Kabouters (NPG)

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Kabouters was de speltak van het Nederlandse Padvindstersgilde voor meisjes van 8 tot 11/12 jaar.

Enige kabouters met in het midden prinses Christina

Kenmerken

De kabouters openden hun opkomsten altijd met het dansen van de feeënring rond hun totem. De totem was een rode paddenstoel met witte stippen. Nieuwe kinderen heetten Mensenkinderen totdat ze de 1e vinger (klasse-eisensysteem) behaalden en geïnstalleerd werden. De kabouters hadden bijnamen die een beetje toegespitst waren op wie en hoe ze zijn. Zo had je bijvoorbeeld Windveertje, Eikenblad, Appelwang, Wiplala en Babbeltje. De kabouters hadden drie kaarten in een klasse-eisensysteem, de vingerboekjes en een handboekje waarop allerlei werkjes en vaardigheden stonden waaraan ze werkten tijdens de opkomsten. Die werkjes en vaardigheden liepen op in moeilijkheidsgraad. Voor de eerste kaart moesten de kabouters o.a. de feeënring kunnen dansen, de kabouterbelofte kennen, de kabouterroep kennen "Pak maar aan" en het geheime woord weten! Pas dan werden ze geïnstalleerd. Op de 2e en 3e kaart staan o.a. de volgende werkjes/vaardigheden: een platte knoop leggen, een x-aantal bloemen en planten kennen, het Wilhelmus zingen, afwassen, tafeldekken, bed opmaken en de leden van het Koninklijk Huis kennen. Als de tweede kaart vol is, krijgen ze een´vinger´(een streepje op hun uniform) en bij de derde kaart een handje. Ook werkten de kabouters aan insignes.

Kring

Een speltak kabouters heette een kring, deze bestond uit ten hoogste 24 kabouters. De kring stond onder leiding van een Oehoe, geassisteerd door een Oebi. Verder kregen ze vaak nog hulp van een of meer Toewieten. Iedere kring was weer verdeeld in groepjes van hoogstens 6 kabouters, die volkjes heetten.

Geheime woord

loh-Loh-Loh-L.o.h.-Laat ons helpen.

Uniform

Het uniform was een bruine jurk met twee borstzakken en een oranje-gele das, bruine leren ceintuur, een bruine muts met een oranje-gele band (of zomers een bruin lappen hoedje), bruine kousen of sokken met bruine schoenen.

Onder de knoop van de das werd een koperen ring met een kaboutertje gedragen, dit was het installatieteken van de kabouters. Boven de linkerzak werd het volkjesteken gedragen, een bruin lapje met een geborduurd poppetje. Op de klep van deze zak werden bronzen klimopblaadjes gedragen, ieder jaar dat een kabouter trouw aan de vereniging was geweest, kreeg ze een klimopblaadje net als de padvindster. Klimop stond symbool voor de trouw.

Boven de rechter borstzak werden de insignes van vinger en hand gedragen. Op de rechter mouw prijkten de vaardigheidsinsignes.

Kabouterbelofte

Ik zal mijn best doen een echte kabouter te zijn,
iedereen te helpen waar ik kan, vooral thuis.

Kabouterwet

Kabouterwet NPG.png

Een kabouter is eerlijk
Een kabouter is gehoorzaam
Een kabouter is vriendelijk
Een kabouter is goed voor planten en dieren.

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.