Nakota stam
Nakota stam is de stam van groep 4 Hendrick de Keyser uit Amsterdam.
Geschiedenis
Sinds 1930 is aan groep 4, Grijs, Hendrick de Keyser, uit Amsterdam een ploeg Voortrekkers verbonden. Op 17 september 1932 werd het clubhuis van de groep heropend nadat het flink verbouwd en gerestaureerd was. Akela Bohlmeyer was hierbij de drijvende kracht. Op dat moment zijn er 9 stamleden en er wordt daarom besloten om een tweede ploeg op te richten. Dit gebeurde tijdens een stambijeenkomst van 24 op 25 september. Er werd gestemd over een nieuwe naam en er werd gekozen voor Nakota’s. Ook het embleem wordt bedacht, een brandend vuur met daaronder de stamnaam. Nakotas betekent ‘Vrienden’ en komt van de Zwartvoet-indianen in Amerika. Ton Koot was Oubaas van de Stam. Hij kreeg zijn volmacht in 1932[1]. Hij was op landelijk niveau actief bij Scouting betrokken en onder andere ook de redacteur van De Huifkar, het maandblad voor en door Nederlandse Voortrekkers. Chris Graamans en Kees van den Heuvel worden gekozen als ploegleiders. De ploeg maakt voor een Engelse troep een totem en krijgt van die groep een totem terug[2].
De groep wordt een combinatie van de voortrekkers van de 4e Amsterdamse groep Henrik de Keyser (Grijs) en de 4e Hilversumse groep[3]. Er wordt nauw samengewerkt en één keer per maand was er een gezamenlijke bijeenkomst die de ene keer in Amsterdam en de andere keer in Hilversum georganiseerd werd. Het was een actieve stam en in De Huifkar verschijnen regelmatig verslagen van activiteiten. De voortrekkers hadden veel contact met andere stammen en waren nauw betrokken bij landelijke activiteiten. Een van de ploegen van de stam was de Ribbokploeg[4] .
Op 27 oktober 1934 werd hun stamhut in de Muiderpoort in Amsterdam feestelijk geopend[5][6] . Een half jaar later, op 17 maart 1935, vierde de stam het eerste lustrum. Hoofdkwartierscommissaris Mr. Dr. Jan Baert, commissaris Mr. G.L. de Vries Feyens en oud commissaris mr. Willem Knuttel waren hierbij aanwezig[7].
In november 1937 droeg Ton de leiding over aan zijn assistent Henk van der Schroeff. De stam telde op dat moment 3 ploegen[8]. In maart 1940 willen ze in het kader van hun 10-jarig jubileum een reünie organiseren en doen een oproep in De Huifkar. Ook de stamleden die zich in 1932 uit de stam teruggetrokken hebben zijn welkom[9][10].
Na de oorlog maakte de stam een doorstart.
Speltakken
De groep heeft de volgende speltakken:
Activiteiten
In De Huifkar en Weest Paraat verschijnen regelmatig verhalen van activiteiten van de stam. Op 23 maart 1933 organiseerden ze een gemeenschappelijke avond met de stamleden van de Mustangs, de stam van de 6e Utrechtse groep op hun hoofdkwartier in Utrecht. Van Voorthuisen was hier Oubaas. Graamans is dan ploegleider van de Nakotas en Tom Schadd een van de leden[11]. In december van dat jaar organiseerden ze een koffietafel waar 12 voortrekkers uit 6 verschillende plaatsen aanwezig waren[12]. In 1934 organiseert de stam een Nationaal Ploegleidersweekend voor ploegleiders van voortrekkersstammen op Duinrell bij Den Haag[13].
In 1935 reikte hoofdverkenner Rambonnet aan Voortrekker Vogelezang een Bronzen Eerekruis uit voor het met groot levensgevaar redden uit zee van een jonge man die, hoewel een goed zwemmer, door den stroom was meegesleurd en reeds gezonken was[14].
De stam was aanwezig bij internationale evenementen. Twee stamleden namen in 1935 deel aan de World Rover Scout Moot in Zweden [15] In juli 1939 vond in Crieff, Schotland, de World Rover Scout Moot plaats. Het terrein lag bij Monzie Castle. Jan van Ingen van de Nakota-stam had de tocht door Engeland en Schotland per fiets afgelegd[16]. Verschillende Nakota leden waren tijdens de Wereld Jamboree in Vogelenzang in 1937 nauw betrokken bij de Jamboree Post, de kampkrant van de Jamboree. Toon Koot was de hoofdredacteur van deze krant.
De voortrekkers Dhersigny en Kerkhoven van de Nakota stam organiseerden in maart 1946 een leidersweekend voor de leiders van luchtverkennersgroepen[17] en in 1948 namen stamleden deel aan een voortrekkerswerkkamp op Gilwell Ada's Hoeve in Ommen.[18]
De groep hield tussen 1 januari 1932 en 12 december 1939 een logboek bij. Hierin wordt ook de periode voor 1932 beschreven. Daarnaast hielden een aantal leden een logboek bij en werd ook door de Hilversumse stamleden een logboek bijgehouden. Deze logboeken bevinden zich in het archief van het Nationaal Scoutingmuseum[19].
Verschillende leden van de groep kwamen om tijdens de Tweede Wereldoorlog of waren actief in het verzet. Ton Koot was actief in de illegale pers en gaf het illegale blad Vrije Jacht uit. Jan van Ingen zat in het verzet, dook onder in Panningen en overleefde de oorlog. Hij hielp bij de oprichting van de Subanhara groep in Zevenaar. Max Chateau voer op de koopvaardij en kwam om toen zijn schip door een Duitse duikboot getorpedeerd werd. Frank de Miranda was joods en werd tijdens een vluchtpoging naar Zwitserland gepakt en vermoord in concentratiekamp Mauthausen. Chris Graamans zat als krijgsgevangene in een krijgsgevangenkamp in Duitsland en Tom Schadd zette zich in voor de Radiodienst van de Raad van Verzet.
Bronnen en referenties
- ↑ Weest paraat december 1932
- ↑ De verkenner oktober 1932
- ↑ De huifkar juni 1933
- ↑ De huifkar augustus 1935
- ↑ De huifkar november 1934
- ↑ De verkenner december 1934
- ↑ De huifkar mei 1935
- ↑ De huifkar augustus 1938
- ↑ De huifkar maart 1940
- ↑ De huifkar april 1940
- ↑ De huifkar mei 1933
- ↑ De huifkar december 1933
- ↑ Weest paraat september 1934
- ↑ Weest Paraat februari 1935
- ↑ Weest paraat september 1935
- ↑ De huifkar augustus 1939
- ↑ Weest paraat juli 1946
- ↑ Weest paraat april 1948
- ↑ Nationaal Scoutingmuseum - museumbulletin oktober 2015
