Joop Ranneft: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
(9 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 17: Regel 17:
|Overlijdensland=Nederland
|Overlijdensland=Nederland
|Overlijdensdatum=1978-03-27
|Overlijdensdatum=1978-03-27
|Gilwell-kralen=4
}}
}}
'''{{PAGENAME}}''' was natuurkundige, schrijver, fantasierijk en onverwoestbaar optimistisch. Hij was hoofdcommissaris van de Vereeniging Nederlandsch Indische Padvinders en woodcraftpadvinder.
'''{{PAGENAME}}''' was natuurkundige, schrijver, fantasierijk en onverwoestbaar optimistisch. Hij was hoofdcommissaris van de Vereeniging Nederlandsch Indische Padvinders en woodcraftpadvinder.


==Levensloop==
== Levensloop ==
Hij diende bij de Koninklijke Marine als officier en was gelegerd in Vlissingen. Hij werd benoemd tot luitenant ter zee 3e klasse op 11 oktober 1916. Hij vertrok in 1919 naar Nederlands-Indië. Als marineofficier reisde hij veel en hield in tal van ver gelegen landen projectielezingen over de Nederlandse padvinders. Hij werd leraar in Bandung. Hij was schrijver van jongensverhalen en had veel succes door zijn levendige fantasie en welversneden pen.
Hij diende bij de Koninklijke Marine als officier en was gelegerd in Vlissingen. Hij werd benoemd tot luitenant ter zee 3e klasse op 11 oktober 1916. Hij vertrok in 1919 naar Nederlands-Indië. Als marineofficier reisde hij veel en hield in tal van ver gelegen landen projectielezingen over de Nederlandse padvinders. Hij werd leraar in Bandung. Hij was schrijver van jongensverhalen en had veel succes door zijn levendige fantasie en welversneden pen.


Hij trouwde in 1932 met [[Akela (Welpen)|akela]] Sieglinde Ragna Siegrid Douwes Dekker (geboren 22 oktober 1911 in Batavia) van de [[2e Gilwell-Dagogroep]] uit Bandung. Tijdens hun verlof in 1934 werd op 30 januari hun dochter Olave Joan in Den Haag geboren.  
Hij trouwde in 1932 met [[Akela (Welpen)|akela]] Sieglinde Ragna Siegrid Douwes Dekker (geboren 22 oktober 1911 in Batavia) van de [[2e Gilwell-Dagogroep]] uit Bandung. Tijdens hun verlof in 1934 werd op 30 januari hun dochter Olave Joan in Den Haag geboren.


Tijdens de Japanse bezetting werd hij geïnterneerd. Vanaf februari 1944 zat hij in kamp 4<sup>e</sup> en 9<sup>e</sup> bataljon in Tjimahi. Dit kamp lag in het noordelijk stadsdeel van Tjimahi,.<ref>[https://japanseburgerkampen.nl/Tjimahi-kampen%20aug%201945%20R.htm Japanse burgerkampen, Namenlijst]</ref> Het kamp was eerst een krijgsgevangenkamp en werd pas eind januari 1944 een burger-mannenkamp. Ranneft verliet in 1947 Nederlands-Indië.
Tijdens de Japanse bezetting werd hij geïnterneerd. Vanaf februari 1944 zat hij in kamp 4<sup>e</sup> en 9<sup>e</sup> bataljon in Tjimahi. Dit kamp lag in het noordelijk stadsdeel van Tjimahi,.<ref>[https://japanseburgerkampen.nl/Tjimahi-kampen%20aug%201945%20R.htm Japanse burgerkampen, Namenlijst]</ref> Het kamp was eerst een krijgsgevangenkamp en werd pas eind januari 1944 een burger-mannenkamp. Ranneft verliet in 1947 Nederlands-Indië.


==Scouting==
== Scouting ==
In 1913 werd hij scout en sloot zich aan bij [[De Jutters (Den Helder)|De Jutters]] in Den Helder, waar hij [[vaandrig]] en later [[hopman]] werd. In 1916 verliet hij de Helderse groep en richtte hij de [[1e Vlissingse groep]] op. In februari 1918 was hij in Zwolle, om bij de start van het scoutingjaar een presentatie te geven. Hij vertrok in 1919 naar Nederlands-Indië en werd daar actief, eerst als Technisch Commissaris en later als [[Hoofdcommissaris]] bij de [[Vereeniging Nederlandsch Indische Padvinders]] (NIPV). Hij werd vertegenwoordiger van het blad [[De Padvinder]] in Nederlands-Indië. Zijn vrouw was secretaris van de Hoofdcommissaris<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002141003:00024 Het padvindersblad; officieel orgaan der vereeniging nederlandsch indische padvinders, jrg 20, 1934, no. 3, 1934]</ref>.
In 1913 werd hij scout en sloot zich aan bij [[De Jutters (Den Helder)|De Jutters]] in Den Helder, waar hij [[vaandrig]] en later [[hopman]] werd. In 1916 verliet hij de Helderse groep en richtte hij de [[1e Vlissingse groep]] op. In 1916 voer hij met de kruiser „Noord-Brabant“ naar Zuid-Afrika en installeerde hij daar [[Jan Loopuyt]]<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:001549011:00033 De padvinder, jrg 2, 1916, no. 21, 1916]</ref>. In februari 1918 was hij in Zwolle, om bij de start van het scoutingjaar een presentatie te geven. Hij vertrok in 1919 naar Nederlands-Indië en werd daar actief, vanaf 1925 als Technisch Commissaris en later als [[Hoofdcommissaris]] bij de [[Vereeniging Nederlandsch Indische Padvinders]] (NIPV). Hij werd vertegenwoordiger van het blad [[De Padvinder]] in Nederlands-Indië. Zijn vrouw was secretaris van de Hoofdcommissaris<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002141003:00024 Het Padvindersblad; officieel orgaan der vereeniging nederlandsch indische padvinders, jrg 20, 1934, no. 3, 1934]</ref>.


Tijdens een verlof in Nederland in 1926/1927 nam hij deel aan de Internationale Conferentie in [[Kandersteg]], volgde [[Gilwellcursus]]sen in Ommen en [[Gilwell Park]] en kreeg de kralen voor [[Deputy Camp Chief]] (DCC)<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002335003:00014 Weest paraat; officiëel orgaan van de Nederlandsche Padvinders, jrg 22, 1937, no 3, 1937]</ref> uitgereikt. Door hem kwam binnen de NIPV een grote reorganisatie tot stand. Er werd een Gilwellcentrum, tevens hoofdkwartier opgericht op landgoed Dago bij Bandung en de NIPV werd gesplitst in een jongenstak ‘de Padvindersbond’ en een meisjestak ‘het Meisjesgilde’, ieder met eigen spelregels. De beweging werd via Nederland internationaal erkend. Het eerste leidersblad verscheen en de eerste Gilwellcursussen werden gegeven. De organisatie groeide van 2.000 naar 20.000 leden in 1940. Na zijn terugkeer van het verlof was hij vier maanden leraar natuurkunde, maar daarna werd hij door de Gouverneur-generaal ter beschikking gesteld aan de NIPV. In zijn verlof 1933/34 bezocht hij de [[Wereldjamboree 1933|Jamboree te Gödöllö, Hongarije]].  
Tijdens een verlof in Nederland in 1926/1927 nam hij deel aan de Internationale Conferentie in [[Kandersteg]], volgde [[Gilwellcursus]]sen in Ommen en [[Gilwell Park]] en kreeg de kralen voor [[Deputy Camp Chief]] (DCC)<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002335003:00014 Weest Paraat, jrg 22, 1937, no 3, 1937]</ref> uitgereikt. Op zijn reis van Nederland naar Nederlands-Indië gaat hij ook langs de familie Loopuyt in Kaapstad<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002245013:00013 De padvindster, jrg 2, 1927-1928, no. 8, 1927]</ref>. Door hem kwam binnen de NIPV een grote reorganisatie tot stand. Er werd een Gilwellcentrum, tevens hoofdkwartier opgericht op landgoed Dago bij Bandung en de NIPV werd gesplitst in een jongenstak ‘de Padvindersbond’ en een meisjestak ‘het Meisjesgilde’, ieder met eigen spelregels. De beweging werd via Nederland internationaal erkend. Het eerste leidersblad verscheen en de eerste Gilwellcursussen werden gegeven. De organisatie groeide van 2.000 naar 20.000 leden in 1940. Na zijn terugkeer van het verlof was hij vier maanden leraar natuurkunde, maar daarna werd hij door de Gouverneur-generaal ter beschikking gesteld aan de NIPV. In zijn verlof 1933/34 bezocht hij de [[Wereldjamboree 1933|Jamboree te Gödöllö, Hongarije]].


In 1934 ontving hij [[Robert Baden-Powell|Lord]] en [[Olave Baden-Powell|Lady Baden-Powell]] tijdens een bliksembezoek aan Semarang en werd het leiden van het hoofdkwartier overgenomen door hopman [[Robert Polis|Polis]] als secretaris Algemeen Hoofdkwartier. Hij kon daardoor zich als hoofdcommissaris richten op de vereniging. Als hoofdcommissaris bezocht hij met een contingent van 100 scouts de [[Wereldjamboree 1937]]. In september 1937 neemt [[Robert Polis]] zijn rol als Hoofdcommissaris over, die later opgevolgd werd door Willem van der Gugten.  
In 1934 ontving hij [[Robert Baden-Powell|Lord]] en [[Olave Baden-Powell|Lady Baden-Powell]] tijdens een bliksembezoek aan Semarang en werd het leiden van het hoofdkwartier overgenomen door hopman [[Robert Polis|Polis]] als secretaris Algemeen Hoofdkwartier. Hij kon daardoor zich als hoofdcommissaris richten op de vereniging. Als hoofdcommissaris bezocht hij met een contingent van 100 scouts de [[Wereldjamboree 1937]]. In september 1937 neemt [[Robert Polis]] zijn rol als Hoofdcommissaris over, die later opgevolgd werd door Willem van der Gugten.


Hij stond bekend als Zwerfmeeuw, later Zwervende Meeuw. In 1938 werd hij tijdens een speciaal kampvuur op een stamavond van de [[Delftsche Zwervers]], na een lezing over de padvinderij in Indië, geïnstalleerd als Zwerver<ref>[[De Huifkar]] augustus 1938</ref>.
Hij stond bekend als Zwerfmeeuw, later Zwervende Meeuw. In 1938 werd hij tijdens een speciaal kampvuur op een stamavond van de [[Delftsche Zwervers]], na een lezing over de padvinderij in Indië, geïnstalleerd als Zwerver<ref>[[De Huifkar]] augustus 1938</ref>.


In 1939 en 1940 had hij een eigen rubriek "Op het buitenspoor" in het voortrekkersblad [[De Huifkar]] onder de naam Zwervende Meeuw.  
In 1939 en 1940 had hij een eigen rubriek "Op het buitenspoor" in het voortrekkersblad [[De Huifkar]] onder de naam Zwervende Meeuw.


Nadat Hoofdcommissaris Van der Gugten in 1942 in krijgsgevangenschap was weggevoerd, was oud HC Ranneft korte tijd het enige lid van de [[Raad der Vereeniging|Raad van de Vereniging]] die nog in vrijheid was. Hij benoemde [[Deputy Camp Chief]] Soediani tot waarnemend hoofdcommissaris en vroeg hem te redden wat te redden viel van de eigendommen van Scouting. Het lukt om onder andere de insigne voorraad uit de [[Scoutshop|ScoutShop]] in Bandung te behouden.  
Nadat Hoofdcommissaris Van der Gugten in 1942 in krijgsgevangenschap was weggevoerd, was oud HC Ranneft korte tijd het enige lid van de [[Raad der Vereeniging|Raad van de Vereniging]] die nog in vrijheid was. Hij benoemde [[Deputy Camp Chief]] Soediani tot waarnemend hoofdcommissaris en vroeg hem te redden wat te redden viel van de eigendommen van Scouting. Het lukt om onder andere de insigne voorraad uit de [[Scoutshop|ScoutShop]] in Bandung te behouden.


Na de Tweede Wereldoorlog werd Ranneft (in 1946) benoemd tot waarnemend hoofdcommissaris van de NIPV. Hij nam deel aan de [[Wereldjamboree 1947|Wereldjamboree in Moisson, Frankrijk]].
Na de Tweede Wereldoorlog werd Ranneft (in 1946) benoemd tot waarnemend hoofdcommissaris van de NIPV. In 1947 installeerde hij het eerste hoofdbestuur van de NIPV na de bezetting en nam zelf plaats als vice-voorzitter<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMNIOD04:000091848:mpeg21:a0013 Binnenland HOOFDBESTUUR PADVINDERS BIJEEN. Algemeen Indisch dagblad 4 februari 1947]</ref>. Hij nam deel aan de [[Wereldjamboree 1947|Wereldjamboree in Moisson, Frankrijk]].


==Onderscheidingen en eretitels==
== Onderscheidingen en eretitels ==
*Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (1935, Koninkrijk der Nederlanden)<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010230610:mpeg21:a0103 Gelukwensch aan Hoofd-commissaris. KAMPDAG VAN PADVINDERS. Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië 02-09-1935]</ref>
* Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (1935, Koninkrijk der Nederlanden)<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010230610:mpeg21:a0103 Gelukwensch aan Hoofd-commissaris. KAMPDAG VAN PADVINDERS. Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië 2 september 1935]</ref>
{{Project Scouts in de oorlog}}{{bron|bronvermelding=
{{Project Scouts in de oorlog}}{{bron|bronvermelding=
}}
}}
{{DEFAULTSORT: Ranneft, Joop }}
{{DEFAULTSORT: Ranneft, Joop }}
 
[[Categorie:Persoon uit de scoutinggeschiedenis]]
[[categorie:persoon uit de scoutinggeschiedenis]]

Versie van 16 mrt 2024 23:52


Govert Johan (Joop) Ranneft
Govert Johan Ranneft.png
 Zwerfmeeuw / Zwervende meeuw 
Icon boy scout.svg
Nederlandsche Padvindersorganisatie.png
Geboorteplaats
Velsen ­Noord-Holland ­Nederland
Geboortedatum
1 juni 1894
Overlijdensplaats
Haarlem ­Noord-Holland ­Nederland
Overlijdensdatum
27 maart 1978
Bezig met het laden van de kaart...

Joop Ranneft was natuurkundige, schrijver, fantasierijk en onverwoestbaar optimistisch. Hij was hoofdcommissaris van de Vereeniging Nederlandsch Indische Padvinders en woodcraftpadvinder.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Hij diende bij de Koninklijke Marine als officier en was gelegerd in Vlissingen. Hij werd benoemd tot luitenant ter zee 3e klasse op 11 oktober 1916. Hij vertrok in 1919 naar Nederlands-Indië. Als marineofficier reisde hij veel en hield in tal van ver gelegen landen projectielezingen over de Nederlandse padvinders. Hij werd leraar in Bandung. Hij was schrijver van jongensverhalen en had veel succes door zijn levendige fantasie en welversneden pen.

Hij trouwde in 1932 met akela Sieglinde Ragna Siegrid Douwes Dekker (geboren 22 oktober 1911 in Batavia) van de 2e Gilwell-Dagogroep uit Bandung. Tijdens hun verlof in 1934 werd op 30 januari hun dochter Olave Joan in Den Haag geboren.

Tijdens de Japanse bezetting werd hij geïnterneerd. Vanaf februari 1944 zat hij in kamp 4e en 9e bataljon in Tjimahi. Dit kamp lag in het noordelijk stadsdeel van Tjimahi,.[1] Het kamp was eerst een krijgsgevangenkamp en werd pas eind januari 1944 een burger-mannenkamp. Ranneft verliet in 1947 Nederlands-Indië.

Scouting[bewerken | brontekst bewerken]

In 1913 werd hij scout en sloot zich aan bij De Jutters in Den Helder, waar hij vaandrig en later hopman werd. In 1916 verliet hij de Helderse groep en richtte hij de 1e Vlissingse groep op. In 1916 voer hij met de kruiser „Noord-Brabant“ naar Zuid-Afrika en installeerde hij daar Jan Loopuyt[2]. In februari 1918 was hij in Zwolle, om bij de start van het scoutingjaar een presentatie te geven. Hij vertrok in 1919 naar Nederlands-Indië en werd daar actief, vanaf 1925 als Technisch Commissaris en later als Hoofdcommissaris bij de Vereeniging Nederlandsch Indische Padvinders (NIPV). Hij werd vertegenwoordiger van het blad De Padvinder in Nederlands-Indië. Zijn vrouw was secretaris van de Hoofdcommissaris[3].

Tijdens een verlof in Nederland in 1926/1927 nam hij deel aan de Internationale Conferentie in Kandersteg, volgde Gilwellcursussen in Ommen en Gilwell Park en kreeg de kralen voor Deputy Camp Chief (DCC)[4] uitgereikt. Op zijn reis van Nederland naar Nederlands-Indië gaat hij ook langs de familie Loopuyt in Kaapstad[5]. Door hem kwam binnen de NIPV een grote reorganisatie tot stand. Er werd een Gilwellcentrum, tevens hoofdkwartier opgericht op landgoed Dago bij Bandung en de NIPV werd gesplitst in een jongenstak ‘de Padvindersbond’ en een meisjestak ‘het Meisjesgilde’, ieder met eigen spelregels. De beweging werd via Nederland internationaal erkend. Het eerste leidersblad verscheen en de eerste Gilwellcursussen werden gegeven. De organisatie groeide van 2.000 naar 20.000 leden in 1940. Na zijn terugkeer van het verlof was hij vier maanden leraar natuurkunde, maar daarna werd hij door de Gouverneur-generaal ter beschikking gesteld aan de NIPV. In zijn verlof 1933/34 bezocht hij de Jamboree te Gödöllö, Hongarije.

In 1934 ontving hij Lord en Lady Baden-Powell tijdens een bliksembezoek aan Semarang en werd het leiden van het hoofdkwartier overgenomen door hopman Polis als secretaris Algemeen Hoofdkwartier. Hij kon daardoor zich als hoofdcommissaris richten op de vereniging. Als hoofdcommissaris bezocht hij met een contingent van 100 scouts de Wereldjamboree 1937. In september 1937 neemt Robert Polis zijn rol als Hoofdcommissaris over, die later opgevolgd werd door Willem van der Gugten.

Hij stond bekend als Zwerfmeeuw, later Zwervende Meeuw. In 1938 werd hij tijdens een speciaal kampvuur op een stamavond van de Delftsche Zwervers, na een lezing over de padvinderij in Indië, geïnstalleerd als Zwerver[6].

In 1939 en 1940 had hij een eigen rubriek "Op het buitenspoor" in het voortrekkersblad De Huifkar onder de naam Zwervende Meeuw.

Nadat Hoofdcommissaris Van der Gugten in 1942 in krijgsgevangenschap was weggevoerd, was oud HC Ranneft korte tijd het enige lid van de Raad van de Vereniging die nog in vrijheid was. Hij benoemde Deputy Camp Chief Soediani tot waarnemend hoofdcommissaris en vroeg hem te redden wat te redden viel van de eigendommen van Scouting. Het lukt om onder andere de insigne voorraad uit de ScoutShop in Bandung te behouden.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Ranneft (in 1946) benoemd tot waarnemend hoofdcommissaris van de NIPV. In 1947 installeerde hij het eerste hoofdbestuur van de NIPV na de bezetting en nam zelf plaats als vice-voorzitter[7]. Hij nam deel aan de Wereldjamboree in Moisson, Frankrijk.

Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (1935, Koninkrijk der Nederlanden)[8]
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.