Fluit
Een fluit wordt door veel leiders en sommige scouts gedragen aan een fluitkoord. Er is de normale scoutingfluit, de rolfluit en bij Zeeverkenners de bootsmansfluit.
Scoutingfluit[bewerken | brontekst bewerken]
Dit is een cilindervormige fluit met aan de ene zijde een mondstuk en aan de andere zijde een ring. De fluit is afgeleid en klinkt hetzelfde als de signaalfluit van de Engelse politie.
Rolfluit[bewerken | brontekst bewerken]
Dit is de fluit die ook bij sport gebruikt wordt. De fluit bestaat uit een blokvormig mondstuk aan een brede cilindervormige kamer, waarin een zachthouten balletje zit. De fluit wordt gebruikt om signalen over een grote afstand te geven, meestal om een spel te leiden of om signalen te geven.
Bootsmanfluit[bewerken | brontekst bewerken]
Bij de zeeverkenners draagt een bootsman de bootsmansfluit (Engels: Boatwain's Call of Boatwain's Whistle). Deze fluit werd oorspronkelijk gebruikt bij de Griekse galei(roei)schepen. Later werd het een bijzonder ereteken voor de bevelhebber van de vloot maar op de duur werd hij weer gebruikt door de gewone bootsman. Met de hand over de bol en met mond en tong kunnen met deze fluit verschillende tonen (over 1 octaaf) en riedels gemaakt worden, waarmee vroeger op grote zeilschepen door de bootsman seinen werden gegeven naar de mannen in het want. Commando's schreeuwen ging nu eenmaal niet op zulke afstanden en met veel wind. Tegenwoordig wordt nog bij de marine een belangrijke gast op de loopplank welkom geheten.
Bij de zeeverkenners wordt er niet op gefloten en dient dus alleen als (ere)teken voor de bootsman. In de tijd van de trui hing hij aan de riem, bij de blouse aan de rechter borstzak.