Nico Koelink was slager, oubaas, hoofdkwartiercommissaris voor Voortrekkers van de Katholieke Verkenners en kampleider van het voortrekkerskamp op de wereldjamboree in 1937.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Hij was een zoon van de slager Nicolaas Gerardus (Nico) Koelink en Brechtje Olie. Hij trouwde met Anna Thuring[1]. Op 1 maart 1949 was hij genoodzaakt om zijn bedrijf genaamd Gooische Vleeshouwerij en Varkensslachterij te sluiten[2]. Later werd hij manager van een C&A-vestiging[1].
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
In 1936 was hij deelnemer van de eerste gilwellcursus voor voortrekkersleiders

Eerste Gilwell-cursus te Ommen voor voortrekkersleiders in 1936
Bovenste rij: 5de van rechts mr. Pim Uiterwaal. Onderste rij: 5de van rechts Jan Wijgerinck, 6de van rechts Nico Koelink, 3de van links prof. dr. Han Fortman
Bovenste rij: 5de van rechts mr. Pim Uiterwaal. Onderste rij: 5de van rechts Jan Wijgerinck, 6de van rechts Nico Koelink, 3de van links prof. dr. Han Fortman
Tijdens de wereldjamboree van 1937 in Vogelzang was hij kampleider van het voortrekkerskamp. In september 1946 werd hij hoofdkwartiercommissaris voor voortrekkers[3].
Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]
- Zilveren Jacobsstaf (KV, 1955)