Haschomrim (Den Haag)
Haschomrim (Den Haag) was een joodse scoutinggroep in Den Haag/Scheveningen.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
In september 1915 werd in Den Haag/Scheveningen een joodse padvindersgroep opgericht[1]. Er was een afdeling voor jongens (boy scouts) en voor meisjes (girl scouts). Ze gaven weekblad ´Het joodse schild´ uit. De commando’s werden in het Hebreeuws gegeven, maar de belofte werd in het Nederlands afgelegd[2]. De groep ging wekelijks op zondag naar de duinen. Hugo Singer was hopman van deze groep en Fredy Finkelsteijn een van zijn assistenten. Jakob Neuberger was hier actief. In juni 1917 kreeg de groep op feestelijke wijze het vaandel uitgereikt op het oefeningsveld bij het pompstation in de duinen bij Scheveningen. Mevrouw Fischer was de donatrice van het vaandel[3][4]. Sylvain Russ was in 1918 voorzitter van de groep. Prins Hendrik bezocht in juni 1918 de groep en hierbij waren vijf andere groepen uit Den Haag aanwezig[5]. In april 1919 sloot de groep zich formeel aan bij de Joodsch Nationale Padvinders Organisatie Haschomrim (JNPO)[6][7]. Louis Verveer werd in datzelfde jaar lid van de groep. Er waren veel Belgische jongens lid want door de Eerste Wereldoorlog zaten in Den Haag veel Belgische joden.
Na het zomerkamp in 1920 nam hopman Singer in december 1920 afscheid, omdat hij naar het buitenland vertrok. Jakob werd hierbij als hopman geïnstalleerd[8]. Louis Verveer was patrouilleleider bij de groep en gaf aan de heer Singer een afscheidscadeau en A. Adler sprak namens de patrouilleleiders. Louis Verveer werd bij deze gelegenheid als tweede vaandrig en Levie Hamme als ass. leider van het opleidingsvendel geïnstalleerd door de nieuwe hopman Jakob Neuberger. In 1920 was de groep in Den Haag de enige JNPO groep in Nederland, maar vlak daarna werd er ook in Rotterdam een groep opgericht[9]. In juni 1921 probeerde de groep een oudercomité op te richten[10][11]. In maart 1922 nam Neuberger in verband met studie afscheid van de groep[12]. Jacob wordt opgevolgd door de heer Van Thijn, technisch student in Delft, die hopman werd[13]. Isaac van Reis, secretaris van het hoofdbestuur van het JNPO, is bij het afscheid aanwezig. In 1936 verscheen in de krant een bericht waarin genoemd werd dat Bernard Gompers oud-hopman was van de JNPO[14] en mogelijk de opvolger van de heer Van Thijn. Na 1922 verschenen er geen berichten meer in de krant over deze groepen.
Veel van de leden van deze joodse Scoutinggroep kwamen om in de Tweede Wereldoorlog.
Speltakken[bewerken | brontekst bewerken]
De groep had de volgende speltakken:
- Boy scouts
- Girl scouts
Activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]
In 1919 ging de groep met 20 scouts op kamp naar de bosrijke omgeving in Arnhem waar ze samen met de Arnhemse scouts van groep IV kampeerden. De Arnhemse groep kwam enige tijd later naar Den Haag waar ze onder leiding van de Arnhemse hopman Jaap Cohen, de joodse afdeling van de NPV, een week in de Scheveningse duinen kampeerden[15][16][17][18][19].
In de zomer van 1920 ging de groep op kamp naar België en bezocht Antwerpen, Brussel en Spa in de Belgische Ardennen. Ze waren te gast bij joodse padvinders in Antwerpen. Er werd gekampeerd bij Brasschaat en bij gastgezinnen geslapen. Abraham van Rijs, patrouilleleider David Viskoper en Wijnbergen waren als scouts mee op kamp[20][21][22].
In de zomer van 1921 gingen de joodse scouts uit Scheveningen en Rotterdam voor een veertiendaags kamp naar Engeland[23].
Door de groep werden de diverse joodse feesten zoals Poeriem en Pesach, gezamenlijk gevierd[24][25].
Bronnen en referenties
- ↑ De joodsche wachter; halfmaandelijksch orgaan voor Groot-Nederlands jodendom, jrg 11, 1915, no. 20, 22 september 1915 - Pag. 6
- ↑ De Padvinder, jrg 7, 1921, no. 14, 21 mei 1921 - Pag. 2
- ↑ De nieuwe courant, 18 juni 1917 - Art. 17
- ↑ Het vaderland, 19 juni 1917 - Art. 34
- ↑ Nieuw Israelietisch weekblad, 14 juni 1918 - Art. 46
- ↑ Tikvath-Israel = De hoop van Israël; maandelijksch tijdschrift voor de joodsche jeugd, jrg 1, 1918, no. 11, 1918, 1918-03 - Pag. 18
- ↑ De avondpost, 22 april 1919 - Art. 6
- ↑ Nieuw Israelietisch weekblad, 10 december 1920 - Art. 81
- ↑ De geïllustreerde joodsche post, jrg 1, 1921, no. 18, 5 mei 1921 - Pag. 16
- ↑ Nieuw Israelietisch weekblad, 3 juni 1921 - Art. 66
- ↑ Centraal blad voor Israëlieten in Nederland, 03 juni 1921 - Art. 41
- ↑ Nieuw Israelietisch weekblad, 9 september 1921 - Art. 51
- ↑ Haagsche courant, 21 maart 1922 - Art. 6
- ↑ Haagsche courant, 20 januari 1936 - Art. 95
- ↑ De Padvinder, jrg 5, 1919, no. 57, 1919, 1919-10 - Pag. 27
- ↑ Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage, 12 augustus 1919 - Art. 6
- ↑ Nieuw Israelietisch weekblad, 15 augustus 1919 - Art. 46
- ↑ Nieuw Israelietisch weekblad, 29 augustus 1919 - Art. 54
- ↑ De joodsche wachter; halfmaandelijksch orgaan voor Groot-Nederlands jodendom, jrg 15, 1919, no. 16, 1 augustus 1919 - Pag. 9
- ↑ Nieuw Israelietisch weekblad, 13 augustus 1920 - Art. 42
- ↑ Nieuw Israelietisch weekblad, 27 augustus 1920 - Art. 57
- ↑ Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad 30 augustus 1920 - Art. 85
- ↑ Centraal blad voor Israëlieten in Nederland, 8 juli 1921 - Art. 13
- ↑ Nieuw Israelietisch weekblad, 24 maart 1922 - Art. 127
- ↑ Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage, 21 april 1922 - Art. 53
