Militaire stammen: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
k (Fix data in refs)
k (Fix data in refs)
 
Regel 24: Regel 24:


=== Na de Tweede Wereldoorlog ===
=== Na de Tweede Wereldoorlog ===
Na de oorlog werd dr. [[Frans Vriesendorp]] uit Dordrecht, [[districtscommissaris]] van [[district]] Dordrecht, aangesteld als assistent- hoofdkwartiercommissaris voor Voortrekkers, speciaal belast met militaire stammen. In de winter van 1946 werd in Ede de eerste militaire [[Jagerstam]] opgericht die bestond uit militairen van het Regiment Jagers. Ze werden opgeleid om naar Nederlands-Indië te gaan. Toen ze uiteindelijk uitgezonden werden, werd in maart 1947 een avond georganiseerd waar ze afscheid konden nemen van de Edese scoutinggroepen met wie ze in nauw contact stonden. Luitenant dr. Frans Vriesendorp sprak dat hij trots dat ''de stam aan haar doel had beantwoord door de band onder de padvinders in het leger te verstevigen''. De regimentscommandant van de Jagers, luitenant-kolonel jhr. Johannes van Suchtelen en Clemens Baron Van Voorst tot Voorst, ex-oubaas van de Generaal de Fochstam uit Den Haag, spraken de groep toe. De avond werd afgesloten met een traditionele boerenkoolmaaltijd<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002341009:00022 Weest Paraat, jrg 29, 1946-1947, no. 9, 1947, 1947-06 - Pag. 22]</ref>. Na het vertrek van de stam werd oubaas Van Zoest aangesteld als militair padvinder met als opdracht om Scouting in het leger te bevorderen<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000112035:mpeg21:a0058 Arnhemsche courant, 06 augustus 1947 - Art. 58]</ref>. Een tweede Jagerstam werd door hem opgericht. Zij namen met een defilé afscheid van Ede en gingen op 19 november 1947 via Amsterdam naar Nederlands-Indië. Bij het afscheid van de scouts uit Ede was hopman Klaveren van de [[Scouting Pieter Maritz (Ede)|Pieter Maritzgroep]] uit Ede aanwezig<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000112571:mpeg21:a0030 Arnhemsche courant, 21 maart 1947 - Art. 30]</ref>.
Na de oorlog werd dr. [[Frans Vriesendorp]] uit Dordrecht, [[districtscommissaris]] van [[district]] Dordrecht, aangesteld als assistent- hoofdkwartiercommissaris voor Voortrekkers, speciaal belast met militaire stammen. In de winter van 1946 werd in Ede de eerste militaire [[Jagerstam]] opgericht die bestond uit militairen van het Regiment Jagers. Ze werden opgeleid om naar Nederlands-Indië te gaan. Toen ze uiteindelijk uitgezonden werden, werd in maart 1947 een avond georganiseerd waar ze afscheid konden nemen van de Edese scoutinggroepen met wie ze in nauw contact stonden. Luitenant dr. Frans Vriesendorp sprak dat hij trots dat ''de stam aan haar doel had beantwoord door de band onder de padvinders in het leger te verstevigen''. De regimentscommandant van de Jagers, luitenant-kolonel jhr. Johannes van Suchtelen en Clemens Baron Van Voorst tot Voorst, ex-oubaas van de Generaal de Fochstam uit Den Haag, spraken de groep toe. De avond werd afgesloten met een traditionele boerenkoolmaaltijd<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002341009:00022 Weest Paraat, jrg 29, 1946-1947, no. 9, 1947, 1947-06 - Pag. 22]</ref>. Na het vertrek van de stam werd oubaas Van Zoest aangesteld als militair padvinder met als opdracht om Scouting in het leger te bevorderen<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000112035:mpeg21:a0058 Arnhemsche courant, 6 augustus 1947 - Art. 58]</ref>. Een tweede Jagerstam werd door hem opgericht. Zij namen met een defilé afscheid van Ede en gingen op 19 november 1947 via Amsterdam naar Nederlands-Indië. Bij het afscheid van de scouts uit Ede was hopman Klaveren van de [[Scouting Pieter Maritz (Ede)|Pieter Maritzgroep]] uit Ede aanwezig<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000112571:mpeg21:a0030 Arnhemsche courant, 21 maart 1947 - Art. 30]</ref>.


Wegens het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd werden Nederlandse militairen voor de vervulling van hun dienstplicht naar Nederlands-Indië gezonden na een opleiding in Engeland. Op 12 oktober 1945 ging de SS ''Alcantara'' naar de Oost. Aan boord van dit schip werd een voortrekkersstam opgericht, de [[Admiraal Doormanstam]]. Ze waren met 8 oud-voortrekkers en 20 oud-verkenners. Franciscus Knaapen werd hiervan oubaas, A. Vleugel werd baas en 2e luitenant Maree de voortrekkersleider. De installatie vond plaats aan boord in een hoek van de eetzaal. Knaapen sneuvelde in Nederlands-Indië<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002339010:00002 Weest Paraat, jrg 28, 1945-1946, no. 4, 1946, 1946-01 - Pag. 2]</ref>.
Wegens het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd werden Nederlandse militairen voor de vervulling van hun dienstplicht naar Nederlands-Indië gezonden na een opleiding in Engeland. Op 12 oktober 1945 ging de SS ''Alcantara'' naar de Oost. Aan boord van dit schip werd een voortrekkersstam opgericht, de [[Admiraal Doormanstam]]. Ze waren met 8 oud-voortrekkers en 20 oud-verkenners. Franciscus Knaapen werd hiervan oubaas, A. Vleugel werd baas en 2e luitenant Maree de voortrekkersleider. De installatie vond plaats aan boord in een hoek van de eetzaal. Knaapen sneuvelde in Nederlands-Indië<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002339010:00002 Weest Paraat, jrg 28, 1945-1946, no. 4, 1946, 1946-01 - Pag. 2]</ref>.

Huidige versie van 7 feb 2024 om 23:36

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

[1][2]

Voor de Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Lambert Wüst nam in het kader van zijn quest als voortrekker in 1937 het initiatief om het mogelijk te maken dat er in een garnizoensplaats een stam voor voortrekkers in militaire dienst gevormd werd. Hij werkte daarin samen met Nico Koelink, de assistent-hoofdkwartiercommissaris voor Voortrekkers. In 1938 woonde hij in Hilversum en vormde het Secretariaat Dienstplichtige Voortrekkers. Door de mobilisatie werd in maart 1940 het secretariaat gesloten. Er was nog veel werk te doen, maar veel leiders en commissarissen waren opgeroepen tijdens de mobilisatie en dus niet beschikbaar voor ondersteunend werk.

In oktober 1938 werd in Utrecht de Jeanne d’ Arc Stam opgericht die in 1939 erkend werd als groep 349 van de Katholieke Verkenners. De voortrekkers kwamen bijeen op Nieuwe Gracht 6 in Utrecht. Aalmoezenier Wilmink was de groepsgeestelijke en Max Lijten stamlid. Het correspondentieadres was de Hojelkazerne in Utrecht. Door de mobilisatie in het najaar van 1939 viel de stam uit elkaar omdat veel leden overgeplaatst werden. In maart 1940 werd geprobeerd een doorstart te maken. Lijten was tijdens de oorlog actief in het verzet en aalmoezenier Wilmink kwam terecht in een Duits krijgsgevangenkamp.

In april 1939 werd in het garnizoen Den Haag door de heer J. van Dael de militaire stam Maarschalk Fochstam opgericht. Luitenant Clemens van Voorst tot Voorst werd oubaas en de heer Van Dael werd de aalmoezenier. Oubaas Van Voorst tot Voorst zat tijdens de oorlog in het verzet.

Op 13 oktober 1935 wordt bij de Kamper Zeeverkenners (ook wel de Steuren genoemd) de Deltastam opgericht. Naast de voortrekkers van de groep, kunnen ook voortrekkers en leiders die hun dienstplicht vervullen op de School voor Reserve officieren der Infanterie in Kampen lid worden. Ze dragen de blauwe das van de Kamper Zeeverkenners met in een rechthoekje de kleur van hun eigen groepsdas. Johan Wijnsouw is de eerste Oubaas. Na zijn vertrek nemen W.H. de Boer en Willem van der Drift de functie kort waar. Willem wordt in 1939 opgevolgd door André Jäger.

Op Hemelvaartsdag, 18 mei 1939, werd in Kampen door Nico Koelink de voortrekkersstam van de St. Ignatiusgroep geïnstalleerd. Ook werd de stamhut boven de R.K. Militaire vereniging ingewijd. Oubaas is eerste luitenant der Infanterie A.H.A. Spaargaren en aalmoezenier is majoor-aalmoezenier H.A.M. Kerkhofs. Er zijn twaalf stamleden en alleen leerlingen van de School tot Opleiding van Reserveofficieren konden lid worden.

In Breda konden voortrekkers zich vanaf maart 1940 aansluiten bij de St. Antoniusstam van de garnizoensparochie in Breda. Baas was J. Jansen. Ook in Amersfoort werd voor de oorlog initiatief genomen om een voortrekkersstam voor militairen op te richten en in Ede werd geprobeerd een parallelstam op te richten bij een bestaande groep.

Tijdens de mobilisatie werd ook geprobeerd om militaire scouts ontspanning te bieden en elkaar te laten ontmoeten op plaatsen waar ze gelegerd waren. In Rotterdam opende de Roald Amundsenstam een kantine voor militairen in Rotterdam en omgeving[3].

Na de Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Na de oorlog werd dr. Frans Vriesendorp uit Dordrecht, districtscommissaris van district Dordrecht, aangesteld als assistent- hoofdkwartiercommissaris voor Voortrekkers, speciaal belast met militaire stammen. In de winter van 1946 werd in Ede de eerste militaire Jagerstam opgericht die bestond uit militairen van het Regiment Jagers. Ze werden opgeleid om naar Nederlands-Indië te gaan. Toen ze uiteindelijk uitgezonden werden, werd in maart 1947 een avond georganiseerd waar ze afscheid konden nemen van de Edese scoutinggroepen met wie ze in nauw contact stonden. Luitenant dr. Frans Vriesendorp sprak dat hij trots dat de stam aan haar doel had beantwoord door de band onder de padvinders in het leger te verstevigen. De regimentscommandant van de Jagers, luitenant-kolonel jhr. Johannes van Suchtelen en Clemens Baron Van Voorst tot Voorst, ex-oubaas van de Generaal de Fochstam uit Den Haag, spraken de groep toe. De avond werd afgesloten met een traditionele boerenkoolmaaltijd[4]. Na het vertrek van de stam werd oubaas Van Zoest aangesteld als militair padvinder met als opdracht om Scouting in het leger te bevorderen[5]. Een tweede Jagerstam werd door hem opgericht. Zij namen met een defilé afscheid van Ede en gingen op 19 november 1947 via Amsterdam naar Nederlands-Indië. Bij het afscheid van de scouts uit Ede was hopman Klaveren van de Pieter Maritzgroep uit Ede aanwezig[6].

Wegens het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd werden Nederlandse militairen voor de vervulling van hun dienstplicht naar Nederlands-Indië gezonden na een opleiding in Engeland. Op 12 oktober 1945 ging de SS Alcantara naar de Oost. Aan boord van dit schip werd een voortrekkersstam opgericht, de Admiraal Doormanstam. Ze waren met 8 oud-voortrekkers en 20 oud-verkenners. Franciscus Knaapen werd hiervan oubaas, A. Vleugel werd baas en 2e luitenant Maree de voortrekkersleider. De installatie vond plaats aan boord in een hoek van de eetzaal. Knaapen sneuvelde in Nederlands-Indië[7].

Op 4 december 1946 werd door Nederlandse militairen in Batavia (Jakarta) in Indonesië, de Pastoor Verbraakstam opgericht. Ze vonden onderdak bij de Katholieke Chinese stam. Th. van Morissen van de St. Hubertusgroep uit Bilthoven werd Baas. Er waren 20 stamleden van groepen uit heel Nederland.

Bronnen en referenties

  1. Katholieke verkennersleider januari 1938, oktober 1938, november 1938, januari 1939 Voortgang december 1937, april 1939, mei 1939, april 1940, januari 1947
  2. Voortgang december 1937, april 1939, mei 1939, april 1940, januari 1947
  3. Weest Paraat, jrg 25, 1939, no. 10, 1939, 1939-11 - Pag. 12
  4. Weest Paraat, jrg 29, 1946-1947, no. 9, 1947, 1947-06 - Pag. 22
  5. Arnhemsche courant, 6 augustus 1947 - Art. 58
  6. Arnhemsche courant, 21 maart 1947 - Art. 30
  7. Weest Paraat, jrg 28, 1945-1946, no. 4, 1946, 1946-01 - Pag. 2
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.