Wood Badge is de Engelse naam voor de twee houten kralen aan een leren veter, die een scout ontvangt na het succesvol afronden van een Gilwell-cursus (Wood Badge Course).
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Robert Baden-Powell besloot dat de deelnemers van de eerste Gilwell-cursus (Wood Badge Course) in 1919 op Gilwell Park een tastbare herinnering moesten krijgen aan de cursus. Hij vond tussen zijn militaire souvenirs een ketting met houten kralen die van de Zoeloekoning Dinizulu waren geweest. Die ketting was een van de machtssymbolen van "de dappere leiders van KwaZoeloe". Tijdens de Matabelecampagne in 1880, tegen de Ashanti- en Matabelekrijgers, had Baden-Powell de kralenketting buitgemaakt. Baden-Powell overwoog eerst om de kralen op de scoutinghoed te laten dragen, zoals de U.S. Expeditionary Forces dat tijdens de Eerste Wereldoorlog deden. Maar omdat de scoutinghoed alleen buitenshuis gedragen werd, werd om praktische overwegingen besloten dat de Gilwell-kralen om de nek moesten worden gedragen. Al snel begonnen de officiële kralen op te raken en kregen de cursisten slechts één originele kraal en een kopie. Tegenwoordig ontvangen deelnemers replica’s aangezien de officiële kralen al lang op zijn.
Gilwell-tekens[bewerken | brontekst bewerken]
De woodbadge maakt deel uit van de Gilwell-tekens. In Nederland worden de kralen de Gilwell-kralen genoemd. Niet-officiële namen voor de Gilwell-kralen zijn klompjes of klootjes. Bij afronding van de Gilwell-cursus ontvangt de deelnemer de Gilwell-kralen en het Gilwell-certificaat; Gilwellians mogen ook de Gilwell-das en de Gilwell-dasring dragen. Dragers van de Gilwell-kralen worden Gilwellians genoemd en zijn daarmee lid van de 1st Gilwell Scout Troup.
Het dragen van de Gilwell-kralen[bewerken | brontekst bewerken]
De Gilwell-kralen worden alleen gedragen bij het scoutinguniform. De Gilwell-kralen worden gedragen met een scoutingdas. In de nek wordt de veter achter de punt van de das gestopt, aan de voorkant worden de Gilwell-kralen over de das heen gedragen. Bij groepsactiviteiten worden Gilwell-kralen met de groepsdas gedragen; bij niet-groepsgebonden activiteiten kan een groepsdas of de Gilwell-das gedragen worden.
Meer dan twee Gilwell-kralen[bewerken | brontekst bewerken]
Na een afgeronde Gilwell-training kan het team Gilwell een deelnemer uitnodigen om bij een volgende Gilwell-cursus mee te gaan als Gilwell-trainer. Daarin wordt het ervarings- en kennisniveau uitgedrukt in het aantal kralen aan de Wood Badge van de drager:
- Subgroepbegeleiders (in het Engels Assistent Leader Trainer of Assistent Deputy Camp Chief (ADCC)) zijn trainers die verantwoordelijk zijn voor het geven van de cursus. Zij mogen drie Gilwellkralen dragen na het behalen van de bijpassende kwalificaties.
- Teambegeleiders (in het Engels Course Director, Leader Trainer of Deputy Camp Chief (DCC)) zijn trainers met eindverantwoordelijkheid voor een hele Gilwell-cursus. Zij mogen vier Gilwell-kralen dragen na het behalen van de bijpassende kwalificaties.
- De bestuurder, die in een land verantwoordelijk is voor het ontwikkelen en organiseren van alle Gilwell-cursussen, mag vijf kralen dragen.
- Baden-Powell (the Chief Scout) en zijn vriend Sir Percy Everett (the Deputy Chief Scout) droegen allebei zes Gilwell-kralen. Everett gaf zijn Gilwell-kralen door aan zijn opvolger, de Camp Chief van Gilwell Park. Deze traditie zet zich voort tot op de dag van vandaag.
Varianten op de Gilwell-kralen[bewerken | brontekst bewerken]
Tussen 1922 en 1925 ontvingen welpenleiders na het voltooien van de cursus geen Gilwell-kralen, maar één wolventand aan een leren veter. Deze onderscheidingstekens werden Wolf Fangs genoemd. Welpentrainers (Akela Leaders) droegen twee van dergelijke Wolf Fangs. Kort na de ingebruikname van de Wolf Fangs werden zij om praktische redenen weer afgeschaft en kregen ook welpenleiders de Gilwell-kralen.
Na het afschaffen van de Wolf Fangs werd van 1925 tot 1927 nog wel onderscheid gemaakt in het type Gilwell-cursus dat men gevolgd had. Het onderscheid bestond uit een gekleurde kraal aan de leren veter boven de Gilwell-kralen. Welpenleiders kregen een gele kraal, verkennersleiders een groene en voortrekkersleiders een rode. Na 1927 werd ook dit laatste onderscheid opgeheven.
The Axe in the Log[bewerken | brontekst bewerken]
Het is een wijdverbreid misverstand dat de bijl in het houtblok (The Axe in the Log) ook een symbool van de Gilwell-cursus is. The Axe-in-the-Log is het symbool voor het kampeerterrein Gilwell Park. Hoewel er veel symbolische verbanden bestaan tussen het park en de cursus, hoort het symbool niet bij de Gilwell-cursus.