René Höppener
René Höppener was advocaat, rechter, gedeputeerde van de provincie Limburg, staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, burgemeester van Roermond, lid van de Eerste Kamer en hoofdcommissaris van De Katholieke Verkenners.
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
Höppener was net als Jo Cals actief in Katholieke Verkenners, onder andere als hopman van de St. Francisusgroep waar Jo Cals verkenner was. Hij was Diocesaan commissaris in het Bisdom Roermond. Samen met Pim Froger, Prof. Dr. Jan de Quay en Dr. Ramselaar heeft hij druk uitgeoefend op de Katholieke kerk om Scouting te erkennen. Door met veel tactiek te werken, wisten ze te realiseren dat de goedkeuring door de bisschoppen er in januari 1930 dan toch eindelijk kwam. Als officiële geboortedatum van de Katholieke Verkenners werd 23 april 1930, St. Jorisdag, aangehouden. René was Hoofdkwartierscommissaris van de Katholieke Verkenners en lid van het bestuur van de Wereldjamboree 1937 . Hij was hier ook één van de kampleiders. Hoofdverkenner Rambonnet treedt in 1937 af en de NPV en KV richten samen de Nationale Padvindersraad op, waarvan Prins Bernhard voorzitter wordt. Arie Oosterlee wordt hoofdcommissaris van de NPV en mr. René Höppener van de Katholieke Verkenners Hij ontving op 22 april 1953 de Zilveren Gaai voor zijn grote verdiensten voor de verkennerij.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
René zat op het gymnasium B aan het Bisschoppelijk College Roermond. Hij ging rechten studeren aan de Rijksuniversiteit Utrecht en haalde op 14 januari 1926 zijn doctoraal examen rechtswetenschappen. Hij trouwt in Helmond op 27 december 1927 met Theodora Maria Josepha Cornelia Raijmakers uit Helmond. Hij was een Roermondse katholieke politicus en bestuurder met een lange staat van dienst in het openbaar bestuur. Hij werd al op zijn vierentwintigste raadslid. Aanvankelijk was hij advocaat en docent en nadien kantonrechter. Voor de oorlog was hij ook nog wethouder in Roermond.
René zat tijdens de oorlog enige tijd gevangen vanwege illegale activiteiten.
Na de bevrijding van Roermond werd hij (waarnemend) Burgemeester en later gedeputeerde van Limburg. Hij werd in 1956 in het kabinet-Drees III staatssecretaris onder Cals.
Bronnen en referenties
- Cals, Koopman in verwachtingen, 1914-1971, proefschrift P.F. van der Steen, 2004
- de Nederlandsche Ridderorden 1937/38
