In het najaar van 1945 is er binnen de gereformeerde kerkgemeenschap in Renkum een nieuw fenomeen, de padvinderij onder leiding van hopman N. Jansen en de vaandrigs J. Aalbers, F. Rothuizen en W. Snoek. Evangeliste Annie Geleijnse nam als akela de begeleiding van de welpen[1] op zich. Het idee voor deze groep werd gelanceerd door de Arnhemse dominee J. Overduin[2], die in concentratiekamp Dachau een rooms-katholieke priester enthousiast over deze tak van jeugdwerk had horen vertellen. De gereformeerde Briniogroep in Renkum had haar groepshuis op het terrein westelijk van de kerk aan de Utrechtseweg 93 in Renkum. De groep ging, mede door de negatieve waardering van de kerkenraad, in maart 1949 ter ziele.