Het Nederlandse Padvindstersgilde: verschil tussen versies
Label: bewerking met nieuwe wikitekstmodus |
Label: bewerking met nieuwe wikitekstmodus |
||
Regel 89: | Regel 89: | ||
===Geografische organisatie=== | ===Geografische organisatie=== | ||
Het NPG had landelijk een verdeling in rayons opgezet, met aan het hoofd een commissaresse uit het hoofdbestuur. Elk rayon was verdeeld in gewesten; met aan het hoofd een gewestelijk commissaresse (GC). Elk gewest was weer verdeeld in districten, die elk een districtscommissaresse en enkele assistent-districtscommisaressen aan het hoofd hadden. Een dicht netwerk van commissaressen, waarvan er sommigen maar een handjevol groepen onder zich hadden. | Het NPG had landelijk een verdeling in rayons<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002762010:00002 De Schalmei, mei 1947]</ref> opgezet, met aan het hoofd een commissaresse uit het hoofdbestuur. Elk rayon was verdeeld in gewesten; met aan het hoofd een gewestelijk commissaresse (GC). Elk gewest was weer verdeeld in districten, die elk een districtscommissaresse (DC) en enkele assistent-districtscommisaressen (ADC) aan het hoofd hadden. De ADC's zorgden voor specifieke speltakken in hun district. Een dicht netwerk van commissaressen, waarvan er sommigen maar een handjevol groepen onder zich hadden. | ||
*Rayon I | *Rayon I | ||
**Gewest Friesland | **Gewest Friesland |
Versie van 27 jun 2022 23:00
Het Nederlandse Padvindstersgilde (NPG) was een algemene scoutingorganisatie voor meisjes in Nederland tussen 1933 en 1973.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Het Nederlandse Padvindstersgilde was vanaf 1933 de nieuwe naam van het vroegere Nederlandsche Meisjesgilde (NMG). Tot 1936 had het NPG een wet met 8 punten en was Esther Welmoet Wjnaendts Francken-Dyserinck de vice-voorzitter.
In 1945 gaan de Nederlandse Meisjes Clubs (ook bekend als Driehoeksmeisjes) van de Federatie van Christelijke Vereenigingen van en voor Vrouwen en Meisjes op in het Nederlandse Padvindersgilde als Speciale Groepen, een vergelijkbare status als de X-groepen bij de NPV. Het overleg daarover liep al sinds 1942 en is uitgevoerd in het najaar van 1945.
Op 13 maart 1948 werd door het Nederlandse Padvindstersgilde en de Nederlandse Gidsenbeweging de Nationale Padvindstersraad opgericht, omdat de WAGGGS niet meer dan één nationale organisatie toestond[1].
Tot 1972 was het Nederlands Padvindstergilde de moederorganisatie van het Nederlands Padvindstersgilde Curaçao.
Organisatie[bewerken | brontekst bewerken]
Bestuur[bewerken | brontekst bewerken]
- De presidentes van het NPG waren
- mevrouw E. (Bep) van den Bosch-de Jongh (1930-1950)
- mevrouw J. (Jenny) van Nispen-van Wely (1950-1957)
- mevrouw N.A. (Elly) den Haan-Groen (1957-1968)
- mevrouw mr. I.H. (Ina) Wildeboer (1968-1973)
- Het Hoofdbestuur in 1946
- Mevrouw E. v.d. Bosch-de Jongh, Presidente
- Mevrouw T. v. Meurs-Bueninck, Secretaresse
- Mevrouw E. de Koning-Uden Masman, Hoofdcommissaresse
- Mevrouw H. Ouborg-van Horssen, Penningmeesteresse
- Mevrouw C.E. Peereboom-Kikkert, Buitenland Secretaresse
- Mevrouw H.F. Bierman-de Bruyn
- Mejuffrouw L. Redeke
- Mejuffrouw M. Schröder
- Mejuffrouw dr. W.L. Wrede
- Mejuffrouw C. Renses
- Mejuffrouw R. Bungenberg de Jong
- Mejuffrouw M. de Gooyer
- Het "Werk-Team" in 1946
- Rita Bungenberg de Jong, Voorzitster
- Claske Berndes, Secretaresse
- Henny Ouborg-van Horssen, Penningmeesteresse
- Liesbeth Redeke, Water-Padvindsters
- Marjan Schröder, Fabrieksgroepen enz.
- Mimi Wrede, Blauwe Vogels
- Jot Brand-Groeneveld, Pioniers
- Cor Renses, Lichamelijke Opvoeding
- Mien de Gooyer, Training
- Minke Visser, Kabouters
- Joop Visser, Lichamelijke Opvoeding
- Bep Oskam, Kerkelijke groepen
- Adri Knappert, Buiteng. adviseerend lid
- Han Schokking, Buiteng. adviseerend lid
Het Hoofdbestuur in 1948. Van links naar rechts, zittend: Rita Bungenberg de Jong (hopvouw Rita, NHKC) H. Ouborg-van Horssen (vaandrig Henny, penningmeesteresse); E. van den Bosch de Jongh (Veedim, presidente); T. van Meurs-Bueninck (Tes, secretaresse); C. E. Peereboom-Kikkert (Hino, NHKC). Staand; C. F. Lisman-van Oort (Zabedo. R.C. rayon Noord); A. E. van Randwijck-Wackwitz (Akva, R, C. rayon Oost); E. Redeke (Tono, R.C. rayon West); E. C. ter Meulen (Akeo, R.C. rayon midden en Zuid); H. F. Bierman-de Bruyn (Chouette, NHKC); I. Sillevis-Stants (Hopfriet NHKC).
De Nationale Hoofdkwartiercommissie in 1949. Van links naar rechts, zittend: J. Visser (Jutan); C. E. Peereboom-Kikkert (Hino); J. Redeke-Hoek (Ivag); M. C. Bungenberg de Jong (Hopvrouw Rita); T. Bierman-de Bruyn (Chouette). Staand: M. J. de Gooyer (vaandrig Mien); C. Renses (Troka); E. van Oyen-Poeleman (Gap van Oyen); M. Wildschut (Tawasi); B. Oskam (Tosivo); I. Sillevis-Stants (Hopfriet); J. Stam-Dresselhuys (Twed); P. Burger (Woet). Jammer genoeg zie je hier niet: Dr W. L. Wrede (Dok), J. van Nispen-van Wely (Awanda), en B. Nijhoff-van ’t Hoff (Hesto).
De onderscheidingstekens[3] voor bestuursleden en commissaresses waren als volgt:
- Leden van het hoofdbestuur (HB) - donkerblauwe das, twee gouden strepen
- Leden van de Nationale hoofdkwartiercommissie (NHKC) - donkerblauwe das, een gouden streep
- Gewestelijk commissaresse (GC) - grijze das, drie zilveren strepen
- Districtscommissaresse (DC) - grijze das, twee zilveren strepen
Geografische organisatie[bewerken | brontekst bewerken]
Het NPG had landelijk een verdeling in rayons[4] opgezet, met aan het hoofd een commissaresse uit het hoofdbestuur. Elk rayon was verdeeld in gewesten; met aan het hoofd een gewestelijk commissaresse (GC). Elk gewest was weer verdeeld in districten, die elk een districtscommissaresse (DC) en enkele assistent-districtscommisaressen (ADC) aan het hoofd hadden. De ADC's zorgden voor specifieke speltakken in hun district. Een dicht netwerk van commissaressen, waarvan er sommigen maar een handjevol groepen onder zich hadden.
- Rayon I
- Gewest Friesland
- Districten I t/m IV
- Gewest Groningen
- Districten I t/m III
- Gewest Drenthe
- Districten I t/m III
- Gewest Friesland
- Rayon II
- Gewest IJsselland
- Districten I t/m IX
- Gewest Gelderland
- Districten I t/m V
- Gewest Achterhoek
- Districten I t/m IV
- Gewest Twente
- Districten I t/m V
- Gewest IJsselland
- Rayon III
- Gewest Limburg
- Districten I en II
- Gewest Noord-Brabant
- Districten I t/m IV
- Gewest Utrecht
- Districten I t/m XII
- Gewest Gooi
- Districten I t/m III
- Gewest Limburg
- Rayon IV
- Gewest Zeeland
- Districten I t/m V
- Gewest Zuid-Holland Zuid
- Districten I t/m VIII
- Gewest Zuid-Holland Noord
- Districten I t/m XI
- Gewest Noord-Holland
- Districten I t/m XV
- Gewest Zeeland
Speltakken[bewerken | brontekst bewerken]
Het NPG kende (in elk geval) de volgende speltakken:
- Kabouters
- Padvindsters
- Senior padvindsters (1969-1973)
- Pioniers
Locaties[bewerken | brontekst bewerken]
Hoofdvestiging[bewerken | brontekst bewerken]
Het hoofdbestuur was vanaf 12 juni 1954 gevestigd op de Raamweg 2 in Den Haag[5].
Kampeer- en trainingscentra[bewerken | brontekst bewerken]
In juli 1948 wordt het landhuis met 1 hectare park van het landgoed Buitenzorg in Baarn aangekocht voor de prijs van ƒ 57.000,-. De bossen van het landgoed zijn eigendom van de familie De Jong Schouwenburg gebleven. Op 25 juni 1949 wordt Scoutcentrum Buitenzorg als het hoofdkampeerterrein van het Nederlandse Padvindstersgilde geopend door koningin Juliana. Ook het Kampeerterrein Eerde in Ommen, Kampeerterrein Dwingeloo, Kampeerterrein Jisp en Jeugdherberg Zonnehoeve in Blaricum waren van het NPG.
Ledenaantallen[bewerken | brontekst bewerken]
- 1935: 3900 Nederland, 1955 Ned. Oost Indië
- 1938: 7073[6]
- 1939: 7473 (11550 inclusief koloniën)
- 1957: 23000[7]
- 1961: 23000 (inclusief Nieuw Guinea)
- 1963: 29000[8]
- 1967: 25000[9]
- 1969: 18000[8]
Ledenbladen[bewerken | brontekst bewerken]
Het ledenblad heette "De Padvindster" en het leidstersblad "De Schalmei".
Fusie tot Scouting Nederland[bewerken | brontekst bewerken]
Op 6 september 1973 fuseert het Nederlandse Padvindstersgilde met De Nederlandse Padvinders, de Katholieke Verkenners en de Nederlandse Gidsen tot Scouting Nederland.
Bronnen en referenties
- Leidstersblad, Federatie van Christelijke Vereenigingen van en voor Vrouwen en Meisjes, jaargang 23, nummer 4, december 1945, bladzijde 53 tot en met 57
- Weekblad van de Nederlands Hervormde Kerk, 19 januari 1946, bladzijde 2 en 3, een artikel van F.M. Kooijman
- ↑ De Maasbode 15-03-1948
- ↑ De schalmei; officieel orgaan voor besturen en leidsters van het Nederlandsche Meisjesgilde, jrg 17, 1946, no 5, 1946
- ↑ De schalmei; officieel orgaan voor besturen en leidsters van het Nederlandsche Meisjesgilde, jrg 21, 1950, no 10, 1950
- ↑ De Schalmei, mei 1947
- ↑ Padvindsters in nieuw hoofdkwartier, Het vaderland, 14-06-1954
- ↑ Nieuwsblad van het Noorden 01-05-1939
- ↑ Nieuwe Tilburgsche courant 20-02-1957
- ↑ 8,0 8,1 De Telegraaf 28-04-1970
- ↑ Limburgsch dagblad 07-02-1967