Nationaal kamp

Een Nationaal kamp is een kamp voor alle leden van een Scoutingorganisatie in een land.

Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Veluwe?, 1912[bewerken | brontekst bewerken]

NPO^[1]

Wassenaar, 1913[bewerken | brontekst bewerken]

?

Rotterdam, 1918[bewerken | brontekst bewerken]

Prins Hendrik bezoekt het kamp aan "De Hooge Boomen".^[2]

Geuldal, 1924[bewerken | brontekst bewerken]

De Nederlandsche Padvinders-Organisatie, samen met de Jongelieden Toeristen en Kampvereeniging Zuid-Holland, houdt van 29 juli tot 6 augustus een nationaal kamp in het Geuldal (L.). Het kamp is het vierde kamp, dat de Nederlandsche Padvinders-Organisatie sinds 1916 op dezelfde rotsterreinen in het Geuldal houdt.^[3]

Millingen, 1927[bewerken | brontekst bewerken]

Jubeldag of -kamp. 10 jaar Het Nederlandsche Meisjesgilde ^[4]

Ommen, 1930[bewerken | brontekst bewerken]

Heeft nooit plaatsgevonden. Het was gepland voor augustus 1930 in Ommen, werd eerst uitgesteld met een jaar, maar werd uiteindelijk het Nationaal Kamp in 1932.^[5]^[6]^[7]

Millingen, 1931[bewerken | brontekst bewerken]

Jubeldag of -kamp. 15 jaar Het Nederlandsche Meisjesgilde ^[8]

Wassenaar, 1932[bewerken | brontekst bewerken]

Het kamp is van 2 tot en met 12 augustus 1932 op het landgoed Oosterbeek bij Den Haag^[9]^[10]. Op 3 augustus is de opening door prins Hendrik (de man van Koningin Wilhelmina), beschermheer van padvinderij in Nederland. Hierbij wordt de nieuwe verenigingsvlag ingewijd. Het is de Nederlandse driekleur met een groene lelie in de witte baan^[11]^[12]. De kampvuren geven groot vermaak^[13].

Op de laatste dag brengt Baden-Powell een bezoek aan het kamp; het is een spektakel met veel hoogwaardigheidsbekleders. Daarbij onderscheidt hij hoofdverkenner Rambonnet met de Zilveren Wolf^[14]. Het kamp is goede reclame voor de padvinderij in Nederland. Het is open voor bezoek en krijgt veel aandacht in de kranten^[15]. Het kamp is (ook) bedoeld als voorbereiding op de wereldjamboree in 1933 bij Boedapest en in 1937 in Nederland^[16].

Uitreiking Zilveren Wolf aan Jean Jacques Rambonnet - 1932

Nationaal kamp PVN ter gelegenheid van 25 jaar Padvinderij in 1936

Hellendoorn, 1936[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1 tot en met 8 augustus 1936 houdt de Padvinders Vereeniging Nederland een Nationaal Padvinderskamp in Hellendoorn, ter gelegenheid van 25 jaar Padvinderij^[17].

Ommen en Terhorne, 1950[bewerken | brontekst bewerken]

Ter viering van 40 jaar padvindersbeweging in Nederland werd van 1 tot 10 augustus 1950 in Ommen een Nationaal Kamp gehouden door de Verkenners van de Katholieke Jeugdbeweging en De Nederlandse Padvinders tezamen^[18]. De zeeverkenners hielden hun Nationaal kamp in Terhorne van 11 tot 18 augustus 1950^[19] om dezelfde reden. Aan het evenement wordt al maanden daarvoor ruim aandacht gegeven in de landelijke en regionale kranten. Daags voor het kamp nemen de vermeldingen in de dagbladen zeer toe; in nagenoeg alle dag- en weekbladen in het land worden persberichten gepubliceerd. De PTT heeft voor de gelegenheid op het kampterrein in Ommen een bijkantoor geopend en een gelegenheidsstempel voor de poststukken die van het kampterrein worden verstuurd^[20]. Op het centrale plein (De Brink) van het kampterrein bevinden zich 28 paviljoens waarin een keur van Nederlandse bedrijven acte de présence geven. Er is ook een restaurant met een capaciteit van 1.000 gasten en een tentoonstelling in de Padvindersboerderij^[21]. Koningin Juliana opende het kamp op 1 augustus waarin 7.000 Nederlandse en ook enkele honderden buitenlandse padvinders zich verzameld hadden. Het was slecht weer en in een onweersbui sloeg de bliksem in een van de zendertorens van het kamp, daarbij werd zendapparatuur onherstelbaar beschadigd^[22]. Het kamp was niet alleen via de dagbladen, maar via radiouitzendingen te volgen. Prins Bernhard bracht als koninklijk commissaris een officieus bezoek aan de kampterreinen, waarbij hij zich vervoerde in een rode jeep^[23]. De geestelijke verzorging in het kamp werd gedaan door zowel protestante voorgangers als katholieke geestelijken. Dominee Kalkman stond als hoofdkwartiercommissaris voor de X-groepen daarover in korte broek de pers te woord^[24].

Bronnen en referenties

[1] Algemeen Handelsblad 07-04-1912

[2] Rotterdamsch nieuwsblad 22-05-1918

[3] De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad 08-06-1924

[4] Algemeen Handelsblad 20-10-1927

[5] Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad 11-11-1929

[6] Nieuwsblad van het Noorden 13-03-1930

[7] Bataviaasch nieuwsblad 17-03-1930

[8] Leeuwarder courant 03-06-1931

[9] Algemeen Handelsblad 15-04-1932

[10] De Telegraaf 22-07-1932

[11] Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad 03-08-1932

[12] Bredasche courant 04-08-1932

[13] Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad 04-08-1932

[14] Bredasche courant 12-08-1932

[15] De Zuid-Willemsvaart 13-08-1932

[16] Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant 12-08-1932

[17] Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad 02-08-1936

[18] De Volkskrant 30 januari 1950

[19] De Zaanlander 13 maart 1950

[20] Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 29 juli 1950

[21] Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 29 juli 1950

[22] Nieuwsblad van het Noorden 2 augustus 1950

[23] De Zaanlander 4 augustus 1950

[24] Trouw 4 augustus 1950

[1]

[2]

[3]

[4]

[5]

[6]

[7]

[8]

[9]

[10]

[11]

[12]

[13]

[14]

[15]

[16]

[17]

[18]

[19]

[20]

[21]

[22]

[23]

[24]