Het Nederlandsche Meisjesgilde: verschil tussen versies
k (fix data in refs) |
k (Opmaak refs) |
||
(5 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 20: | Regel 20: | ||
== Doel == | == Doel == | ||
Het Nederlandsche Meisjesgilde werd opgericht om eenheid te brengen in de verschillende plaatselijke advindsters- en meisjesgezellenverenigingen. Het Gilde stelde zich ten doel de opvoeding van het jonge meisje aan te vullen, vooral wat betreft karaktervorming en lichamelijke ontwikkeling. Het wilde de meisjes leren voelen voor de sociale noden van de minder ontwikkelden en minder gegoeden, het wilde de meisjes zich leren oefenen in zelfbeheersing, verdraagzaamheid en in vrijwillige dienstbaarheid. Een harmonische alzijdige ontwikkeling was het doel waarnaar gestreefd werd. Het wilde de gezondheid van de meisjes bevorderen door lichaamsbeweging in de vrije natuur, hen door enige weken kampleven levenskracht, handigheid en ervaring bijbrengen<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001513016:mpeg21:a00103 Het | Het Nederlandsche Meisjesgilde werd opgericht om eenheid te brengen in de verschillende plaatselijke advindsters- en meisjesgezellenverenigingen. Het Gilde stelde zich ten doel de opvoeding van het jonge meisje aan te vullen, vooral wat betreft karaktervorming en lichamelijke ontwikkeling. Het wilde de meisjes leren voelen voor de sociale noden van de minder ontwikkelden en minder gegoeden, het wilde de meisjes zich leren oefenen in zelfbeheersing, verdraagzaamheid en in vrijwillige dienstbaarheid. Een harmonische alzijdige ontwikkeling was het doel waarnaar gestreefd werd. Het wilde de gezondheid van de meisjes bevorderen door lichaamsbeweging in de vrije natuur, hen door enige weken kampleven levenskracht, handigheid en ervaring bijbrengen<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001513016:mpeg21:a00103 Het Vaderland, 11 april 1917]</ref>. | ||
== Wet == | == Wet == | ||
Regel 33: | Regel 33: | ||
== Ledenaantallen == | == Ledenaantallen == | ||
* 1919: 175 <ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMATR01:001917003:00004 Orgaan van den nationalen vrouwenraad van nederland, 1919, deel: proefnummer, no. 3, 1 | * 1919: 175 <ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMATR01:001917003:00004 Orgaan van den nationalen vrouwenraad van nederland, 1919, deel: proefnummer, no. 3, 1 april 1919]</ref> | ||
* 1920: (12 afdelingen)<ref>[http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010654533:mpeg21:a0178 Algemeen Handelsblad 22 | * 1920: (12 afdelingen)<ref>[http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010654533:mpeg21:a0178 Algemeen Handelsblad 22 april 1920]</ref> | ||
* 1921: (20 afdelingen)<ref name="nrc">[http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010025613:mpeg21:a0061 Nieuwe Rotterdamsche Courant 16-08-1921]</ref> | * 1921: (20 afdelingen)<ref name="nrc">[http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010025613:mpeg21:a0061 Nieuwe Rotterdamsche Courant 16-08-1921]</ref> | ||
* 1922: 585 (20 afdelingen) | * 1922: 585 (20 afdelingen) | ||
* 1922: 600 (23 afdelingen)<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010655250:mpeg21:a0135 Nederlandsch Meisjesgilde Algemeen Handelsblad 26 | * 1922: 600 (23 afdelingen)<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010655250:mpeg21:a0135 Nederlandsch Meisjesgilde Algemeen Handelsblad 26 april 1922]</ref> | ||
* 1923: 682 (21 afdelingen)<ref>[http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010008414:mpeg21:a0086 Het Vaderland | * 1923: 682 (21 afdelingen)<ref>[http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010008414:mpeg21:a0086 Het Vaderland 20 april 1923]</ref> | ||
* 1924: 1100 (28 afdelingen)<ref>[http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110562620:mpeg21:a0143 De Telegraaf 16 | * 1924: 1100 (28 afdelingen)<ref>[http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110562620:mpeg21:a0143 De Telegraaf 16 april 1924]</ref> | ||
* 1925: 1175 <ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010010377:mpeg21:a0201 HET NEDERLANDSCHE MEISJESGILDE. Het Vaderland | * 1925: 1175 <ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010010377:mpeg21:a0201 HET NEDERLANDSCHE MEISJESGILDE. Het Vaderland 21 juni 1926]</ref> | ||
* 1926: 1200 (36 afdelingen)<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010733618:mpeg21:p001 Leeuwarder Nieuwsblad, 7 | * 1926: 1200 (36 afdelingen)<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010733618:mpeg21:p001 Leeuwarder Nieuwsblad, 7 april 1926]</ref> | ||
* 1927: 1550 <ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMHCO01:000084157:mpeg21:p009 Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 9 | * 1927: 1550 <ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMHCO01:000084157:mpeg21:p009 Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 9 april 1927]</ref> | ||
* 1929: 2317 (38 afdelingen - 177 leidsters) | * 1929: 2317 (38 afdelingen - 177 leidsters) | ||
* 1930: 3663 (198 leidsters) | * 1930: 3663 (198 leidsters) | ||
Regel 65: | Regel 65: | ||
[[Bestand:10 jaar NMG.jpg|miniatuur|Viering van het 10-jarig bestaan van Het Nederlandsche Meisjesgilde in het vereningingsgebouw, Amstelveenseweg 122]] | [[Bestand:10 jaar NMG.jpg|miniatuur|Viering van het 10-jarig bestaan van Het Nederlandsche Meisjesgilde in het vereningingsgebouw, Amstelveenseweg 122]] | ||
Bij de oprichting<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB15:000758093:mpeg21:a00039 De nieuwe courant 4 | Bij de oprichting<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB15:000758093:mpeg21:a00039 De nieuwe courant 4 februari 1916]</ref><ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010652570:mpeg21:a0191 PADVINDERIJ. Het Nederlandse Meisjesgilde. Algemeen Handelsblad 4 februari 1916]</ref> | ||
* Mevr. [[M.E.A. Cijfer-van Wijngaarden]] (Amsterdam) - Voorzitster | * Mevr. [[M.E.A. Cijfer-van Wijngaarden]] (Amsterdam) - Voorzitster | ||
* Mevr. [[G. Hammes-van Steenis]] (Leiden) - 1e secretaresse | * Mevr. [[G. Hammes-van Steenis]] (Leiden) - 1e secretaresse | ||
Regel 73: | Regel 73: | ||
* Mevr. [[R. Loopuyt-van Wicheren]] (Dordrecht) | * Mevr. [[R. Loopuyt-van Wicheren]] (Dordrecht) | ||
Rond 1923<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010668993:mpeg21:a0043 Nieuwsblad van het Noorden 28 | Rond 1923<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010668993:mpeg21:a0043 Nieuwsblad van het Noorden 28 juni 1923]</ref>: | ||
* Mevr. M.E.A. Cijfer - Van Wijngaarden, Voorzitster tot november 1923 | * Mevr. M.E.A. Cijfer - Van Wijngaarden, Voorzitster tot november 1923 | ||
* Mevr. jkvr. J.M. van den Bergh-van Teijn, Vice-Voorzitster | * Mevr. jkvr. J.M. van den Bergh-van Teijn, Vice-Voorzitster | ||
Regel 90: | Regel 90: | ||
== Nationaal Hoofdkwartier == | == Nationaal Hoofdkwartier == | ||
[[Bestand:Broekerhuis.png|miniatuur|Museum Het Broekerhuis]] | [[Bestand:Broekerhuis.png|miniatuur|Museum Het Broekerhuis]] | ||
* voor 23 januari 1926 een vergaderlokaal op de Weesperzijde bij Schollenburg. <ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010010123:mpeg21:a0048 Het Vaderland | * voor 23 januari 1926 een vergaderlokaal op de Weesperzijde bij Schollenburg. <ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010010123:mpeg21:a0048 Het Vaderland 20 januari 1926] </ref> | ||
* vanaf [[23 januari]] [[1926]] | * vanaf [[23 januari]] [[1926]] | ||
:Het Padvindstershuis (voorheen Museum Het Broekerhuis) | :Het Padvindstershuis (voorheen Museum Het Broekerhuis) |
Huidige versie van 21 apr 2024 om 11:45
Het Nederlandsche Meisjesgilde, kortweg (NMG), was een overkoepelende scoutingorganisatie voor padvindsters en meisjesgezellen in Nederland van 1916 tot 1933.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Nadat her en der in het land in 1910 de eerste scoutinggroepen voor jongens ontstonden, volgden er ook voor meisjes spoedig verschillende groepen. De jongensgroepen verenigden zich in de landelijke organisaties NPO en NPB. De meisjesgroepen mochten zich - als ze dat graag wilden, ook bij de NPO aansluiten. In 1911 werd ook een landelijke vereniging voor scoutingmeisjes opgericht, onder de naam Eerste Nederlandsche Meisjes Gezellen Vereeniging, dat had maar een beperkt succes. Ook geen succes waren de pogingen om tot een fusie te komen van de meisjesgroepen in NPO en de ENMGV. Toen echter beide landelijke jongensverenigingen fuseerden tot het NPV, konden meisjesgroepen daar voortaan geen lid meer van worden. Omdat er behoefte was aan een eigen landelijke vereniging, werd besloten tot het oprichten van Het Nederlandsche Meisjesgilde. De vereniging werd opgericht op 31 januari 1916, door de dames M.E.A. Cijfer -Van Wijngaarden, jkvr. J.M. v.d. Bergh—van Teijn, G. Hammes-van Steenis en O. Bingham-Lels; dit verenigde padvindsters en meisjesgezellen uit Amersfoort, Amsterdam, Den Haag, Leiden en Rotterdam. De eerste presidente is mevrouw M.E.A. Cijfer-van Wijngaarden. Op 24 april 1916 (Tweede Paasdag) reikte prins Hendrik op de Bildtsche Heide de vlaggen uit aan de afdelingen van de nieuwe vereniging. In november 1923 nam mevrouw dr. L. Maillette du Buy Wenniger-Hulsebos het voorzitterschap over als presidente van Het Nederlandsche Meisjesgilde. In 1930 werd mevrouw E. van den Bosch-de Jongh presidente van Het Nederlandsche Meisjes Gilde. Zij bracht al snel eenheid in het gilde en de daarop volgende naamsverandering in 1933 tot Het Nederlandse Padvindstersgilde (NPG). Van 1920 tot 1936 was Esther Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck de vice-voorzitster.
Doel[bewerken | brontekst bewerken]
Het Nederlandsche Meisjesgilde werd opgericht om eenheid te brengen in de verschillende plaatselijke advindsters- en meisjesgezellenverenigingen. Het Gilde stelde zich ten doel de opvoeding van het jonge meisje aan te vullen, vooral wat betreft karaktervorming en lichamelijke ontwikkeling. Het wilde de meisjes leren voelen voor de sociale noden van de minder ontwikkelden en minder gegoeden, het wilde de meisjes zich leren oefenen in zelfbeheersing, verdraagzaamheid en in vrijwillige dienstbaarheid. Een harmonische alzijdige ontwikkeling was het doel waarnaar gestreefd werd. Het wilde de gezondheid van de meisjes bevorderen door lichaamsbeweging in de vrije natuur, hen door enige weken kampleven levenskracht, handigheid en ervaring bijbrengen[1].
Wet[bewerken | brontekst bewerken]
- Wees veel voor thuis
- Heb geen minachting voor eenig soort werk
- Wees oprecht en trouw
- Wees hulpvaardig voor mensch en dier
- Spreek en denk van niemand kwaad
- Gehoorzaam zonder morren
- Draag teleurstelling met opgewektheid
- Zorg voor je gezondheid
Ledenaantallen[bewerken | brontekst bewerken]
- 1919: 175 [2]
- 1920: (12 afdelingen)[3]
- 1921: (20 afdelingen)[4]
- 1922: 585 (20 afdelingen)
- 1922: 600 (23 afdelingen)[5]
- 1923: 682 (21 afdelingen)[6]
- 1924: 1100 (28 afdelingen)[7]
- 1925: 1175 [8]
- 1926: 1200 (36 afdelingen)[9]
- 1927: 1550 [10]
- 1929: 2317 (38 afdelingen - 177 leidsters)
- 1930: 3663 (198 leidsters)
- 1932: ~3000
Speltakken[bewerken | brontekst bewerken]
Het NMG kende de volgende speltakken:
- Vanaf 1916:
- rozenknopjes - tot 10 jaar
- meisjesgezellen - boven de 10 jaar
- Vanaf ongeveer 1920:
- kabouters (bruin?) 9—12 jaar
- padvindsters (wit?)12—18 jaar
Vanaf 1923:
- pioniers(ters) vanaf 18 jaar
Uniform[bewerken | brontekst bewerken]
Donkerblauw uniform, lichtblauwe das en blauwe hoed.[4]
Hoofdbestuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Mevr. M.E.A. Cijfer-van Wijngaarden (Amsterdam) - Voorzitster
- Mevr. G. Hammes-van Steenis (Leiden) - 1e secretaresse
- Mevr. O. Bingham-Lels (Rotterdam) - 2e secretaresse
- Mevr. jkvr. J.M. van den Bergh-van Teijn (Amersfoort) - Penningmeesteresse
- Mevr. J. W. Jongsma-Hutten (Den Haag)
- Mevr. R. Loopuyt-van Wicheren (Dordrecht)
Rond 1923[13]:
- Mevr. M.E.A. Cijfer - Van Wijngaarden, Voorzitster tot november 1923
- Mevr. jkvr. J.M. van den Bergh-van Teijn, Vice-Voorzitster
- Mevr. A.F. Gouverne-Zaadnoordijk, Penningmeesteres
- Mevr. O. Bingham-Lels
- Mevr. Esther Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck
- Mevr. G. de Groot-Werner
- Mej. A.G. de Hondt
- Mej. van Lessen
- Mevr. J.L. Redeke-Hoek, Secretaresse tot november 1933
- Mevr. dr. L. Maillette du Buy Wenniger-Hulsebos, Voorzitster vanaf november 1923
- Mevr. Bep van den Bosch-de Jongh, presidente vanaf 1930
Nationaal Hoofdkwartier[bewerken | brontekst bewerken]
- voor 23 januari 1926 een vergaderlokaal op de Weesperzijde bij Schollenburg. [14]
- vanaf 23 januari 1926
- Het Padvindstershuis (voorheen Museum Het Broekerhuis)
- Amstelveenseweg 122 Amsterdam
- Hier was ook de eerste Gildewinckel gevestigd.
Bronnen en referenties
- ↑ Het Vaderland, 11 april 1917
- ↑ Orgaan van den nationalen vrouwenraad van nederland, 1919, deel: proefnummer, no. 3, 1 april 1919
- ↑ Algemeen Handelsblad 22 april 1920
- ↑ 4,0 4,1 Nieuwe Rotterdamsche Courant 16-08-1921
- ↑ Nederlandsch Meisjesgilde Algemeen Handelsblad 26 april 1922
- ↑ Het Vaderland 20 april 1923
- ↑ De Telegraaf 16 april 1924
- ↑ HET NEDERLANDSCHE MEISJESGILDE. Het Vaderland 21 juni 1926
- ↑ Leeuwarder Nieuwsblad, 7 april 1926
- ↑ Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 9 april 1927
- ↑ De nieuwe courant 4 februari 1916
- ↑ PADVINDERIJ. Het Nederlandse Meisjesgilde. Algemeen Handelsblad 4 februari 1916
- ↑ Nieuwsblad van het Noorden 28 juni 1923
- ↑ Het Vaderland 20 januari 1926
- ↑ Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad 2 april 1926 pagina 3
Datum | Gebeurtenis |
---|---|
24 april 1916 | Het Nederlandsche Meisjesgilde krijgt haar officiële vlaggen van prins Hendrik |
23 januari 1926 | Het Nederlandsche Meisjesgilde krijgt haar Nationaal Hoofdkwartier, het Padvindstershuis |