Hoofddeksel
Het dragen van een hoofddeksel (baret,tok, hoed, muts of pet) bij het uniform is optioneel; per speltak kan bekeken worden of deze deel uitmaakt van het uniform. Elke speltak heeft z'n eigen typische hoofddeksel.
Tok, gedragen door waterscouts
Baret, gedragen door (land)scouts
Verder is er nog een schipperspet voor leiding van waterscouts.
Geschiedenis
De hoed is wel het meest beroemde onderdeel van het originele Scoutinguniform. Het is een Amerikaanse Stetson hoed en er werd gefluisterd dat Baden-Powell hem koos vanwege de handelsnaam "The Boss of the Plains", oftewel zijn initialen B.P. Bij grote samenkomsten werd de hoed soms op de verkennersstok gezet, wat een indrukwekkend woud van stokken met hoeden opleverde.
De baret is ingevoerd eind jaren vijfig (1955 of 1957), bij De Nederlandse Padvinders: Groen voor padvinders, rood-violet voor voortrekkers en bruin voor welpenleiding. Wat later werd ook bij de Katholieke Verkenners de baret ingevoerd. Zij kozen voor de kleur zwart. Tegenwoordig zijn alle baretten zwart.