Historische waarderingstekens tot 1973

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

De voorgangers van Scouting Nederland kenden allen een onderscheidingssysteem met meerdere onderscheidingen. Deze pagina geeft een overzicht van alle voormalige waarderingstekens binnen Scouting in Nederland.

Voor de huidige waarderingstekens en de waarderingstekens van 1973-2018

Nuvola single chevron right.svg Huidige waarderingstekens
Nuvola single chevron right.svg Historische waarderingstekens 1973-2018

Historie van waarderingstekens[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste onderscheidingen waren voor verkenners die heldendaden verrichtten. Die hulp aan anderen was een doel van Scouting en een deel van de instructie was daar ook op gericht. Dat kwam dus nogal eens voor. Robert Baden-Powell draaide de zaken graag om en dus was brons bij Scouting de hoogste onderscheiding en goud de laagste.

Erekruis[bewerken | brontekst bewerken]

Het erekruis wordt al genoemd in de eerste Scouting for Boys. Bij NPB werd in 1915 voorgesteld om bronzen, zilveren en gouden erepenningen in te stellen voor reddingsacties[1]. In het eerste technisch reglement van NPV werd een bronzen erepenning ingesteld[2]. In 1927 werd het erekruis[3] ingesteld. Deze kon ook uitgereikt worden aan een hele groep voor een gezamenlijk optreden, dan kwam het op de groepsvlag. In maart 1948 werd deze onderscheiding Jan van Hoofkruis genoemd[4][5], naar Jan van Hoof, een verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Het erekruis werd gedragen op de rechter borstzak en kende de volgende gradaties:

  • Gouden Kruis met rood/blauw lint. Voor moed, zonder direct levensgevaar.
  • Zilveren Kruis met blauw lint. Voor moed met belangrijk levensgevaar.
  • Bronzen Kruis met rood lint. Als de betrokkene bijzondere moed heeft getoond en groot levensgevaar onder ogen heeft gezien

Bij de fusie van de landelijke scoutingverenigingen in 1973 zijn de kruizen afgeschaft.

Het Erekruis is onder andere uitgereikt aan:

  • Gerard Vogelezang, voortrekker van de Nakotastam van Groep 4, Bronzen erekruis, 26 januari 1935[6]
  • Jan Bolhuis, verkenner van de 20e Haagse groep (NCVP), Zilveren Erekruis, december 1937[7]
  • Arie Masseus, verkenner uit Den Helder, Gouden Erekruis, augustus 1938[8]
  • Jozef van Brunschot, verkenner van de Mgr. Zwijsengroep in Tilburg, erekruis, voorjaar 1939[9]
  • IJsbrand (IJs) Mourik[10] van de 35e Rotterdamse groep Sven Hedin Poortugaal, Gouden Erekruis, 5 oktober 1940[11][12]
  • B. Veenhof, hopman in Utrecht, Zilveren Erekruis, 13 december 1947[13]
  • R. Prins, vaandrig in Utrecht, Zilveren Erekruis, 13 december 1947[13]
  • Jan Bertus, verkenner uit Den Haag, Gouden Erekruis, april 1948[14]
  • Frans de Vos, verkenner in Lerderdorp, Gouden Erekruis, april 1948[14]
  • J. Schurer, verkenner van de President Rooseveltgroep in Sneek, Gouden Erekruis, april 1948[14]
  • Chris van Dijk, verkenner van de Laurentiusgroep in De Bilt, Zilveren Erekruis, april 1948[14]
  • Lim Ping Chuan, hopman van de Kong Djongroep 25 in Batavia, Zilveren Erekruis, juni 1948[15]
  • Hennie van der Schans, verkenner van de M'hlala Panzi groep 4 in Beverwijk, Zilveren Erekruis, maart 1949[16]
  • Cor Braak, loodsgast van de Veentrappersgroep in Landsmeer, Bronzen Erekruis, 28 juli 1949[17]
  • Henk Peters, verkenner van de Iwangagroep in Helmond, Gouden Erekruis, december 1949[18]
  • J. Bart, leider van de Prins Willemgroep[19] uit Haarlem, Gouden Erekruis, 10 december 1949[20]
  • H. Hack, leider van de Prins Willemgroep[21] uit Haarlem, Gouden Erekruis, 10 december 1949[20]
  • Nico Heiner, verkenner van de Jan van Hoofgroep 83, Den Haag, Gouden Erekruis, 10 december 1949[22]
  • Adri Kaptein, verkenner uit Gouda, Gouden Erekruis (vijfde uitreiking), januari 1950[23]
  • Jaap Bolhuis, verkenner van de 7e Vlaardingse groep, Gouden Erekruis, 22 april 1950[24]
  • Peter van Houten[25], verkenner van de St. Stanislausgroep[26] uit Heemstede, Gouden(?) Erekruis, 12 juli 1950
  • Hans Bracco, verkenner uit Breda, Gouden Erekruis, 4 november 1950[27]
  • Leo Capelle, verkenner uit Hardenberg, Gouden Erekruis, 17 december 1953[28]
  • Dick Spuy, verkenner uit Walcheren, Gouden Erekruis, 29 juni 1954[29]
  • J. Veringa, verkenner van de St. Michaelgroep Gouden Erekruis, 8 mei 1955[30]
  • Tonny de Munck, welp van de Allister Smithgroep uit Den Haag, Gouden Erekruis, 15 december 1955[31][32][33][34]
  • Nico Betjes[35], verkenner van de Titus Brandsmagroep uit Beverwijk, Gouden Erekruis, 4 augustus 1957[36]
  • Henk van Someren, verkenner uit Rotterdam, Gouden Erekruis, 25 oktober 1958[37]
  • Jaap Copini, verkenner van de St. Christoffelgroep uit Leeuwarden, Gouden Erekruis, 15 januari 1959[38][39]
  • Gerrit van Faassen, vaandrig van de Hegwesgroep uit Lutten, Gouden Erekruis, 25 november 1961[40][41]
  • Jitze Jan Betten, padvinder uit Diever, Zilveren Erekruis, 18 april 1964[42]


Dankbaarheidsinsigne[bewerken | brontekst bewerken]

Het dankbaarheidsinsigne kon door iedere verkenner uitgereikt worden aan personen buiten Scouting (na goedkeuring door de vereniging). Hier waren geen bijzondere eisen voor. Een speciaal dankbaarheidsinsigne is uitgeven met op de voorzijde de Jacobsstaf en de tekst: Wereldjamboree Nederland 1937 en op de achterzijde: De Nederlandsche Padvinders, Uit dankbare erkentelijkheid voor uw hulp.

Jacobsstaf en Zilveren Vlaamse Gaai[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren 50/60 waren er onderscheidingen voor verenigingsactiviteiten:

  • Gouden Jacobsstaf met geel lint, gedragen op de rechterborst. Als de betrokkene zich een groot aantal jaren zeer verdienstelijk heeft gemaakt voor de padvindersbeweging.
  • Zilveren Jacobsstaf met oranje/rood/groen/geel lint, gedragen op de rechterborst. Als de betrokkene zich een zeer groot aantal jaren buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor de ontplooiing van de padvindersbeweging.
  • Zilveren Vlaamse Gaai met blauw-zwart lint gedragen om de hals. Als de betrokkene aan de padvindersbeweging diensten van uitzonderlijk karakter heeft bewezen. Deze onderscheiding is ontworpen door Titus Leeser.

De eerste Jacobsstaf werd door Baden-Powell op de Wereldjamboree 1937 aan de contingentsleiders uitgereikt. Ook groepen die zich verdienstelijk hadden gemaakt voor de Jamboree, zoals de Delftsche Zwervers kregen er een. Dit was een normale houten uitvoering. Bij iedere onderscheiding hoorde een draaginsigne voor op het uniform, bestaande uit een achtvormige knoop in de kleuren van het lint.

Zilvervis[bewerken | brontekst bewerken]

De Zilvervis was en is in veel padvindsters- en gidsenorganisaties de hoogste onderscheiding. De onderscheiding werd door de Nederlandse organisaties tot 1973 uitgereikt aan personen die zich voor de gehele organisatie in hoge mate verdienstelijk hadden gemaakt.

Bronnen

  • Spelregels NPV 1957
  • Verkennen voor jongens, 1946
  • Provinciale Drentsche en Asser courant, 15 november 1949
  • De Tijd, Godsdienstig en Staatkundig Dagblad, 6 juni 1955
  • Het Parool, 29 april 1957
  • Trouw, 24 mei 1961
  • Nieuw Suriname : Surinaams nieuws- en advertentieblad, 17 juli 1961
  1. Het padvindersblad; weekblad, officieel orgaan van de Nederlandsche Padvinders Organisatie en van den Nederlandschen Padvinders Bond, jrg 1, 1914-1915, no 44, 02-04-1915
  2. Het padvindersblad, jrg 2, 1915-1916, no 43, 24-03-1916
  3. De Verkenner, mei 1948
  4. Nijmeegsch Dagblad, 16 maart 1948
  5. Weest Paraat, februari 1950
  6. De Telegraaf, 29 januari 1935
  7. Weest Paraat januari 1938
  8. Weest Paraat september 1938
  9. Goudland juni 1939
  10. Overlijdensadvertentie IJsbrand Mourik
  11. Weest Paraat september 1940
  12. De Verkenner november 1940
  13. 13,0 13,1 Weest Paraat januari 1948
  14. 14,0, 14,1, 14,2 14,3 De Verkenner mei 1948
  15. De Verkenner juni 1948
  16. Weest Paraat maart 1949
  17. De Verkenner september 1949
  18. Leidersblad januari 1950
  19. Nieuwe Apeldoornse Courant, 12 december 1949
  20. 20,0 20,1 Het Parool 12 december 1949
  21. Trouw 12 december 1949
  22. Trouw 12 december 1949
  23. Weest Paraat februari 1950
  24. De Verkenner juni 1950
  25. Nieuwe Haarlemsche Courant, 13 juli 1950
  26. Nieuwe Haarlemsche Courant, 10 junli 1950
  27. Trouw 6 november 1950
  28. Het Vaderland, 18 december 1953
  29. [De Nieuwsgier, 4 februari 1955]
  30. Overijsselsch Dagblad, 10 mei 1955
  31. Het Vaderland 16 december 1955
  32. Nieuwsblad van het Zuiden 19 december 1955
  33. Nieuwe Haarlemsche courant 19-12-1955
  34. Het Binnehof, 16 december 1955
  35. Wikipedia Nico Betjes
  36. Limburgsch Dagblad, 5 augustus 1957
  37. Het Parool 27 oktober 1958
  38. Leeuwarder Courant 16 januari 1959
  39. Friesche Koerier 16 januari 1959
  40. Sallands Volksblad, 1 december 1961
  41. Lelie en Klaverblad, 38e jaargang, nummer 4, bladzijde 7
  42. Nieuwsblad van het Noorden, 20 april 1964
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.