Hij wordt geboren in Amsterdam[1] en gaat daar naar de HBS. Hij studeerde architectuur, maar ging de effectenhandel in. Hij trouwde op 17 maart 1910 in Den Haag met de 30-jarige Anthonia Asmus. Samen krijgen zij twee zoons (1911 en 1913). Rond 1912 werd hij directeur van het kantoor van de Amsterdamse Bank in Delft. Hij bekleedde vele maatschappelijke en bestuurlijke lidmaatschappen van hulpcomités en handelsgezelschappen[2]; mogelijk heeft hij daar prominenten ontmoet die actief waren in de padvinderij. In zijn vrije tijd hield en kweekte hij siervissen[3].
In de jaren 20 en 30 is hij districtscommissaris in Delft en tot april 1932 ook penningmeester in het hoofdbestuur van de NPV. Hij was niet alleen actief in Delft, maar is regelmatig in Schiedam om daar de padvinderij van de grond te krijgen.