
Hij was vanaf april 1911 voorzitter van de Kennemer Padvinders[16][17]. Hij was vanaf mei 1913 bestuurslid van de Nederlandsche Padvindersbond[18]. Na de fusie werd hij lid van het hoofdbestuur en districtscommissaris in algemene dienst bij De Nederlandse Padvinders[19]. Vanaf december 1916 was hij ondervoorzitter van de NPV[20]. Hij was dit niet meer onder Jean Jacques Rambonnet.
Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen en referenties
- ↑ De Staats-Courant. De standaard 30-07-1885
- ↑ Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage 20-06-1894
- ↑ Batavia, 26 Juli. De Locomotief, 26-07-1897
- ↑ ZEE- EN LANDMACHT. Algemeen Handelsblad, 30 juni 1905
- ↑ MARINE EN LEGER. Het Nieuws van den Dag : Kleine Courant, 31 mei 1907
- ↑ Sports Reference
- ↑ Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage 16 november 1915
- ↑ Algemeen Handelsblad, 20 april 1927
- ↑ Overgenomen delen Amsterdam
- ↑ Collectie van der Kop
- ↑ Nederland op de Spelen 1908 Londen Schieten
- ↑ Nijmeegsch Dagblad 7 november 1945
- ↑ de nalatenschap van de familie van der kop
- ↑ Find a Grave
- ↑ NRC Handelsblad, 13 september 1980
- ↑ Het Padvindersblad, jaargang 1, 1914-1915, nummer 27, 4 december 1914
- ↑ Nieuwe Haarlemsche Courant, 30 maart 1912
- ↑ De Padvinder, jaargang 3, 1913, nummer 121, 3 mei 1913
- ↑ Het Padvindersblad, jaargang 2, 1915-1916, nummer 29, 17 december 1915
- ↑ PADVINDERIJ. De Nederlandsche Padvinders. Algemeen Handelsblad