Woudlopers (Mechelen)
Woudlopers (Mechelen) is een scoutinggroep voor jongens in Mechelen. De Woudlopers maken deel uit van District Dijle.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
In 1930 belandde een nieuwe onderpastoor, E.H. Jozef Vleugels, in de parochie van Onze Lieve Vrouw over de Dijle te Mechelen. Van huize uit was hij begaan met het lot van de jeugd die hun vrije donderdag- en zondagnamiddag doorbrachten in het patronaat. Vleugels vertelde die jongens over de nieuwe jeugdbeweging die Baden-Powell had opgericht, en over de scoutsgroep die hij reeds in Grobbendonk had opgericht. Vleugels wist het zo mooi aan de jongens te brengen, dat niet alleen zij, maar ook de Pastoor-Deken gewonnen waren voor het toch wel vreemde gedoe van de Padvinderij.
Het eerste lokaal van de nieuwe scoutstroep situeerde zich op de eerste verdieping van de broederschool achter de Sint-Jozefkring in de OLV-straat 94. Het is aan die kringnaam te wijten dat de scoutstroep Sint-Jozef Eenheid werd genoemd. Een groepsvlag werd besteld en op zondag 24 april 1932 werd die plechtig gewijd.
Na een periode de gele verbondsdas te hebben gedragen, schakelde men over op eigen groepskleuren: een blauwe halsdoek met zwarte boord.
Tegen 1939 werd men in het oude patronaatsgebouw het lawaai van de scouts stilaan moe. Ook de scouts wilden weg uit het patronaat bij gebrek aan plaats voor de steeds groeiende groep. In die periode kwam de parochiële turnzaal in de Louisastraat vrij. De turnzaal werd opgeknapt onder leiding van Leo Beeck, de derde groepsleider, en op 28 januari 1940 werd de zaal plechtig ingehuldigd.
In de naoorlogse periode zakte zowel het aantal leden als leiders echter tot een bedenkelijk aantal. Daarbij kreeg Frans Maes II in 1954 ook de trouwkoorts te pakken en nam ontslag als groepsleider én scout. Niemand achtte zich geroepen tot het groepsleidersschap. Er werd door enkele overgebleven Seniorverkenners aan aalmoezenier Feremans gevraagd om de troep dan maar volledig op te schorsen. In alle stilte werd er gezocht naar een geschikt persoon om de scoutstroep van de ondergang te redden. Uiteindelijk vond men een hopman uit Lokeren die in Mechelen woonde aan de Schuttersvest en bereid was de groep terug op te starten. Hij heette Juul Segers, en stelde wel enkele eisen, waaronder een nieuwe naam voor de groep. Sint-Jozef was niet "scoutsachtig" genoeg. In 1954 veranderde de naam van de groep naar Woudlopers. Dankzij het werk van Juul Segers mocht men in 1956 al twee welpenhorden van elk 30 jongens inschrijven en noteerde de jongverkennerstroep het veertigste lid.
Jaren later, na de zoveelste halsdoekwisseling in de geschiedenis, verkozen de Woudlopers een rode doek met zwarte boord als groepsdas.
Takken[bewerken | brontekst bewerken]
De groep heeft de volgende takken:
- Kapoenen - 6 tot 8 jaar
- Welpen - 8 tot 11 jaar
- Jongverkenners - 11 tot 14 jaar
- Verkenners - 14 tot 17 jaar