Tsofioeth

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Tsofioeth was de naam van de padvinders-afdeling van de Joodse Jeugdcommissie in Amsterdam.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de oorlog bestonden er in Nederland verschillende Joodse gesloten groepen. Met de oorlog verdwenen deze groepen en de doorstart die de groepen van de NPV konden maken na de oorlog, was voor de joodse groepen ondenkbaar. Veel leden en leiders waren gedeporteerd en vermoord. De enige groep  die na de oorlog het hoofd weer boven water kon heffen was de Haagse T.O.P. groep.

Onder Joodse jeugdleiders bleef de belangstelling voor Scouting bestaan. De na de oorlog gevormde Joodse Jeugdcommissie in Amsterdam stond voor de gigantische taak om het overschot aan joodse kinderen weer samen te brengen in jeugdverenigingen. Hier konden de kinderen leren dat joods-zijn niet alleen betekent: bloot staan aan verschrikkelijke vervolgingen. In de zomer van 1946 vroeg de Jeugdcentrale aan de NPV of ze een gesloten groep mochten oprichten. De organisatie was, net als elke joodse organisatie, Zionistisch ingesteld. Ze richtte haar leden op wat toen nog Palestina heette en wilden hun belofte bij de installatie ook op die manier inrichten. Dit bleek in verband met de spelregels van de NPV niet mogelijk.

De Joodse Jeugdcommissie koos er daarna voor om een padvinders-afdeling op te richten. Het installatieteken werd een Dagen. Er werden geen insignes van de NPV overgenomen en in plaats van een hoed werd een baret gedragen. De organisatie werd Tsofioeth (Hebreeuws voor padvinderij) genoemd.  Er was veel belangstelling en al snel kwamen er in Amsterdam twee verkennerstroepen en een meisjesvendel.  Met welpen werd door de omstandigheden pas later begonnen omdat deze kinderen op 4-5 jarige leeftijd in concentratiekampen gezeten hadden.

Na de erkenning van de staat Israël door Nederland in 1949, besloot ook de Haagse TOP groep zich exclusief te gaan richten op Israël. De Haagse en Amsterdamse joodse scoutinggroepen verenigden zich in de Vereniging ‘De Joodse Padvinders in Nederland’, een sub organisatie van de Joodse Jeugdcommissie. De organisatie werd door de NPV als bonafide erkend. Op 7 mei 1949 besloot het bestuur van de NPV de organisatie ‘te beschouwen als een bona fide, niet erkende organisatie, waaraan zij medewerking wil verlenen’.  Ze mochten in de ScoutShop goederen betrekken, waaronder insignes, met uitzondering van installatie-, burger- en hoed-insignes. De organisatie koos voor het Israëlische padvindersinsigne, een Davidster en de pijlpunt[1].

Eduard Izaks was Commissaris der Joodse Padvinder.[2]

Speltakken[bewerken | brontekst bewerken]

De groep heeft de volgende speltakken:

  • welpen
  • scouts
  • voortrekkers

Motto[bewerken | brontekst bewerken]

היה נכון (Hejee nàgo'n, Weest paraat)

Belofte[bewerken | brontekst bewerken]

Op mijn eer beloof ik ernstig te zullen trachten:
Mijn plicht te doen tegenover GD, mijn volk en mijn land;
iedereen te helpen waar ik kan;
en onze padvinderswet te gehoorzamen.

Wet[bewerken | brontekst bewerken]

Een Tso'fee houdt woord;
Een Tso'fee is trouw aan de Thora, zijn volk, zijn land, zijn taal;
Het is de plicht van een Tso'fee zich nuttig te maken en anderen te helpen;
Een Tso'fee is een vriend voor allen en een broeder voor alle andere Tso'fiem;
Een Tso'fee is ridderlijk;
Een Tso'fee is een dierenvriend en beschermt de natuur;
Een Tso'fee weet orders te gehoorzamen zonder tegenspreken;
Een Tso'fee glimlacht en fluit onder alle moeilijkheden;
Een Tso'fee is spaarzaam;
Een Tso'fee is rein in gedachten, woord en daad.

Activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.