Winschoter Joodse Jeugd Groep: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 15: | Regel 15: | ||
De Winschoter Joodsche Jeugd Groep besloot in 1935 tot de oprichting van een padvindersgroep. Bram Gudema werd gevraagd of de leiding op zich wilde nemen en hij zocht contact met de katholieke [[Scouting St. Vitus|St. Vitusgroep]] in Winschoten. Hij ging in overleg met [[districtscommissaris]] Jager, [[hopman]] Piet Bödeker, [[oubaas]] Hyronimus Hoegen en bestuurslid E.G. Olthof van de St. Vitusgroep. Bert Olthof, [[stam]]lid van de St. Vitusgroep, werd gevraagd instructeur te worden omdat Bram Gudema geen scoutingachtergrond had. De groep startte met tien jongens. Door de training van Olthof konden hopman Gudema, [[vaandrig]] Bram Slager en de [[verkenner]]s van de troep in 1936 door de districtscommissaris geïnstalleerd worden. De kleur van de das werd wit-blauw met een oranje rand. | De Winschoter Joodsche Jeugd Groep besloot in 1935 tot de oprichting van een padvindersgroep. Bram Gudema werd gevraagd of de leiding op zich wilde nemen en hij zocht contact met de katholieke [[Scouting St. Vitus|St. Vitusgroep]] in Winschoten. Hij ging in overleg met [[districtscommissaris]] Jager, [[hopman]] Piet Bödeker, [[oubaas]] Hyronimus Hoegen en bestuurslid E.G. Olthof van de St. Vitusgroep. Bert Olthof, [[stam]]lid van de St. Vitusgroep, werd gevraagd instructeur te worden omdat Bram Gudema geen scoutingachtergrond had. De groep startte met tien jongens. Door de training van Olthof konden hopman Gudema, [[vaandrig]] Bram Slager en de [[verkenner]]s van de troep in 1936 door de districtscommissaris geïnstalleerd worden. De kleur van de das werd wit-blauw met een oranje rand. | ||
De groep kwam samen op de zolder van de werkplaats van radiozaak Engers | De groep kwam samen op de zolder van de werkplaats van radiozaak Engers aan de Langestraat 53. Er werd een welpenhorde gestart onder leiding van mejuffrouw Annie Polak, die zelf oud-padvindster was. Later namen Linie Klein en Sara Polak haar rol bij de welpen over<ref>https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002317015:00011</ref>. E. Bollegraaf werd voortrekker bij de groep. | ||
Als gevolg van de dreigende internationale politieke situatie werd besloten de groep eind 1939 op te heffen<ref>https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002378005:00010</ref>. Veel van de leden en leiders van deze joodse Scoutinggroep kwamen om in de Tweede Wereldoorlog. Hun verhalen zijn beschreven binnen het project ''Scouts in de oorlog''<ref>https://vrijheid.scouting.nl/scouting-in-de-oorlog/database-bestanden</ref>. | Als gevolg van de dreigende internationale politieke situatie werd besloten de groep eind 1939 op te heffen<ref>https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002378005:00010</ref>. Veel van de leden en leiders van deze joodse Scoutinggroep kwamen om in de Tweede Wereldoorlog. Hun verhalen zijn beschreven binnen het project ''Scouts in de oorlog''<ref>https://vrijheid.scouting.nl/scouting-in-de-oorlog/database-bestanden</ref>. |
Versie van 22 jan 2023 20:43
Winschoter Joodse Jeugd Groep was voor de Tweede Wereldoorlog een joodse scoutinggroep in Winschoten.
Geschiedenis
De Winschoter Joodsche Jeugd Groep besloot in 1935 tot de oprichting van een padvindersgroep. Bram Gudema werd gevraagd of de leiding op zich wilde nemen en hij zocht contact met de katholieke St. Vitusgroep in Winschoten. Hij ging in overleg met districtscommissaris Jager, hopman Piet Bödeker, oubaas Hyronimus Hoegen en bestuurslid E.G. Olthof van de St. Vitusgroep. Bert Olthof, stamlid van de St. Vitusgroep, werd gevraagd instructeur te worden omdat Bram Gudema geen scoutingachtergrond had. De groep startte met tien jongens. Door de training van Olthof konden hopman Gudema, vaandrig Bram Slager en de verkenners van de troep in 1936 door de districtscommissaris geïnstalleerd worden. De kleur van de das werd wit-blauw met een oranje rand.
De groep kwam samen op de zolder van de werkplaats van radiozaak Engers aan de Langestraat 53. Er werd een welpenhorde gestart onder leiding van mejuffrouw Annie Polak, die zelf oud-padvindster was. Later namen Linie Klein en Sara Polak haar rol bij de welpen over[1]. E. Bollegraaf werd voortrekker bij de groep.
Als gevolg van de dreigende internationale politieke situatie werd besloten de groep eind 1939 op te heffen[2]. Veel van de leden en leiders van deze joodse Scoutinggroep kwamen om in de Tweede Wereldoorlog. Hun verhalen zijn beschreven binnen het project Scouts in de oorlog[3].
Speltakken
De groep had de volgende speltakken:
Activiteiten
In 1937 nam de groep deel aan de Wereld Jamboree in Vogelenzang.